DOEL. De laatste jaren zijn er nieuwe vormen van praktijkleren ontwikkeld binnen verpleegkundige opleidingen. Het doel van deze studie is onderzoeken of stage lopen binnen een krachtige leeromgeving leidt tot een sterkere ontwikkeling van ervaren self-efficacy bij hbo-verpleegkundestudenten dan stage lopen in een reguliere omgeving. METHODE. Een quasi experimenteel design (non-equivalent pretest-posttest control group) is toegepast, waarbij gebruik is gemaakt van de General Self Efficacy scale (GSE). De populatie bestaat uit hbo-v-stagiaires (n = 109 meting 1, n = 92 meting 2). Respondenten zijn onderverdeeld in studenten stage lopend binnen krachtige leeromgevingen en studenten stage lopend binnen reguliere stageomgevingen. Verschilscores op de GSE zijn voor beide groepen getoetst op significantie via t-toetsen. RESULTAAT. Studenten binnen krachtige leeromgevingen vertonen als totale groep en gedifferentieerd naar stage-ervaring op meer items van de GSE significante toename dan studenten binnen reguliere stageomgevingen. CONCLUSIE EN DISCUSSIE. Stage lopen binnen een krachtige leeromgeving lijkt in grotere mate bij te dragen aan de ontwikkeling van ervaren self-efficacy van hbo-verpleegkundestudenten. Het meten van self-efficacy binnen leeromgevingen is een aanvulling op bestaande uitkomstmaten voor het meten van effecten voor studenten. Verder onderzoek naar de relatie tussen de bronnen van self-efficacy en krachtige leeromgevingen binnen verpleegkundige opleidingen wordt aanbevolen.
DOCUMENT
In het boek Schools that learn (2012, p. 76) van Peter Senge staat een mooi citaat: ‘A boy of five, on the first day of kindergarten, asked his teacher, ‘When am I going to learn how to read? She said, a bit absently (for there was a lot going on), ‘Oh, that won’t happen until next year, in first grade.’ He didn’t say anything, but an hour or so later, she noticed that he had slipped away when no one was looking. He walked out of the room and continued home (which fortunately was only a few blocks away). He went up to his startled mother and said, ‘ I’ll go back next year…when they’re ready to teach me to read.’ Deze vijfjarige leerling heeft duidelijk niet de leeromgeving waar hij behoefte aan heeft. Hij wil graag leren lezen maar ‘de school is daar nog niet klaar voor’. Het aansluiten bij de leerbehoeften van de lerende is binnen alle onderwijstypes en op alle onderwijsniveaus van belang. Een leeromgeving zou altijd een krachtige leeromgeving moeten zijn. Zelfsturing is één van de kenmerken daarvan. In dit artikel wordt ingegaan op een krachtige leeromgeving voor gezondheidsprofessionals in opleiding van de Faculteit voor Gezondheid, Voeding & Sport van De Haagse Hogeschool. Op basis van literatuur wordt beschreven aan welke criteria een dergelijke leeromgeving moet voldoen. Vervolgens worden resultaten beschreven van een onderzoek onder studenten en docenten van de Faculteit voor Gezondheid, Voeding & Sport van De Haagse Hogeschool. Doel van dit onderzoek was om in kaart te brengen hoe studenten en docenten praktijkgericht, zelfgestuurd en interdisciplinair leren ervaren, wat deze manier van leren precies van student en docent vraagt en wat dit oplevert met betrekking tot competentie-ontwikkeling van studenten. De volgende vragen stonden centraal: • Hoe ervaren studenten en docenten dergelijke leeractiviteiten? • Wat vraagt een krachtige leeromgeving van de student en docent? • Wat levert de krachtige leeromgeving volgens hen op?
DOCUMENT
In dit artikel wordt ingegaan op een krachtige leeromgeving voor gezondheidsprofessionals in opleiding van de Faculteit voor Gezondheid, Voeding & Sport van De Haagse Hogeschool. Op basis van literatuur wordt beschreven aan welke criteria een dergelijke leeromgeving moet voldoen. Vervolgens worden resultaten beschreven van een onderzoek onder studenten en docenten van de Faculteit voor Gezondheid, Voeding & Sport van De Haagse Hogeschool. Doel van dit onderzoek was om in kaart te brengen hoe studenten en docenten praktijkgericht, zelfgestuurd en interdisciplinair leren ervaren, wat deze manier van leren precies van student en docent vraagt en wat dit oplevert met betrekking tot competentie- ontwikkeling van studenten. De volgende vragen stonden centraal: • Hoe ervaren studenten en docenten dergelijke leeractiviteiten? • Wat vraagt een krachtige leeromgeving van de student en docent? • Wat levert de krachtige leeromgeving volgens hen op?
