Dit proefschrift behelst een studie bij zeven multinationale bedrijven in het MKB naar de invloed van het waardensysteem van de eigenaar-directeur op inrichting en uitvoering van het bedrijfsstelsel van arbeidsrelaties. De op anderen gerichte waarden van de eigenaar-directeur bepalen de mate waarin zij/hij werknemers als legitieme stakeholders ziet wier belang als doel nagestreefd moet worden omdat hun welzijn door het handelen van het bedrijf beïnvloed wordt. Vanuit op zichzelf gerichte waarden bepaalt de eigenaar-directeur op grond van de macht van werk nemers om de resultaten van het bedrijf te beïnvloeden in hoeverre hij/zij hun belangen moet waarborgen als middel om de bedrijfsresultaten te verbeteren. Voor de ondernemers wordt een goed werkend bedrijfsstelsel van arbeidsrelaties gekenmerkt door een informeel en flexibel organisatieklimaat waarin de bedrijfsverantwoordelijkheid voor een goed arbeidsbestaan tot uitdrukking komt en dat hun concurrentievoordeel bevordert. Mede doordat de vrijheid om het personeelsbeleid naar eigen inzicht in te richten in Nederland gering is door overheidsregulering en collectieve arbeidsovereenkomsten, vinden zij formele, transparante inrichting van dit onderdeel minder belangrijk. Zij willen dan ook het Nederlandse organisatieklimaat in hun buitenlandse vestigingen invoeren terwijl ze het personeelsbeleid aan de daar heersende omstandigheden aanpassen. Hierin zijn zij slechts gedeeltelijk succesvol omdat de basisvoorwaarden – wederzijds vertrouwen en effectieve externe bescherming van werknemers – ontbreken. Werknemers in binnen- en buitenland blijken een informeel op vertrouwen gebaseerd organisatieklimaat te waarderen maar vinden een formele en transparante inrichting van het personeelsbeleid belangrijker. Een maatschappelijk verantwoorde inrichting van het bedrijfsstelsel van arbeidsrelaties wordt dan ook gekenmerkt door een formeel en transparant HR instrumentarium gecombineerd met een informeel en flexibel organisatieklimaat gebaseerd op vertrouwen.
De coronapandemie heeft een enorme impact op het mentale welzijn van de Nederlandse bevolking. Gebaseerd op een grootschalig panelonderzoek (N = 22.696) naar de sociale impact van COVID-19, onderzoekt dit artikel ten eerste welke sociale groepen het meest vatbaar zijn voor de gevolgen van de pandemie op de geestelijke gezondheid. Ten tweede onderzoeken we of sociaal kapitaal bescherming biedt tegen deze gevolgen. We vinden dat de impact van COVID-19 op de geestelijke gezondheid aanzienlijk is en dat deze in de loop van 2020 is toegenomen. Vrouwen, jongeren, respondenten met lage inkomens en/of een slechte zelf ervaren gezondheid, ervaren relatief meer angst en stress als gevolg van de pandemie. We vinden geen verschil tussen respondenten met of zonder migratieachtergrond. Sociaal kapitaal (ontvangen steun, vertrouwen in mensen en in instellingen) heeft het verwachte effect: hoe meer steun en vertrouwen, hoe minder angst en stress. Er is een bemiddelingseffect. Ouderen, respondenten met hoge inkomens en/of een goede gezondheid ervaren minder angst en stress, deels omdat ze meer sociaal kapitaal hebben. Dit is anders voor vrouwen. Zij zouden zelfs meer angst en stress ervaren in vergelijking met mannen, ware het niet dat zij meer sociaal kapitaal hebben. We concluderen dus dat sociaal kapitaal inderdaad enige bescherming biedt tegen de negatieve gevolgen van COVID-19 voor de geestelijke gezondheid.
