Deze rapportage bevat de resultaten van het RAAK-onderzoek ‘Sturen op motivatie’ bij de MaDi PuurZuid. Daarbij stond de volgende onderzoeksvraag centraal: Welke interventies motiveren cliënten deel te nemen aan de twee informatiebijeenkomsten in het voortraject naar de schuldhulpverlening ten einde de uitval in deze fase te reduceren?
Bodemkunde was mijn favoriete vak tijdens mijn studie landschapsarchitectuur te Wageningen. En toch, terugkijkend, heb ik sindsdien bodem veronachtzaamd, als een neutrale, zwijgzame ondergrond die met water, mest en goede plantenkeuze doet wat die moet doen. Het is wat simpel gesteld en het doet de passie van mijn bodemkundedocenten onrecht. Maar een feit is, dat in de laatste 5 jaar ik me op een nieuwe manier tot bodem ben gaan verhouden. Deels omdat ik actief volkstuinder werd op 400 vierkante meter, maar veel meer nog omdat de kans kreeg mijn interesses verder uit te werken als lector Duurzame Voedsellandschappen in Stedelijke Regio's. En daarbij blijkt de bodem van het grootste belang.
MULTIFILE
In dit kwalitatieve onderzoek staan de ervaringen en behoeften van negentien lhbti+-studenten van Inholland centraal. Lhbti+ staat voor lesbische vrouwen (l), homoseksuele mannen (h), biseksuelen (b), transgenders (t), intersekse personen (i) en personen die zich anders identificeren (+). Het doel van het onderzoek is het in kaart brengen van geleefde ervaringen van lhbti+-studenten waar het gaat om in hoeverre en op welke wijze zij uiting (zouden willen) geven aan hun gender- en/of seksuele identiteit binnen de onderwijsomgeving van Inholland. Uit de verhalen van de participanten van dit onderzoek blijkt ten eerste dat een georganiseerde en actieve lhbti+-gemeenschap binnen Inholland op dit moment sterk gemist wordt. Het gaat hier om een gemeenschap in de concrete vorm van een netwerk, platform of vereniging, bestaande uit zowel studenten als medewerkers. De belangrijkste doelen van een dergelijke gemeenschap zijn het faciliteren van laagdrempelig contact met gelijkgestemden en het bieden van een luisterend én begrijpend oor in gevallen waaraan daar behoefte is. Ten tweede kan een dergelijke gemeenschap bijdragen aan het zichtbaar maken van de lhbti+-gemeenschap binnen Inholland. De huidige inspanningen van Inholland op dit gebied – zoals het hijsen van de fysieke en digitale regenboogvlag op bijvoorbeeld Paarse Vrijdag – worden door participanten nauwelijks opgemerkt. Om te zorgen dat lhbti+-studenten zich vanuit de hogeschool gezien en gesteund (blijven) voelen zijn dergelijke steunbetuigingen aan de lhbti+-gemeenschap belangrijk en noodzakelijk. Tot slot blijkt uit de verhalen van de participanten dat kwesties rondom de lhbti+-gemeenschap binnen Inholland, net zoals in de bredere maatschappij, nog altijd complex van aard zijn en veelal onbesproken blijven. Door binnen de onderwijsomgeving vaker en explicieter aandacht te besteden aan onderwerpen rondom de lhbti+- gemeenschap kan zichtbaar worden dat niet iedereen binnen Inholland – zoals nu veelal verondersteld wordt – op dezelfde golflengte zit als het gaat om kwesties rondom de lhbti+-gemeenschap. Het zichtbaar en bespreekbaar maken van dergelijke verschillen is een belangrijke voorwaarde voor het kunnen voeren van een open gesprek over deze thematiek.
