Analyse van twee gedichten van Mary Szybist over de bijbelse annunciatie. De gedichten maken gebruik van het performatieve aspect van lyrische poëzie om de besloten, fatalistische uitkomst die typisch geassocieerd wordt met de annunciatie uit te dagen en op te schorten. De verdeling en toekenning van agency in de annunciatiescène kan daardoor heroverwogen worden. Bovendien stelt het de lezer in staat om na te denken over hoe vooraf bepaalde en feestelijke verklaringen ongepast of ongegrond kunnen zijn. Verschenen in het jubilieumnummer van Frame: Journal of Literary Studies over het thema feest: de vele vormen, rituelen en emoties van vieren en herdenken. Hoe (de)construeren of versterken literaire teksten wat wij als feestelijk beschouwen? Welke perspectieven bestendigen we met de tradities en rituelen die we in ere houden en waarover we schrijven? De auteurs onderzoeken hoe praktijken van viering worden verbeeld in de literatuur, hoe literaire teksten kunnen fungeren als kritische voertuigen die onderzoeken wat het betekent om het ene ding te vieren boven het andere, en hoe kunst en literatuur circuleren binnen specifieke feestelijke sociale contexten.
LINK
De gangbare, DSM-gestuurde interpretatie van depressieve stoornis doet de ervaring van mensen die aan deze stoornis lijden geen recht. Er ontbreken drie wezenlijke aspecten aan de DSM-definitie: een verstoorde wereldbetrekking, een verstoorde lijfelijkheid en een verstoorde temporaliteit. De fenomenologische uitleg van depressie die in mijn proefschrift centraal staat, laat deze psychische stoornis niet naar voren treden als extreme somberheid, maar als existentieel isolement. De ‘stemmingsstoornis’ (mood disorder) is zo beschouwd een afstemmingsstoornis: een verstoring van een proces of gebeuren van synchronisatie op een heel elementair, lijfelijk-affectief niveau. Dat het fenomeen depressie momenteel zo wijdverbreid is – de zogeheten depressie-epidemie – kan in verband worden gebracht met de wijze waarop het individu door de laatmoderne ‘neoliberale’ cultuur tot subject wordt gevormd. De hedendaagse subjectpositie is ‘isolistisch’ van aard. Dit staat op gespannen voet met de menselijke grondbehoefte aan elementaire afstemming. Anders gezegd: de laatmoderne subjectificatie van het individu is depressogeen. LinkedIn: https://www.linkedin.com/in/bert-van-den-bergh-95476526/
DOCUMENT
In dit artikel wordt het spanningsveld tussen uitingsvrijheid en godsdienstvrijheid geschetst. Mag je alles zeggen wat je wil? Bestaat er een recht op kwetsen? Het begon met het boek De Duivelsverzen van Salman Rushdie. Bijna twintig jaar later was er de affaire rond de Mohammed-cartoons in de Deense krant Jyllands Posten. Pim Fortuyn en Theo van Gogh wakkerden met gepeperde uitspraken en felle columns het debat aan. Bijna alle kwesties gingen over de verhouding tussen moslims en niet-moslims. De auteur maakt onderscheid tussen een juridische en een moraliteitsoptiek. Hij meent dat de morele grens daar wordt overschreden waar iemand met een artistieke, literaire of journalistieke uiting doelbewust de intentie heeft om anderen te kwetsen.
DOCUMENT