Diverse onderzoeken hebben aangetoond dat producenten aanzienlijke kosten- en servicevoordelen kunnen behalen door betere samenwerking met logistieke dienstverleners. Daarnaast geven de huidige ontwikkelingen binnen de chemie voldoende aanleiding om de samenwerking op logistiek gebied te verbeteren. Hoewel dit door de praktijk wordt onderkend, wordt het potentieel van logistieke samenwerking tot op heden echter niet verzilverd.
DOCUMENT
De Nederlandse maatschappij staat voor een belangrijke uitdaging. In 2030 moet de CO2-uitstoot met minimaal 49% zijn teruggedrongen en de Nederlandse industrie dient veel meer circulair te werken dan nu het geval is. In 2050 is de industrie circulair en stoot vrijwel geen broeikasgas meer uit. Een hele opgave als je bedenkt dat Nederland volgens de Nieuwe Economie Index nu nog op een score zit van 12.1% wat betreft circulariteit (Van ‘t Klooster et al., 2020). Voor de topsector Logistiek betekent dit dat er kennis en nieuwe concepten ontwikkeld moeten worden om duurzame logistieke oplossingen te realiseren.
LINK
Biohub is een samenwerkingsverband van Flevolandse bedrijven en overheden. De ondernemers zijn bij elkaar gekomen daar zij kansen en mogelijkheden zien voor iets dat nog vaak als ‘probleem’ wordt gezien: agrarisch afval. Afval is een bijproduct dat heel veel kansen biedt (in het vervolg reststromen genoemd). Deze reststromen bevatten namelijk veel onbenutte economische waarde, en dat is natuurlijk zonde. Biohub streeft ernaar om waarde creatie te maximaliseren. Het afgelopen jaar is er onderzoek gedaan naar inhoudsstoffen van de agrari-sche reststromen die deze bedrijven hebben. Ook is onderzoek gedaan naar organisatievormen die passen bij de nieuwe, circulaire business modellen. Hierbij zijn niet alleen bedrijven, overheden en onderzoekers betrokken, ook studenten van zowel Aeres Hogeschool Dronten en Almere als Cibap ontwerpschool Zwolle zijn actief be-trokken in het onderzoek. De tweede fase van het onderzoek zal zich voornamelijk richten op logistieke kwesties, waarbij het van belang is dat de beschikbare middelen (kennis, machines, technieken, ruimte, etc.) van de Biohub bedrijven zo effectief mogelijk worden benut. Belangrijke onderwerpen zijn: bewaarcondities, centrale versus de-centrale verwerking en opslag, eigenaarschap, proces- en product innovatie, nieuwe organisatievormen en haal-baarheid (zowel economisch als technisch). Doelstelling is om vanaf juli 2018 alle Biohub reststromen zo hoog mogelijk te verwaarden. Dit houdt in dat laagwaardige reststromen (bijvoorbeeld rotte producten) gebruikt zullen worden voor het verkrijgen van biopoly-meren. Hoogwaardige reststromen zullen worden gebruikt voor oplossingen binnen de categorie ‘food’. Het gaat hier om agrarische producten die van uitstekende kwaliteit zijn, maar niet worden verkocht in supermarkten (bij-voorbeeld kromme wortelen). Door de brede betrokkenheid van bedrijven, onderwijs, onderzoek en overheid stimuleert en bevorderd Biohub de transitie naar een circulaire economie.
Nederland wil in 2050 een circulaire economie zijn. Een economie zonder afval, waarbij alles draait op herbruikbare grondstoffen. Het zuiniger en slimmer omgaan met grondstoffen is ook voor de textielbranche van belang. De meest gebruikte en bekende hernieuwbare plantaardige grondstof voor de textielindustrie is katoen. De huidige niet-circulaire productie en toepassingen van katoen hebben vergaande negatieve impact op mens en milieu. De gebruikersduur van kleding wordt steeds korter en afgedankte kleding wordt laagwaardig verwerkt om uiteindelijk alsnog te worden verbrand. Zowel het economische als duurzame verbeterpotentieel voor circulair textiel is dan ook enorm. De kwaliteit van katoen vermindert met iedere (mechanische) recyclingstap omdat de vezellengte steeds korter wordt. De uitdaging is om meermaals te recycling waarbij in iedere recyclestap waarde wordt behouden en gecreëerd. Als uiteindelijke stap wordt nagestreefd de grondstof veilig terug te laten keren naar de biosfeer als voedingsmiddel waarna een nieuwe cascade kan beginnen: een kringloop in de vorm van regeneratieve cascades. Om dit te realiseren moet de hele keten samenwerken in een transparant systeem waarbij stakeholders meervoudige waarde in balans ontwikkelen, zodat geen partij in de keten wordt benadeeld. Organisaties worstelen met deze veranderende rollen en zoeken nieuwe bedrijfsmodellen, waarin herstel en volhoudbaarheid boven oneindige groei en uitputting staan. In dit project werken Nederlandse bedrijven (met name MKB) uit de gehele textielketen samen met Indiase bedrijven om de werking van een katoencascade -een regeneratief, circulair systeem van katoenzaad tot worteldoek- te onderzoeken en op te tekenen. Een interdisciplinaire benadering is hierbij cruciaal. De nadruk ligt zowel op onderzoek naar de technische haalbaarheid van de katoenvezel als op de ontwikkeling van collaboratieve bedrijfsmodellen. De geformuleerde onderzoeksvraag luidt: Welke collaboratieve bedrijfsmodellen ontstaan tijdens het ontwerponderzoek die geschikt zijn voor meervoudige waardecreatie in een katoencascade en hoe kunnen die bijdragen aan de verdere ontwikkeling van regeneratieve cascadeprincipes?
Centre of Expertise, part of Hogeschool Rotterdam, Hogeschool Utrecht, Breda University of Applied Sciences, +3