MULTIFILE
Debates about social theory and social policy are highly fragmented and unclear in subject and direction. A recognised paradigm is failing. Maybe we have to accept that social reality is not to reconstruct in social theory. But we certainly need social theorists and social theories to support citizens, policy makers and social workers in improving social reality. Social reality in post modern societies is to be characterized by problematic relationships among citizens and between citizens and the public sector and by a sharp rise in problematic behaviour. The affluent society has failed to create a more sensitive world where people behave more socially. The dominant social problem is no longer seen from a social economic perspective but from a social cultural one. Social competences and social capital are considerer to be essential assets to cope with life in post modern society. For people weak ties and thin trust are essential to integrate into society. Thick trust and strong ties can bind people to much and cause inflexibility. The current social problem is a matter of designing a social world where relationships and behaviour are fair and reasonable. It asks for an interesting and creative social policy and social work, not too much stressing the problematic issues but encouraging people to trust each other. Current social policy is too much focused on the needs and problems. It has to change into a more expressive social policy, a policy that people challenges to express them and to create new relationships. Social behaviour asks for flexibility and creativity, for being authentic and playing roles. Scientists, policymakers, social workers and citizens are in the same field and have access to the same knowledge.
In dit RAAK-mkb project werken penvoerder Hogeschool van Amsterdam, Kennisinstellingen TU Delft en TNO samen met veertien mkb-ondernemers, drie grootbedrijven, drie brancheorganisaties en vier gebouweigenaren aan het onderzoek naar hoogwaardig hergebruik van vlakglas. Het project heeft als doel de vragen te beantwoorden die de mkb-bedrijven op dit gebied hebben en bij te dragen aan de toepassing van circulaire raambeglazing met 100% hergebruikt vlakglas. Jaarlijks komt er meer dan 90.000 ton glas uit bouw- en sloopafval vrij, dat vooral wordt gedowncycled. Gelijktijdig leidt de benodigde nieuwbouw en verduurzamingsopgave tot meer vraag naar bouwmaterialen. Hergebruik van glas uit ramen is een duurzame oplossing hiervoor. Het energieverbruik, de CO2 voetafdruk en het verminderen van gebruik van nieuwe grondstoffen zijn duurzame gevolgen van hoogwaardig hergebruik. De glasverwerkende bedrijfspartners in deze aanvraag zien bedrijfskansen in het selecteren, opwaarderen en verwerken van gebruikt basis vlakglas tot circulair speciaal vlakglas, maar ervaren uitdagingen om dit technisch en financieel voor elkaar te krijgen. De succesvolle marktintroductie van 50% circulair isolatieglas van onderzoekspartner GSF Glasgroep geeft echter vertrouwen in de verdere ontwikkeling van de ontmantelings- en hergebruikstrategie van isolatieglas. De ingenieurs- en architectenbureaus zien bedrijfskansen in het leveren van geveloplossingen met een lage CO2-voetafdruk, maar hebben geen inzicht in welke soorten circulair glas op korte termijn veilig (her)gebruikt kunnen worden. Alle partners zijn het erover eens dat door gezamenlijk onderzoek de waardepropositie wordt versterkt en daarmee maatschappelijke duurzaamheidsambities worden gerealiseerd. Het onderzoek combineert kennis van glaseigenschappen, productiemogelijkheden en ondernemerschap en concentreert zich op de ontwikkeling van 3 soorten circulair speciaal glas: Gehard vlakglas Gelaagd vlakglas Warmte-isolerend gecoat vlakglas Het onderzoek bestaat uit praktijktesten, laboratoriumtesten en veldonderzoek aangevuld met milieu-analyses en marktconsultaties. Samen met glasverwerkende bedrijven (mkb), ingenieurs/adviesbureaus (mkb), geeft het consortium inzicht in de kansen en risico’s van het circulaire speciaal glas waarmee de mkb-ondernemers duurzame waarde kunnen leveren.
