In deze rubriek worden jaarverslagen, rapporten en overige publicaties besproken die inzicht bieden in de energiesector c.q. de ontwikkelingen van het energierecht. De redactie houdt zich aanbevolen voor suggesties voor documenten die in deze rubriek opgenomen kunnen worden.
LINK
De schuldenproblematiek in Nederland is nog steeds groeiende. De impact op de schuldenaar, maar ook op de samenleving, is groot. Financiële problemen zijn voor een groot deel een gedragsvraagstuk. In deze dissertatie staat het gedrag van de groep consumenten met een financiële achterstand centraal. Uit de analyses blijkt dat het niet één specifieke gedraging is die leidt tot financiële problemen, maar een combinatie van verschillende gedragingen die het risico op financiële problemen vergroten. Zo spelen niet bijhouden van de administratie, post en niet vooruit plannen een rol. Analyses naar de oorzaken van deze gedragingen laten bovendien zien dat er verschillende factoren en processen zijn die samenhang vertonen met het financiële gedrag. Onder meer de rol van self-efficacy, self-control en sociale steun, is onderzocht en blijken een samenhang te hebben. Financiële problemen kennen een eigen dynamiek. Eenmaal geconfronteerd met financiële problemen, verandert het gedrag van de consument. Deze verandering wordt deels veroorzaakt, doordat hij zich moet aanpassen en bijvoorbeeld meer gaat bezuinigen. Maar de verandering van gedrag is ook het gevolg van processen zoals schaarste en een veranderende houding ten opzichte van schulden.
Het komende decennium dient de Nederlandse economie van 12,1% circulair (Van ’t Klooster et al., 2020) naar 50% circulair te gaan (Rijksbreed Programma Circulaire economie 2016). In 2050 dient de economie volledig circulair te zijn. Dit is een majeure opgave die betrekking heeft op hergebruik van materialen, uitstoot van broeikasgassen, biodiversiteit en meer. MVO Nederland verwoordt het als volgt: “In de nieuwe economie streven bedrijven niet alleen naar stijgende omzetcijfers, maar ook naar meer natuur, een betere volksgezondheid, of minder eenzaamheid. Positieve maatschappelijke impact staat op gelijke voet met financiële groei“ (MVO Nederland, 2020). De bijdrage van MKB-bedrijven is broodnodig voor de transitie gezien hun economisch belang. Om te kunnen sturen is inzicht in je maatschappelijke impact cruciaal. Maar hoe bepaalt een MKB-bedrijf de maatschappelijke impact? De druk van buitenaf, van stakeholders neemt toe, en daarmee de noodzaak om extern te rapporteren over maatschappelijke impact. Dit is noodzakelijk voor vertrouwen, gedrag en acceptatie van de circulaire economie, waarmee deze aanvraag aansluit op de KIA CE. Dit voorstel is de start van een meeromvattend onderzoek naar de adoptie van maatschappelijke jaarverslagen door MKB-bedrijven. Maatschappelijke jaarverslaglegging is een essentieel instrument in de transitie naar een nieuwe economie, maar kent veel uitdagingen voor het MKB. Als eerste stap beogen we middels de KIEM-CE aanvraag te werken aan verder inzicht in de specifieke rapportagebehoefte en mogelijkheden die er zijn voor MKB-bedrijven vanuit bestaande niet-financiële rapportageraamwerken. Bovendien streven we in deze fase naar het bouwen van een breed netwerk met verschillende stakeholders om de vraagbehoefte verder aan te scherpen. Bij afronding van het KIEM-CE project is de basis gelegd voor een RAAK-MKB aanvraag waarbij gekeken zal worden naar onder andere gegevensregistratie, –rapportage en betrouwbaarheid ter ondersteuning van de transitie naar een circulaire economie.