IL22 is an important cytokine involved in the intestinal defense mechanisms against microbiome. By using ileum-derived organoids, we show that the expression of anti-microbial peptides (AMPs) and anti-viral peptides (AVPs) can be induced by IL22. In addition, we identified a bacterial and a viral route, both leading to IL22 production by T cells, but via different pathways. Bacterial products, such as LPS, induce enterocyte-secreted SAA1, which triggers the secretion of IL6 in fibroblasts, and subsequently IL22 in T cells. This IL22 induction can then be enhanced by macrophage-derived TNFα in two ways: by enhancing the responsiveness of T cells to IL6 and by increasing the expression of IL6 by fibroblasts. Viral infections of intestinal cells induce IFNβ1 and subsequently IL7. IFNβ1 can induce the expression of IL6 in fibroblasts and the combined activity of IL6 and IL7 can then induce IL22 expression in T cells. We also show that IL22 reduces the expression of viral entry receptors (e.g. ACE2, TMPRSS2, DPP4, CD46 and TNFRSF14), increases the expression of anti-viral proteins (e.g. RSAD2, AOS, ISG20 and Mx1) and, consequently, reduces the viral infection of neighboring cells. Overall, our data indicates that IL22 contributes to the innate responses against both bacteria and viruses.
Industrial Symbiosis Networks (ISNs) consist of firms that exchange residual materials and energy locally, in order to gain economic, environmental and/or social advantages. In practice, ISNs regularly fail when partners leave and the recovery of residual streams ends. Regarding the current societal need for a shift towards sustainability, it is undesirable that ISNs should fail. Failures of ISNs may be caused by actor behaviour that leads to unanticipated economic losses. In this paper, we explore the effect of these behaviours on ISN robustness by using an agent-based model (ABM). The constructed model is based on insights from both literature and participatory modelling in three real-world cases. It simulates the implementation of synergies for local waste exchange and compost production. The Theory of Planned Behaviour (TPB) was used to model agent behaviour in time-dependent bilateral negotiations and synergy evaluation processes. We explored model behaviour with and without TPB logic across a range of possible TPB input variables. The simulation results show how the modelled planned behaviour affects the cash flow outcomes of the social agents and the robustness of the network. The study contributes to the theoretical development of industrial symbiosis research by providing a quantitative model of all ISN implementation stages, in which various behavioural patterns of entrepreneurs are included. It also contributes to practice by offering insights on how network dynamics and robustness outcomes are not only related to context and ISN design, but also to actor behaviour.
A-das-PK; een APK-straat voor rijhulpsystemen Uit recent onderzoek en vragen vanuit de autobranche blijkt een duidelijke behoefte naar goed onderhoud, reparatie en borging van de werking van Advanced Driver Assistance Systems (ADAS), vergelijkbaar met de reguliere APK. Een APK voor ADAS bestaat nog niet, maar de branche wil hier wel op te anticiperen en haar clientèle veilig laten rijden met de rijhulpsystemen. In 2022 worden 30 ADAS’s verplicht en zal de werking van deze systemen ook gedurende de levensduur van de auto gegarandeerd moeten worden. Disfunctioneren van ADAS, zowel in false positives als false negatives kan leiden tot gevaarlijke situaties door onverwacht rijgedrag van het voertuig. Zo kan onverwacht remmen door detectie van een niet bestaand object of op basis van verkeersborden op parallelwegen een kettingbotsing veroorzaken. Om te kijken welke gevolgen een APK heeft voor de autobranche wil A-das-PK voor autobedrijven kijken naar de benodigde apparatuur, opleiding en hard- en software voor een goed werkende APK-straat voor ADAS’s, zodat de kansrijke elementen in een vervolgonderzoek uitgewerkt kunnen worden.
