© 2025 SURF
Praktijk onderzoekende benaderingen hoe organisaties en samenwerkingsverbanden werken aan kennisproductiviteit
MULTIFILE
Zowel overheid als bedrijfsleven (en dan met name het MKB) verwachten van het hoger beroepsonderwijs dat het zich ontwikkelt tot een kennisproducent. Een centrale rol hierbij spelen de lectoren met hun kenniskringen. Zij zijn binnen het hbo eerstverantwoordelijk voor de kennisontwikkeling en de kenniscirculatie. In dit artikel verkennen we via een interview met dr. Ruud Klarus de mogelijkheden en grenzen van lectoraten. Welke kennis kunnen en willen lectoren produceren? Op welke wijze slagen zij er in deze kennis praktijkrelevant te laten zijn? En bieden hogescholen wel een goede omgeving voor de productie van praktijkrelevante kennis?
DOCUMENT
In the knowledge economy knowledge productivity is the main source of competitive advantage and thus the biggest management challenge. Based on a review of the concept from two distinct perspectives, knowledge productivity is defined as the process of knowledge-creation that leads to incremental and radical innovation. The two main elements in this definition are „the process of knowledge creation‟ and „incremental and radical innovation‟. The main aim of this chapter is to contribute to a better understanding of the concept of knowledge productivity in order to support management in designing policies for knowledge productivity enhancement. After elaborating on the concept of knowledge productivity, the two main elements are combined in a conceptual framework – the knowledge productivity flywheel. This framework appeared to be an effective model for supporting initiatives that aim for enhancing knowledge productivity.
DOCUMENT
In menige basisschoolklas zitten leerlingen met verschillende culturele achtergronden, leerlingen die thuis verschillende gewoonten en tradities kennen en/of andere talen spreken. Leerkrachten kunnen hun onderwijs verrijken als ze gebruik maken van de diversiteit aan (familie)culturen, (taal)achtergronden, ervaringen en kennis van leerlingen. Hiervoor is kennis over de culturele achtergrond van leerlingen van belang. Het is echter niet duidelijk wat precies wordt verstaan onder culturele kennis. Meer inzicht in het begrip culturele kennis kan leerkrachten helpen om hun cultureel responsief lesgeven te verrijken.Daarom is een scoping review uitgevoerd om het begrip culturele kennis te identificeren, structureren en concretiseren. Er is gezocht in vijf databanken. In totaal werden 1399 artikelen beoordeeld aan de hand van inclusiecriteria. In totaal zijn er 33 artikelen opgenomen in de review.In deze artikelen zijn vijftien domeinen van culturele kennis gevonden. Gevonden domeinen zijn bijvoorbeeld hobby’s, de plek waar leerlingen wonen en de sociaal economische status van de buurt. Ons verkregen inzicht in domeinen van culturele kennis kan leerkrachten helpen om zich in de culturele achtergrond van leerlingen te verdiepen. In een volgende fase willen we verder denken over de manier waarop die kennis in de klas kan worden gebruikt.
DOCUMENT
Het ROC zou in de kennismaatschappij als loopbaancentrum moeten fungeren in plaats van als opleidingenfabriek. Daarbij ondersteund door de kwalificatiestructuur, één van de peilers onder de WEB. Maar de evaluatie van de WEB, juni 2000, laat zien dat dit nog veel te weinig het geval is. De kwalificatiestructuur (KSB) lijkt noodzakelijke vernieuwingen eerder te belemmeren dan te bevorderen. De auteur geeft aan hoe het systeem van produceren, overbrengen en vernieuwen van kennis beter georganiseerd kan worden in het beroepsonderwijs.
DOCUMENT
De Nederlandse kenniseconomie is in hoge mate een kenniseconomie geworden. Daarom is het van cruciaal belang dat arbeidsorganisaties slim gebruik maken van de kennis die ze in huis hebben en dat ze tijdig nieuwe kennis moeten ontwikkelen. In aansluiting op hun eerder onderzoek (1997) over het gebruik van denkkracht en kennisproductiviteit presenteren Ton Bruining, Teun van Aken en Bert Jurgens in hun boek 'Kennis Maken met Denkwerk, Return on Thinking Revisited' de resultaten van hun vervolgonderzoek onder bijna 700 organisaties in de sectoren Industrie, Zakelijke Dienstverlening, Overheid & Non-Profit en Onderwijs. Hun boek is onder meer gebaseerd op een model voor kennis- en organisatieontwikkeling (het 'Denkballonnenmodel') dat vanuit KPC Groep werd ontwikkeld. In dit tweede onderzoeksverslag staan veel wetenswaardigheden over kennis, denken, denkvoorkeuren en (re)produceren van kennis. Daarnaast stimuleert hun boek de lezer om naast het denken ook tot actie over te gaan. De aanbevelingen en adviezen die in het boek worden gegeven, zijn gericht op het bevorderen van de denkkracht in organisaties om impulsen te geven aan de Nederlandse kenniseconomie. Ze zijn vooral bedoeld voor wetenschappers en praktijkmensen als organisatieadviseurs, P&O-managers, bedrijfsopleiders, beleidsmakers en managers in het onderwijs. Fontys auteur: t.van
DOCUMENT