Dat de woningmarkt niet goed functioneert, kan elke woningzoekende bloemrijk vertellen. Er is een tekort aan woningen, het kopen van een woning is door de hoge prijzen voor veel mensen onhaalbaar, in aanmerking komen voor een huurwoning duurt een eeuwigheid. De woningmarkt is dus verre van perfect en de consument is sluitpost. Het ligt dus voor de hand om de imperfecties op te sporen en op te ruimen. Een nieuw soort sloopbeleid dus. Moet de consument echter verlangen naar een "perfecte" woningmarkt? Betekent het slopen van marktimperfecties automatisch minder overheid? Zijn sommige marktverstoringen het juist waard om gekoesterd te worden?
DOCUMENT
Het onderzoek is gedaan om een overzicht te creëren van de kopersmotieven van de bewoners in deduurzame wijk De Kersentuin. Er is onderzoek gedaan naar de kopersmotieven van de bewoners vanDe Kersentuin om deze later te vergelijken met soortgelijke duurzame projecten in Noordwolde enLeusden. Het is belangrijk om te weten waarom mensen in deze duurzame wijken gaan wonen, omdater dan rekening gehouden kan worden met de inrichting en het bouwen van nieuwe wijken. Deopdrachtgever heeft aangegeven dat zij ten behoeve van haar onderzoek informatie nodig heeft overde kopersmotieven van vastgoed in de Kersentuin te Utrecht. Naar aanleiding van deze behoefte heeftResearch&Co de volgende probleemstelling vastgesteld:Wat zijn of waren de kopersmotieven van de bewoners in de wijk “De Kersentuin” te Utrecht?Onderzoeksmethode & SteekproefBij het onderzoek is gebruik gemaakt van een kwalitatief onderzoek in combinatie met kwantitatiefonderzoek. Informatie is op verschillende manieren vanuit de praktijk verkregen. Zo zijn er schriftelijkeenquêtes in de wijk verspreid waaruit wij de meeste resultaten hebben verschaft. De populatie van ons onderzoek bestond uit alle bewoners van koopwoningen in De Kersentuin. De mogelijkheidbestond om de gehele populatie van 66 koopwoningen te enquêteren; uiteindelijk is dit uitgekomenop 70%, waar naar onze mening een zeer betrouwbaar resultaat uit voort is gekomen.Resultaten & Belangrijkste conclusies en aanbevelingen1De bewoners van de Kersentuin hebben gemiddeld een hoge leeftijd in verhouding met andere wijken.Er kan geconcludeerd worden dat een bepaalde soort gemiddeld inkomen in de wijk geenkopersmotief inhoudt. De bewoners van de Kersentuin hebben een zeer hoog opleidingsniveau. Opmerkelijk is dat vooral sociale duurzaamheid door bijna 80% van de bewoners als hoofdreden voorwonen in de Kersentuin wordt aangemerkt. Bewust leven wordt als voornaamste kopersmotiefaangemerkt voor het wonen in een duurzame wijk. Het technische duurzame aspect gaf vaak geendoorslaggevend kopersmotief. Wel is betrokkenheid bij de ontwikkeling van de wijk als kopersmotiefvastgesteld. Bewoners zijn van plan om nog lang in de wijk te blijven wonen. Aanbevolen wordt om bijnieuwe duurzame wijken de toekomstige bewoner centraal te stellen. De huidige duurzame wijken zijnvaak ontwikkeld op basis van het technisch duurzame aspect. Dit terwijl andere facetten zoals socialeenecologische duurzaamheid en betrokkenheid bij de ontwikkeling van de wijk als voornaamstekopersmotieven kunnen gelden.Studentenonderzoek in het kader van het thema Duurzaam bouwen
DOCUMENT
Inleiding op Nationaal Hypotheken Event Amsterdam in februari 2006
DOCUMENT
Het gaat de goede kant op met de criminaliteitscijfers en veiligheidsbeleving van burgers in Zeist. Toch hebben de burgemeester en gemeenteraad van Zeist zich voorgenomen om een trendbreuk in de onveiligheid in Zeist te realiseren. De ambitie is om een versnellingsimpuls te realiseren in de verbetering van de veiligheid in Zeist. In dit innovatieonderzoek staat het verder bestendigen van professionals in de aanpak van veiligheid op het niveau van wijken en buurten in Zeist centraal. De hoofdvraag bij dit onderzoek luidt: Hoe kan de gemeente Zeist met al haar partners, binnen de grenzen van het mogelijke, meer veiligheid in wijken en buurten stimuleren? Om indrukken voor heel Zeist op te kunnen doen is er samen met de gemeente Zeist gezocht naar twee wijken die wat betreft veiligheid en bevolkingssamenstelling exemplarisch zijn voor de diversiteit in Zeist. Deze gebieden hebben wij gevonden in de wijken Vollenhove en Brugakker. Binnen de wijken zoomen we verder in op diversiteit in buurten. Voor Vollenhove onderzochten wij de Geroflat en omgeving en de Pedagogenbuurt. In Brugakker lag onze focus op de koopwoningen in het noordwesten van de wijk en de huurwoningen in ‘de Hoge Rug’. Via een verdiepende blik in de cijfers, gesprekken met buurtbewoners en betrokken professionals werkten wij naar gezamenlijk handelingsperspectief voor burgers en professionals op basis van verbonden veerkracht.
