Meerdere gemeenten voeren pilots uit met een ondersteuner op het gebied van jeugd in de huisartsenpraktijk: de specialistische ondersteuner huisarts (SOH) of de praktijkondersteuner huisarts voor jeugd (POH-jeugd). Het lectoraat Jeugd heeft op verzoek van drie gemeenten binnen de provincie Utrecht, De Ronde Venen, Rhenen en Stichtse Vecht, een kwalitatief onderzoek uitgevoerd. De pilots met praktijkondersteuners in een aantal Utrechtse gemeenten lopen in 2019 af. De gemeenten staan daarom binnenkort voor de keuze om de functie van SOH/POH-jeugd al dan niet te behouden. Indien zij kiezen voor behoud, zullen zij ook een besluit moeten nemen over de invulling van deze functie. In samenspraak met de deelnemende gemeenten zijn de volgende thema’s gedefinieerd: • Profiel van de praktijkondersteuner • Vormgeving, taken en positionerin. • Aansprakelijkheid • Financiering Het doel van dit project is om inzicht te geven in deze thema’s, zodat de gemeenten de bevindingen vanuit de pilots kunnen gebruiken bij het onderbouwen van hun beslissing over het al dan niet voortzetten van deze werkwijze.
DOCUMENT
In het hoofdstuk wordt een overzicht gegeven van thema's en methodische benaderinswijzen van de belangrijkste kwalitatieve jeugdonderzoeken uit de jaren vijftig tot en met negentig van de vorige eeuw. Na een aanloopperiode in de jaren vijftig en zestig, die gekenmerkt wordt door een relatief theoriearme benadering en het gebruik van eenvoudige dataverwerkingstechnieken, volgde in de jaren zeventig een periode waarin surveyonderzoeken met kwantitatieve dataverzamelings- en verwerkingsmethoden domineerden. Vanaf de jaren tachtig vond er een opleving van het kwalitatieve jeugdonderzoek plaats. Er kwam meer aandacht voor theorievorming over de relatie tussen jeugd en samenleving en er ontstond een veelzijdigheid aan onderzoeksbenaderingen. Achtereenvolgens worden beschreven: longitudinaal onderzoek, intergenerationeel onderzoek, historisch jeugdonderzoek, intercultureel vergelijkend onderzoek, multicultureel onderzoek, beleidsondersteunend onderzoek. Voorts wordt een overzicht gegeven van de meest gebruikte onderzoeksinstrumenten en dataverwerkingsmethoden in kwalitatief jeugdonderzoek.Tot slot wordt aandacht besteed aan de voor- en nadelen van multidisciplinair en interdisciplinair versus monodisciplinair jeugdonderzoek.
DOCUMENT
Kwalitatief jeugdonderzoek kende in de jaren vijftig en zestig van de twintigste eeuw een bloeiend bestaan, maar verdween in de jaren negentig, om daarna met een veelzijdigheid van onderzoeksbenaderingen te herrijzen. Het -voornamelijk beleidsondersteunende- kwalitatieve jeugdonderzoek uit de eerste periode was theoriearm en werd gekenmerkt door het gebruik van eenvoudige dataverwerkingstechnieken. De opleving van het kwalitatieve jeugdonderzoek in de jaren tachtig, ging gepaard met meer theorievorming over jeugd en samenleving. In dit artikel worden methodische mogelijkheden en knelpunten van longitudinaal onderzoek, intergenerationeel onderzoek, historisch jeugdonderzoek,intercultureel vergelijkend onderzoek en multicultureel onderzoek belicht. Geconstateerd wordt dat er de afgelopen decennia weliswaar een consolidering heeft plaats gevonden van het kwalitatieve onderzoek, maar dat dit vergezeld is gegaan van een theoretische fragmentering: vele (deel)disciplines werken naast en langs elkaar. Tevens als hoofdstuk verschenen in Levering, B.& Smeyers P.(red.)(1999).Opvoeding en onderwijs leren zien. Een inleiding in interpretatief onderzoek.Amsterdam: Boom. Pp.113-132.
DOCUMENT