Dit onderzoeksrapport maakt onderdeel uit van een onderzoek naar nevenactiviteiten van niet-agrariërs op het platteland van Nederland. De reden van het onderzoek is het achterhalen van de motivatie van niet-agrariërs voor het starten van een nevenactiviteit op het platteland. Tevens wordtonderzocht wat de gevolgen zijn op het platteland op gebied van het plattelandsbeleid. Onder platteland worden de gebieden buiten de blauwe gemeenteborden in de gemeente bedoeld. De populatie binnen dit onderzoek zijn alle niet-agrariërs met nevenactiviteiten op het platteland inde gemeenten: Borger-Odoorn, Emmen, Pekela en Vlagtwedde. Binnen dit onderzoek is gebruik gemaakt van een clustersteekproef. Alle niet-agrariërs met nevenactiviteiten die buiten de bebouwde kom wonen in de betreffende gemeenten zijn voor zover mogelijk in het onderzoek betrokken.De resultaten van dit onderzoek zijn verkregen door kwantitatief onderzoek door middel van face to face enquêtes met niet-agrariërs en kwalitatief onderzoek door interviews met medewerkers van de afdeling Ruimtelijke Ordening bij iedere gemeente. Studentenonderzoek in het kader van het thema Leefomgeving
DOCUMENT
In het boek wordt beschreven hoe plattelandsjongeren in Brabant omgaan met de uitdagingen van de reconstructie van het platteland en hoe zij een balans zoeken tussen hun toekomstdromen en de realiteit van economische en sociale problemen. Achtereenvolgens wordt inzicht gegeven in de toekomstdromen van jonge boeren, de beleving van de reconstructieplannen met betrekking tot het platteland, de keuzes en strategieen van agrarische bedrijfsopvolgers, de rol van het onderwijs bij de competentieontwikkeling voor de nieuwe uitdagingen, de leefbaarheid van plattelandsgemeenten en de toekomstmogelijkheden van jonge mkb-ers op het platteland. Het boek laat zien dat er naast een groep goed opgeleide 'moderniseringswinnaars' een groep jongeren is die - mede ten gevolge van de keuzes die hun ouders in het verleden maakten - de aansluiting dreigen te missen met de plannen en ambities van de reconstructie.
DOCUMENT
Het onderzoek ‘nevenactiviteiten op het platteland’ is opgezet om betrouwbare informatie te verzamelen over de activiteiten van burgers in plattelandsgebieden. Het onderzoek omvat plattelandsgebieden door heel Nederland. De onderzoeksresultaten uit dit rapport zijn verkregen door het enquêteren van burgers met nevenactiviteiten op het platteland. De betreffendeplattelandsgemeenten zijn Opsterland, Aa en Hunze, Veendam en Stadskanaal. Tevens hebben er interviews plaats gevonden met de gemeenten.Doelstelling en probleemstellingHet doel van het onderzoek is inzicht verkrijgen in de nevenactiviteiten op het platteland door niet agrariërs. Het belang is het in kaart krijgen van de motieven van plattelandsbewoners om een nevenactiviteit te hebben. Daarnaast speelt het toekomstperspectief van de nevenactiviteiten een rol. Met behulp van de onderzoeksresultaten kan de probleemstelling in het onderzoek wordenbeantwoord. De probleemstelling voor het onderzoek luidt;Wat zijn de motivaties en toekomstperspectieven van niet agrariërs om nevenactiviteiten op het platteland uit te voeren en welke rol speelt het beleid en de regelgeving daarin?Studentenonderzoek in het kader van het thema Leefomgeving
DOCUMENT
-De opbrengst van het Omgevingslab Fries Platteland bestaat uit drie delen: 1. De “SYNTHESE” van omgevingslabs. De Synthese is een beknopt overzicht van de resultaten en een overzicht van de meest opvallende punten die uit de Omgevingslabs Fries Platteland naar voren komen. 2. Het “PROCESVERSLAG” van de opbrengsten van het Omgevingslab Fries Platteland. Dit verslag is bedoeld als terugkoppeling naar de deelnemers aan de omgevingslabs. Voor de leesbaarheid is deze opgenomen in bijlage 1. 3. Het “MENGPANEEL FRIES PLATTELAND” met bijbehorende gebruiksaanwijzing. Dit hoofdstuk kent als doelgroep/lezerspubliek de opstellers van omgevingsvisies die in samenspraak met hun bestuurders tot een passend invulling van de omgevingsvisie moeten. Het Mengpaneel Fries Platteland is het instrument dat de overheidspartijen in Fryslân kunnen (gaan) gebruiken om hun omgevingsvisies te maken. Het mengpaneel geeft relevante informatie en kan aangevuld worden met andere informatiebronnen zoals om in het onderdeel ‘gebruiksaanwijzing wordt uitgelegd.