Snelheid is één van de belangrijkste basisrisicofactoren in het verkeer. Hoe sneller er gereden wordt in een auto hoe groter de kans op (zware) ongevallen2 en hoe hoger de uitstoot. Veel verkeersveiligheidsbeleid spitst zich daarom toe op het voorkomen van te hoge snelheden en het voorkomen van te grote snelheidsverschillen. ISA, Intelligente Snelheid Adaptatie, is een van de technologische oplossingen die kan bijdragen aan het voorkomen van te hoge snelheden in auto’s. ISA kent vele verschijningsvormen, van informerend (via slimme technologie wordt de bestuurder geïnformeerd over de geldende maximumsnelheid) tot dwingend (de auto wordt fysiek beperkt om harder te rijden dan de maximumsnelheid). Inmiddels bestaat voldoende bewijs dat de acceptatiegraad van ISA hoog kan zijn, wanneer het systeem perfect werkt. De praktijk is echter weerbarstig, doordat systemen (soms) technisch kunnen falen of onvoldoende correcte informatie doorgeven aan de bestuurder. Dit staat de acceptatie van ISA in de weg; niet in de laatste plaats omdat onderzoek heeft aangetoond dat bestuurders hogere normen hanteren voor het accepteren van technisch falen in zelfrijdende voertuigen5. Een (rijtaakondersteunend)systeem moet ten alle tijden beter functioneren dan de mens. In ACTI-I wordt dit spanningsveld onderzocht. De vraag luidt: Welke impact heeft technisch falen op de acceptatie van ISA? Deze vraag wordt beantwoord middels 1) literatuuronderzoek naar falen en acceptatie van technologische systemen; 2) rijsimulator/deelnemersonderzoek naar de waardering voor ISA en of, en zo ja hoe, de waardering verandert al naar gelang het falen van het systeem toeneemt. We werken hiervoor samen met drie MKB’s die ISA systemen ontwikkelen en verkopen aan particulieren en de overheid. De resultaten van ACTI-I zullen worden gepubliceerd en vormen de basis voor een RAAK-MKB onderzoek naar de relatie tussen technisch falen en de bestuurdersacceptatie van ISA en andere geavanceerde rijhulpsystemen
ADAS- Monitor Advanced Driver Assistent Systems (ADAS) worden gezien als een middel om de verkeersveiligheidsstreefdoelstellingen uit het Strategisch Plan Verkeersveiligheid 2030 en de Europese beleidsstukken te behalen. Naast de veelal technische uitdagingen en ontwikkelingen die ADAS momenteel doormaken, wordt in de breedte van de automotive sector benadrukt dat het gebruik en de bekendheid van ADAS bij automobilisten te wensen overlaat waardoor de potentie van ADAS voor de verkeersveiligheid niet optimaal wordt benut. De ADAS alliantie , een samenwerking van meer dan 60 bedrijven, overheden en kennisinstellingen, heeft als doel gesteld het (veilig)gebruik van ADAS met 20% te bevorderen. Echter, ontbreekt actuele informatie met betrekking tot de bekendheid van, het vertrouwen in en het daadwerkelijke gebruik door automobilisten. In dit onderzoek staat de periodieke monitoring van de gebruikersadaptatie centraal waarbij de bekendheid van, de acceptatie, het percentage daadwerkelijk gebruik van ADAS door automobilisten wordt gepresenteerd doormiddel van een (digitaal) dashboard. Een divers samengesteld consortium voert het onderzoek uit en maakt daarbij gebruik van een groter netwerk om de benodigde data te vergaren en voor disseminatie. Het onderzoek bestaat uit een werkpakket waarin de gebruikersadapatie doormiddel van vragenlijstonderzoek wordt vastgesteld en een werkpakket waarin iteratief het concept ontwerp leidt tot een prototype dashboard. Het resultaat van dit onderzoek is een werkend prototype van een ADAS-dashboard. Wanneer het prototype wordt vertaalt naar een definitief ontwerp, blijft het tot vijf jaar na presentatie geüpdatet met recente data. Het ADAS-dashboard bevat een visuele en digitale weergave van het onderzoek naar het gebruikersperspectief en wordt indien gewenst uitgebreid met andere relevante data. Wanneer het ADAS dashboard is gerealiseerd, kan het zowel voor beleidsmakers en bedrijven ingezet worden om keuzes te onderbouwen of om ontwikkelingen op te baseren als ook om communicatiestrategieën te ontwikkelen waarmee het gebruik wordt bevorderd.