Door middel van de planningscyclus en het besturingsmodel wordt in het algemeen inzicht gegeven in de essentievan het besturen (Wie, Wat en Hoe wordt bestuurd), de richting die de organisatie in wil slaan en de doelstellingen die men op termijn wil bereiken. Als dat is vastgesteld, kan de informatiemanager (geautomatiseerde) instrumenten aanbieden, die de informatiebehoefte van de managers analyseren en administreren, alsmede het plannings- en meetproces op efficiente wijze ondersteunen.
Abstract: Background: Little is known about frailty among patients hospitalized with heart failure (HF). To date, the limited information on frailty in HF is based on a unidimensional view of frailty, in which only physical aspects are considered when determining frailty. The aims of this study were to study different dimensions of frailty (physical, psychological and social) in patients with HF and the effect of different dimensions of frailty on the incidence of heart failure. Methods: The study used a cross-sectional design and included 965 patients hospitalized for heart failure and 164 healthy controls. HF was defined according to the ESC guidelines. The Tilburg Frailty Indicator (TFI) was used to assess frailty. Probit regression analyses and chi-square statistics were used to examine associations between the occurrence of heart failure and TFI domains of frailty. Results: Patients diagnosed with frailty were 15.3% more likely to develop HF compared to those not diagnosed with frailty (p < 0.001). An increase in physical, psychological and social frailty corresponded to an increased risk of HF of 2.9% (p < 0.001), 4.4% (p < 0.001) and 6.6% (p < 0.001), respectively. Conclusions: We found evidence of the association between different dimensions of frailty and incidence of HF.
Background: In Turkey, nursing care in hospitals has gradually included more older patients, resulting in a need for knowledgeable geriatric nurses. It is unknown, however, whether the nursing workforce is ready for this increase. Therefore, the aim of this study is to validate the Knowledge about Older Patients Quiz (KOPQ) in the Turkish language and culture, to describe Turkish hospital nurses’ knowledge about older patients, and to compare levels of knowledge between Turkish and Dutch hospital nurses. Conclusions: The KOPQ-TR is promising for use in Turkey, although psychometric validation should be repeated using a better targeted sample with a larger ability variance to adequately assess the Person Separation Index and Person Reliability. Currently, education regarding care for older patients is not sufficiently represented in Turkish nursing curricula. However, the need to do so is evident, as the results demonstrate that knowledge deficits and an increase in older patients admitted to the hospital will eventually occur. International comparison and cooperation provides an opportunity to learn from other countries that currently face the challenge of an aging (hospital) population.
MULTIFILE
We leven in een vergrijzende samenleving, waarbij ook een toename in ziekenhuis opnames wordt gezien. Een ziekenhuisopname heeft risico’s voor ouderen: bij 30-60% van hen ontstaat na een ziekenhuisopname blijvend functieverlies dat komt door het ontwikkelen van zorg gerelateerde complicaties die wellicht voorkomen hadden kunnen worden of ten minste vroegtijdig herkend en behandeld. Om veilige zorg voor ouderen te garanderen en het verlies van zelfstandigheid te voorkomen zijn de ziekenhuizen met ingang van januari 2012 in het kader van het veiligheidsmanagementsysteem (VMS) alle patiënten van 70 jaar en ouder bij opname gaan screenen op delirium, valrisico, voeding en mobiliteit. Deze screening zou moeten resulteren in gerichte verpleegkundige interventies waardoor functieverlies zou moeten afnemen. Of dit beleid slaagt, hangt sterk af van de kennis, inzet en houding van verpleegkundigen. Met de KOP-Q, het meetinstrument dat ontwikkeld en gevalideerd is in de Nurses and Older Patients Reducing Stress Study (NO PRESS), meet kennis van studenten en verpleegkundigen in het ziekenhuis over oudere patiënten. Verschillende geriatrische thema’s worden gemeten zoals o.a.: normale veroudering, geriatrische aandoeningen zoals delirium, depressie, dementie, decubitus, voeding, vallen, incontinentie etc, screening, passende interventies en het belang van familiezorg. Naast kennis kan met de gevalideerde Older Patients in Acute Care Survey (OPACS, ook gevalideerd in de NO PRESS) de ervaring en mening over oudere patiënten worden vastgesteld. Tezamen meten de instrumenten kennis, ervaring en mening van verpleegkundigen en studenten over oudere patiënten. Uit metingen die we hebben gedaan in verschillende ziekenhuizen en twee opleidingen blijkt dat kennis onvoldoende aanwezig is. Verpleegkundigen gaven daarbij aan dat zij graag een persoonlijke terugkoppeling zouden willen zien: ‘hoe heb ik de "test" gemaakt?’ Uit vele gesprekken met verpleegkundigen, verpleegkundig specialisten geriatrie en opleiders blijkt dat veel verpleegkundigen denken dat ze over voldoende kennis over ouderen beschikken, terwijl de KOP-Q een ander beeld laat zien. De terugkoppeling naar het individu is tot op heden niet mogelijk geweest, technisch niet omdat gegevens geaggregeerd worden verwerkt en daarnaast omdat anonimiteit borgt dat verpleegkundigen zo eerlijk mogelijk de vragen invullen. Het zou goed zijn wanneer ook op individueel niveau een terugkoppeling plaatsvindt die inzicht geeft in het kennis niveau (tekorten), de ervaring en de eigen mening over de oudere patiënten. Inzicht in eigen score en vooral in wat men goed weet en wat nog onvoldoende is, is een belangrijke eerste stap om te kunnen leren en de kennis te verbeteren. De individuele score leidt tot een scholingsadvies op maat, bijvoorbeeld door het linken (doorverwijzen) naar schriftelijke informatie, het tonen van beeldmateriaal en een opdracht om binnen de eigen instelling op zoek te gaan naar antwoorden. Om een individuele terugkoppeling te geven die privacy waarborgt en in een vervolg voorziet is een webapplicatie nodig. In deze applicatie kunnen de KOP-Q en OPACS vragen beantwoord worden door de individuele verpleegkundige die op basis van haar uitslag direct op individueel niveau een terugkoppeling met aanwijzingen voor het verbeteren van de zwakke punten ontvangt. Dit zou een aanwinst zijn voor zowel de beroepspraktijk als voor het beroeps onderwijs.