DOCUMENT
Innovatieve modellen voor realisering huisvesting voor middeninkomensMensen met een middeninkomen hebben moeite hun woonwensen te vervullen. Daarom bestaat er behoefte aan nieuwe samenwerkingsverbanden en organisatie- en financieringsmodellen om huisvesting voor deze groep te realiseren. Dit heeft ertoe geleid dat op diverse plaatsen coalities van partijen zijn gevormd waarin gemeenten samenwerken met (mkb-)bedrijven zoals bijvoorbeeld Rizoem.Binnen dit project heeft het lectoraat Gezonde Stad van de Hanzehogeschool Groningen samen met de gemeente Groningen en Rizoem onderzocht welke bestaande en nieuwe samenwerkingsverbanden en organisatie- en financieringsmodellen mensen met een middeninkomen kunnen helpen om hun woonwensen te realiseren en welke ondersteuning deze mensen hierbij nodig hebben.Hiertoe zijn bestaande innovatieve samenwerkingsverbanden en organisatie- en financieringsmodellen geïnventariseerd en is het project Meerhoven in Groningen nader onderzocht. Hier heeft Rizoem in samenwerking met de gemeente Groningen 18 sociale huurwoningen en 10 betaalbare koopwoningen gerealiseerd, waarbij alle woningen identiek zijn en huur en koop door elkaar staan. Verder zijn nieuwe werkwijzen verkend, m.n. de aanpak van de gemeente Amsterdam met betrekking tot ondersteuning bij de opzet van wooncoöperaties en de betaalbaarheidsagenda van de gemeente Zwolle om meer woningen met een lage middenhuur in de stad te krijgen en te houden. Ook is nader onderzocht welke knelpunten mensen met een middeninkomen ervaren die zelf huisvesting willen realiseren en wat voor ondersteuning zij hierbij nodig hebben.Het onderzoek vond plaats door middel van deskresearch, interviews en expert meetings met medewerkers van verschillende gemeenten, bewonersinitiatieven, woningcorporaties, adviesbureaus, architecten en onderzoekers. De ontwikkelde kennis is verspreid via verschillende bijeenkomsten. Verder worden de verslagen van de expert meetings, het verslag van het onderzoek in Meerhoven en het projectverslag via onder meer de website van het lectoraat Gezonde Stad gedeeld.
LINK
In de Afrikaanderwijk op Rotterdam-Zuid wordt een hele buurt gesloopt. Niet vanwege de slechte huizen, maar de bewoners zijn te arm. Op de vrijkomende grond worden dure koopwoningen, vrije vestiging, gebouwd, veelal voor koopkrachtige mensen van buiten Rotterdam. De sloop van in goede staat verkerende, sociale huurwoningen zal de bevolkingssamenstelling van buurten veranderen.
LINK
Hoofdstuk 4 in Schakels in de buurt. De wijk Randenbroek ligt in het zuidoosten van Amersfoort en grenst direct aan de binnenstad. Een eerste deel van de wijk stamt uit de jaren twintig en dertig van de vorige eeuw, maar de grootste uitbreiding vond vlak na de tweede wereldoorlog plaats, waarmee het gebied deel uitmaakt van een gordel van naoorlogse uitbreidingen rondom de binnenstad van Amersfoort. Er werden veel nieuwe woningen gebouwd, zowel flatgebouwen als eengezinswoningen. De woonwijk Schuilenburg stamt uit de tweede helft van de jaren zestig en sluit iets oostelijker op Randenbroek aan. Schuilenburg is meer eenvormig gebouwd, hoewel er wel sprake is van een duidelijk verschil tussen het noorden en het zuiden van Schuilenburg. Schuilenburg-Noord heeft langs de randen van de buurt veel goedkope portiek- en galerijflats uit de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw; in Schuilenburg-Zuid staan duurdere koopwoningen en appartementen
DOCUMENT
De belangrijkste trend waar het gaat om maatschappelijk vastgoedmanagement bij gemeenten is het streven naar professionalisering en kostenreductie. Met maatschappelijk vastgoed wordt over het algemeen vastgoed aangeduid dat wordt gebruikt om een maatschappelijke (publieke) functie te huisvesten: onderwijs, sport, cultuur, zorg, religie, welzijn en overheidsorganisaties. Een derde van dit soort vastgoed is in eigendom bij overheden en dan voornamelijk bij gemeenten. Andere eigenaren van maatschappelijk vastgoed kunnen bijvoorbeeld zorg- of onderwijsinstellingen en woningcorporaties zijn.
DOCUMENT