Een goed verlopende bedrijfsopvolging is noodzakelijk voor de toekomst en vitaliteit van de agrarische sector. Deze sector is van groot belang voor ons voedselsysteem en de leefbaarheid van stad en ommeland. Door ruimte te maken voor de nieuwe generatie boeren en tuinders met hun nieuwe inzichten en mogelijkheden voor een duurzame en toekomstbestendig bedrijf dragen wij bij aan de antwoorden op de maatschappelijke vraagstukken die verbonden zijn aan het agrarische bedrijf. Het project vraagt om een integrale aanpak om de hoofdvraag te kunnen beantwoorden: Welke concrete ondersteuning en/of begeleiding hebben agrarische ondernemers en belanghebbenden nodig om vol vertrouwen het proces van bedrijfsovername te doorlopen vanuit het perspectief van op duurzaamheid gerichte transities? De complexiteit zit in de duur van het bedrijfsovername proces en het aantal betrokkenen met verschillende belangen en inzichten. In het onderzoek richten we ons op bedrijfsoverdragers, bedrijfsovernemers, partners en niet overnemende familie en alle indirect betrokken zoals erfbetreders, adviseurs, leveranciers en financierende partijen. Integraal worden 5 inhoudelijke thema’s samengebracht: verdienmodellen, sociaal-emotionele aspecten, competenties en vaardigheden, financieel traject en kennis over en handelingsperspectieven voor de maatschappelijke context. De tools, instrumentaria en methodieken worden integraal en met inzet van Systemisch Co-design getest, gevalideerd, vastgelegd en gepubliceerd om daarmee bij te dragen aan nieuwe kennis, actualisatie van het onderwijs en doorwerking in de praktijk. Het project ‘Bedrijfsovername in Balans’ wordt uitgevoerd met inzet van de innovatieve slagkracht en onderzoekscapaciteit van zeven transdisciplinair samenwerkende hogescholen, het cluster van ervaringsdeskundige mkb-bedrijven, brancheorganisaties en de materiedeskundige klankbordgroep. Het resultaat van het onderzoeksproject is een toolbox voor een integraal handelingsplan met gevalideerde aanpakken, instrumentaria en methodieken die bij een juiste inzet en begeleiding leiden tot een duurzame bedrijfsovername in de agrarische sector. Deze toolbox wordt ook na het project duurzaam doorontwikkeld voor onderwijs, gebruik in het werkveld en door het Kenniscentrum Bedrijfsovername i.o..
Communicatieprofessionals slagen er niet in adequaat om te gaan met beroering in de publieke sfeer, in het bijzonder als deze zich op sociale media afspeelt. Dat onvermogen betaalt zich vaak duur uit want leidt tot grote maatschappelijke problemen (‘issues’), vertrouwensverlies, hoge kosten, grillig beleid en andere onverkwikkelijkheden. Vandaar de behoefte onder professionals dergelijke beroering voor te zijn. Belangrijkste doel van dit project is de ontwikkeling van een leeromgeving die hen daartoe in staat stelt. Het vermogen de beroering op sociale media, voor zover mogelijk, te begrijpen en te beheersen, begint bij inzicht in hoe die beroering tot stand komt, zich ontwikkelt en het beste benaderd kan worden. Cruciaal hierbij is het besef dat men er vroeg bij moet zijn, nog voordat de onrust op sociale media zich tot een issue ontwikkelt. Daarna is het veelal te laat. Vandaar het enorme belang oog te hebben voor de subtiliteit en complexiteit van taal. Immers heel vaak staat er niet wat er staat of zegt men niet wat men bedoelt. Maar het herkennen van de juiste bedoeling is een buitengewoon lastig proces dat via traditionele vormen van monitoring veelal onvoldoende tot stand komt. Voor een adequate omgang met potentiële issues zou dat echter wel moeten. De mogelijkheden daartoe maken de kern uit van de in dit project voorgestelde vorm van discoursanalyse en daarop gebaseerde leeromgeving. Voor zowel die discoursanalyse als de leeromgeving wordt gebruik gemaakt van AI technieken. Die technieken maken de leeromgeving ‘smart’, dat wil zeggen vol mogelijkheden tot interactie, automatische feedback, visualisaties en geavanceerde vormen van kennisverwerving. AI technieken worden in dit project ook ingezet bij het doen van discoursanalyse. Deels gebeurt dat door de communicatieprofessional zelf, tijdens het leerproces. Al doende leert hij niet alleen over het publiek debat maar draagt ook bij aan kennis en analyse daarvan.