De zachte stad. Een term die steeds vaker terugkomt in het debat over de ontwikkeling van onze steden. Een term met een hoog aaibaarheidsgehalte, maar die tegelijkertijd nog veel vragen oproept. In het nieuwe magazine van Platform Stad en Wijk duiken we daarom dieper in dit concept. Maar we werpen er ook een kritische blik op: welke blinde vlekken kent dit gedachtegoed en hoe kunnen we de zachte stad in de praktijk brengen?De komende jaren staat Nederland voor een reusachtige woningbouwopgave. Dat heeft gevolgen voor bestaande wijken, maar ook voor nieuw te bouwen wijken. Tegelijkertijd heeft Nederland te maken met enorme milieu- en duurzaamheidsopgaven en maatschappelijke uitdagingen. De opgaven vragen om nu ook na te denken over hoe problemen op het gebied van leefbaarheid van wijken het hoofd kunnen worden geboden, zodat deze wijken ook op de lange termijn leefbaar blijven.Het gedachtegoed van Soft Cities, oftewel ‘zachte steden’, kan hierbij richtinggevend zijn. Dit gedachtegoed verbindt de gebouwde stad met de mensen die er wonen en stelt in stadsontwikkelingsopgaven de ‘zachte’, geleefde wereld van de mens centraal in plaats van de ‘harde’, systemische wereld van gebouwen en infrastructuur. Lectoren en onderzoekers van Platform Stad en Wijk verkennen in het magazine ‘De zachte stad’ aan de hand van onderzoeksartikelen, essays en interviews hoe de zachte stad van de toekomst eruit zou kunnen zien. We hopen dat dit magazine handvatten biedt voor gemeenten, andere praktijkpartners en hogescholen om gezamenlijk aan de slag te gaan met het realiseren van de zachte stad van de toekomst. Veel leesplezier!
MULTIFILE
Eindrapportage fase 1- Ontwerpfase. Er is een sterk gedeeld gevoel dat wijkcultuurhuizen belangrijk zijn voor de stad Utrecht. Utrecht biedt met de wijkcultuurhuizen een unieke infrastructuur om cultuurparticipatie van Utrechters te bevorderen. De wijkcultuurhuizen – Cultuur 19, De Vrijstaat, Het Wilde Westen, Jongeren Cultuurhuis Kanaleneiland en ZIMIHC – zijn laagdrempelige culturele voorzieningen die creativiteit in de samenleving stimuleren en bijdragen aan de sociale basis. De sociale basis wordt ook wel aangeduid als het ‘cement’ in de samenleving, een weefsel van verbindingen. Bij de sociale basisinfrastructuur gaat het, naast de bestaande infrastructuur van het sociale domein, om de aanwezigheid van informele netwerken, burgeractiviteiten en betekenisvolle relaties tussen burgers onderling en tussen burgers, professionals en de overheid (Van Pelt, Repetur & Van Yperen, 2018). Vanuit de gemeente Utrecht wordt het belang van wijkcultuurhuizen benadrukt. Het credo is cultuurparticipatie: ‘Cultuur voor iedereen’. Wijkcultuurhuizen bevorderen cultuurparticipatie door onder andere het faciliteren van amateurkunst, het initiëren van kunst- en cultuureducatie, het aanbieden van kunstzinnige cursussen en het mogelijk maken van sociaalartistieke projecten. Gemeente Utrecht heeft het lectoraat Participatie en Stedelijke Ontwikkeling (PSO) gevraagd onderzoek te doen vanuit de volgende behoefte: 1. een brede probleeminventarisatie en -analyse als basis voor verder beleid rond de wijkcultuurhuizen in de nieuwe coalitieperiode 2018-2022; 2. het verder onderzoeksmatig bijdragen aan de doorontwikkeling van lopende projecten en activiteiten van de wijkcultuurhuizen in de praktijk (zoals bijvoorbeeld het project De Kunst van Delen waar in 2018 onderzoek naar is gedaan (Van der Maas, Hamers, Bouma & De Vos, 2018). In 2019 is gestart met de eerste fase van het uitgebreidere onderzoek, de ontwerpfase. Deze eerste fase bestaat uit een onderzoek naar de beleidskaders en gaat op zoek naar ontwerpdimensies en bijpassende gemeentelijke en organisatorische beleidsmatige kaders voor wijkcultuurhuizen om cultuurparticipatie succesvol te bevorderen
In maart 2022 startte het project City&Co: Older Adults Co-Creating a Sustainable Age-friendly City. Met een consortium wordt gewerkt aan een gedegen meetinstrument voor seniorvriendelijkheid – waarin we ouderen volop betrekken. Hiermee leggen we een basis waarop veel andere steden voort kunnen borduren. Ons einddoel is een lokaal ecosysteem van 65-plussers, onderzoekers en gemeentemedewerkers die samen de stad seniorvriendelijker maken. De basis voor het werk wordt gevormd door de Age-Friendly Cities and Communities Questionnaire, die in 2020 mede in opdracht van Gemeente Den Haag is ontwikkeld door De Haagse Hogeschool en partners van het Kennisplatform. Deze tool is door de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) aangemerkt als best practice voor het meten van de seniorvriendelijkheid van steden. Deze rapportage is de tweede meting in het kader van het Ouderenpanel in Den Haag dat met de AFCCQ is uitgevoerd onder een representatieve groep ouderen in Den Haag. Bij de rapportage van resultaten wordt tevens een vergelijking gemaakt met de meetresultaten van 2020.
MULTIFILE