DOCUMENT
Hoe kan kunst vanuit de leeromgeving ingezet een veel grotere impact en werking hebben op professionalisering. Dat is de vraag die De Baak Hospitality stelt. Doel van De Baak Hospitality is een passende (leer-)omgeving te creëren als voorwaarde voor het leren door de deelnemers die op haar locaties verblijven. Deze vraag past in de onderzoekslijn van HKU lectoraat Kunst en Professionalisering, waarbij het uitgangspunt is dat de autonome zeggingskracht van kunst wordt benut. We maken bij de Baak leer- en experimenteeromgevingen, waar we leren en doen wat Macintyre (door narrativiteit ontstaan gezamenlijke waarden), Gadamer, (spelen en opvoeren maakt de beleving) en Sennett (de ambachtelijkheid en lichamelijkheid die aanwezig is in de opvoering) aanreiken. Dit doen we in drie concepten in de kunst: expositie, voorstelling en werkplaats. Het resultaat van dit onderzoek zijn drie scenario’s van deze drie concepten met een set herhaalbare aanwijzingen hoe kunst als interventie bij kan dragen aan onderwijs en opleiden. Bij dit onderzoek wordt ROC Midden Nederland betrokken. Zij heeft als focus de krachtige leeromgeving, waarin docenten gevraagd wordt op nieuwe wijze te onderwijzen. Zij denken kritisch mee met de overdraagbaarheid van de scenario’s naar het onderwijs.
In de zorg voor mensen met de ziekte van Parkinson en hun mantelzorger(s), is samenwerken tussen professionals van verschillende disciplines essentieel, maar ook samenwerken met de cliënt en zijn of haar mantelzorger. Voor een goede samenwerking zijn ook communicatieve vaardigheden en zelfregulatie belangrijk. Onlangs (2018) is een nieuw competentieprofiel opgesteld voor ParkinsonNet zorgverleners waarin de rollen samenwerken en communiceren nader zijn uitgewerkt. Professionals werkzaam met mensen met complexe problematiek in de beroepspraktijk zijn vaak nog onvoldoende voorbereid op deze vaardigheden. De kwaliteitsmonitor van ParkinsonNet laat zien dat deze vaardigheden aandacht behoeven bij zorgverleners aangesloten bij ParkinsonNet. Daarnaast blijkt dat deze professionals zelf moeilijk in actie kunnen komen om deze punten te verbeteren. Doel van dit project is directe versterking van de samenwerkingsvaardigheden van deelnemers in een regio aangesloten bij ParkinsonNet, middels een experimenteel leertraject (leerlaboratorium). Hierbinnen zal ook aandacht worden gegeven aan de vaardigheden ‘communiceren’ en ‘zelfregulatie’. Tevens willen we inzicht krijgen in een core-set van indicatoren nodig voor ter ondersteuning van een experimenteel leertraject die bijdraagt aan samenwerken, communiceren en zelfregulatie ter verbetering van kwaliteit van zorg bij complexe problematiek. Het leerlaboratorium betreft drie bijeenkomsten in een doorlooptijd van een jaar, waarbij zorgverleners, studenten, (ervarings)deskundigen en onderzoekers samenwerken en leren. De inhoud van de bijeenkomsten wordt mede ontworpen door de deelnemers en er wordt gebruik gemaakt van eigen casuïstiek. Door het samenbrengen van de verschillende disciplines, belanghebbenden en expertise verwachten we een krachtige experimentele leeromgeving te creëren die de ontwikkeling van bovengenoemde vaardigheden versterkt. Het leerlaboratorium wordt geëvalueerd middels een responsieve evaluatie: een participatieve en democratische methode waarbij kennis, ervaringen en ideeën van de diverse belanghebbenden worden betrokken. Dit beoogt – naast evaluatieresultaten over de werkzame factoren voor een dergelijk leertraject voor netwerksamenwerking in de complexe zorg – ook een leerproces op gang te brengen onder de deelnemers.
Het project ‘Makers in Verandering’ (Makers for Change) is erop gericht interdisciplinaire werkwijzen te onderzoeken en te ontwikkelen. De kunstdocent van de toekomst ontwikkelt zich niet alleen als docent, maar is tevens een maker, een onderzoeker, en iemand die verandering teweegbrengt. Dit postdoc-project is niet bedoeld als een pleidooi voor het willekeurig combineren van die rollen, noch voor het verder ontmantelen van disciplines, maar wil een doordachte en eigen positionering van de kunstdocent in opleiding ondersteunen, vanuit de visie dat een interdisciplinaire benadering daarin nodig is om betekenisgeving en sociale ontwikkeling te stimuleren. In tijden van onzekerheid, maatschappelijke onrust en wantrouwen jegens kennisinstituten, moeten we juist helder krijgen wat we in het tertiair onderwijs mogen verwachten van de educator, de maker, de onderzoeker en de veranderaar. De vraag is hoe deze rollen en competenties samen kunnen gaan en wat de ‘artist educator’ daarvoor nodig heeft. Onderwijs biedt de kritische ruimte waarin verandering vorm en betekenis kan krijgen, op weg naar een veerkrachtige samenleving. Ten eerste vraagt dit van de artist educator in opleiding een kritische, onderzoekende houding, met zicht op hoe kennis tot stand komt en getoetst kan worden. Ten tweede vraagt het om visie, om een maatschappelijke betrokkenheid en een strategie of tactiek om verandering en bewustzijn teweeg te kunnen brengen. Ten derde is de artist educator een maker, iemand die het maakproces, de verbeelding, inzet om maatschappelijke issues zichtbaar of ervaarbaar te maken. Deze drie komen samen in de houding en werkwijze. De opbrengst van het project ‘Makers in verandering’ zal een theoretische uitwerking zijn en een op praktijkonderzoek gestoelde basis voor interdisciplinair werken vanuit de verbinding van de genoemde vier rollen. Het instrument dat hieruit ontstaat helpt studenten en docenten om zich te positioneren. Zicht op het onderscheid tussen disciplines en domeinen, maakt een zinvolle verbinding mogelijk.