DOCUMENT
Een investering in cultuur- en erfgoededucatie is een investering in de leefbaarheid. Daar ligt een belangrijke taak voor gemeenten. Iets om bij de coalitiebesprekingen aan de orde te stellen?
DOCUMENT
In opdracht van de Vereniging Dorpsbelangen Westernieland is onderzoek gedaan onder inwoners van Westernieland (vanaf 13 jaar) hoe zij hun leefomgeving waarderen. In dit onderzoek zijn vijf domeinen betrokken die bepalend zijn voor de beleving van leefbaarheid: het wonen, de zelfredzaamheid, sociale relaties, werk en economie en veiligheid. Het doel van dit onderzoek was om de Vereniging Dorpsbelangen Westernieland informatie en inzicht te geven in de ervaren leefbaarheid op basis waarvan een dorpsvisie opgesteld kon worden. Bij dit onderzoek hoort het rapport "Het kan in Westernieland. Onderzoek naar de kwaliteiten van de leefomgeving" (2010), in dat rapport wordt het inwonersonderzoek en de deelonderzoeken naar ouderen, agrarische ondernemers, woningbezitters en kinderen samengevat.
DOCUMENT
Actuele ontwikkelingen maken dat er vanuit verschillende gremia hernieuwde aandacht is voor kansenongelijkheid tussen regio’s in Nederland. Het advies "" Elke regio telt" (2023) vormde hier een belangrijke aanzet toe. Echter, een inventarisatie van de focus bij het onderzoek en het onderwijs aan hogescholen binnen het sociaal-ruimtelijke domein laat zien dat er (nog) weinig expliciete aandacht is voor het platteland en haar bewoners. Netwerken, curriculaonderdelen en lectoraatsgroepen richten zich grotendeels op steden en wijken. In dit opiniërend artikel pleiten wij, gezien de stapeling van vraagstukken waarmee plattelandsregio’s en de gemeenschappen te maken krijgen voor meer aandacht voor het platteland vanuit de hbo’s. Gezien de (on) mogelijkheden van lokale dorpsgemeenschappen om hier een bepalende, lange termijn rol in tespelen, is er ook vanuit deze invalshoek meer aandacht nodig van (toekomstige) sociaal werkers en daarmee opleidingen Social Work en aanverwant praktijkonderzoek.
MULTIFILE
Dit rapport is onderdeel van een reeks van drie rapporten over het thema maatschappelijke voorzieningen op het platteland die de lectoraten Krimp & Leefomgeving en Maatschappelijk Vastgoed in samenwerking met de gemeente Slochteren maken. Dit eerste gedeelte bevat de resultaten van het onderzoek naar het gebruik en de waardering van voorzieningen in de gemeente Slochteren.
DOCUMENT
Het evaluatieonderzoek van Cittaslow Westerwolde is gehouden in opdracht van de Colleges van B&W van de (inmiddels voormalige) gemeenten Bellingwedde en Vlagtwedde, nu: gemeente Westerwolde. Het evaluatieonderzoek richt zich op de externe communicatie met supporters van Cittaslow Westerwolde en op de initiatieven en samenwerking van deze supporters ten behoeve van Cittaslow. Het onderzoek is uitgevoerd als een kwantitatief onderzoek (survey) en kwalitatief onderzoek (diepte-interviews). De resultaten uit beide deelonderzoeken hebben geleid geleid tot aanbevelingen voor de communicatiestrategie en - activiteiten. Daarnaast zijn aanbevelingen gegeven over Cittaslow opgevat kan worden in het kader van programmasturing en samenwerking met supporters. Tenslotte zijn aanbevelingen gedaan over het evalueren van programma's, waarin de stakeholders betrokken zijn.
DOCUMENT
Nu door de ruimteclaims vanuit verschillende sectoren, waaronder wonen, landbouw, natuur, recreëren én werken, elke m2 zo efficiënt mogelijk moet worden benut, is ieder bedrijventerrein relevant. Het is goed om in Overijssel aandacht te hebben voor topwerklocaties, maar ook het bedrijventerrein om de hoek telt mee. Dit is belangrijk vanwege de woon-werkafstand, de leefbaarheid op het platteland, voor lokale energiesystemen en als werkplek voor maakbedrijven en industrie, met zowel praktisch als theoretisch geschoolde werknemers. Dit advies van de SER Overijssel heet dan ook ‘Elk bedrijventerrein telt!’.
LINK