Dit KIEM-VANG project gaat een bijdrage leveren aan het verwerken en beter verwaarden van heterogene biotische afvalstromen zoals restaurantafval. Voor een dergelijke afvalstroom is verwaarden van individuele componenten problematisch en de stroom wordt daarom doorgaans door vergisting omgezet in biogas. Een vloeibare energiedrager als methanol zou hanteerbaarder en attractiever zijn, bijvoorbeeld voor opslag. Bovendien is methanol één van de belangrijkste platformchemicaliën voor de chemische industrie. Methanol wordt nu gemaakt uit aardgas in een duur en complex proces. Dit project beoogt de haalbaarheid van een alternatieve route van biogas naar methanol te onderzoeken: omzetting van biogas naar methanol in een biologische route. De biologische productie van methanol uit biogas draagt bij aan het verminderen van het gebruik van fossiele bronnen en broeikasgasemissies, creëert een nieuwe kringloop van biotisch afval naar hernieuwbare chemische synthese en is potentieel decentraal en kleinschalig toe te passen. Kleinschaligheid impliceert decentrale productie en opslag, vergemakkelijkt de logistiek, vermindert benodigde investeringen en verhoogt tevens de zichtbaarheid voor en daarmee de acceptatie door het grote publiek. Het onderzoek richt zich met literatuurstudie, virtueel prototyping en laboratoriumtesten op de technologische (biologische en/of chemische) parameters die de efficiënte productie van methanol uit biogas bepalen, met aandacht voor katalysatoren, (kunstmatige) enzymen en microbiële omzetting, resulterend in het conceptontwerp van een grote installatie. Daarnaast wordt de economische haalbaarheid en duurzaamheid van biologische methanolproductie onderzocht en vergeleken met bestaande alternatieven in een adaptief rekenmodel met het oog op duurzame inpassing in (kleinschalige) biogasketens. De samenwerkende MKB’s Enki Energie en Physixfactor zien kansen met dit idee hun marktpositie in kleinschalige duurzame energie (Enki) en het doorrekenen van innovatieve installaties (Physixfactor) uit te breiden. Samen met de kennisinstelling Hanze University of Applied Sciences Groningen is een goede aanzet te geven tot een groter vervolgproject met een groter kennisnetwerk van belang en belangstelling hebbende bedrijven en kennisinstellingen.
Grote organisaties nemen regelmatig publiekelijk een sociaal-maatschappelijk standpunt in. Consumenten verwachten dit steeds meer van organisaties en organisaties doen dit om verbinding te zoeken met hun doelgroepen en om relevant te blijven. Mkb-ondernemingen gaan hier zelden in mee, ondanks dat maatschappelijke thema’s ook aan hen niet voorbijgaan; zij vinden het moreel aan te raden om een standpunt in te nemen, maar hoe ze dat precies moeten doen is onduidelijk. Toch wordt dit van hen wel verwacht. Maatschappelijke vooruitgang is namelijk zonder het mkb ondenkbaar, omdat het mkb niet alleen gezien wordt als economische motor, maar ook als sociale motor van de samenleving; veel mkb-ondernemers dragen bij aan inclusiviteit, leefbaarheid, duurzaamheid en welzijn. Zo dragen ze bij aan de ‘Sustainable Development Goals voor inclusieve mondiale ontwikkeling’. (Communicatie)bureaus die voor mkb-organisaties werken, herkennen deze handelingsverlegenheid bij hun mkb-opdrachtgevers. Ondanks hun expertise, zijn ze toch onvoldoende geëquipeerd om de handelingsverlegenheid van hun mkb-opdrachtgevers systematisch op te heffen. Dit onderzoeksproject wil deze communicatieprofessionals ondersteunen door het ontwikkelen van de MKB Guideline Public Dilemma. Deze tool stelt hen in staat om samen met hun mkb-opdrachtgever, een authentiek sociaal-maatschappelijk standpunt te ontwikkelen en uit te dragen. Mkb’s kunnen hierbij door hun kleinschaligheid maatwerk leveren in het debat door goed te luisteren en te communiceren en zo gezamenlijk knelpunten aan te pakken. Het ontwikkelen van de Guideline gebeurt via ontwerpgericht onderzoek, waarin het onderzoekstraject en ontwerptraject geïntegreerd zijn. Beide trajecten vormen samen een leeromgeving, waaraan alle consortiumpartners vanuit hun eigen expertise deelnemen. In het onderzoekstraject dragen de partners actief bij aan het verzamelen en analyseren van data. In het ontwerptraject ontwikkelen de partners samen met de onderzoekers de Guideline. Dit leidt tot grote betrokkenheid bij de consortiumpartners, én een eindproduct waar zij, door hun voortdurende inbreng invloed op hebben uitgeoefend en zo draagvlak voor hebben ontwikkeld.