Learning communities worden gezien als een effectieve manier om gezamenlijk te leren en ontwikkelen, werken, innoveren en te onderzoeken. Een manier die mensen verbindt die graag willen leren, ontwikkelen en werken over grenzen van hun organisatie en discipline, en aan een gezamenlijk doel. Het is meer dan af en toe samen komen en met elkaar en van gedachten wisselen, en kan bijdragen aan duurzame inzetbaarheid, persoonlijke ontwikkeling en groei. Maar hoe ziet dat er dan uit? In deze publicatie worden de belangrijkste bouwstenen en handvatten voor een krachtige learning community besproken, en verder toegelicht aan de hand van vier praktijkvoorbeelden: 1) Gas Erop! Learning communities in organisaties, 2) H2Hub Twente - Een learning community tussen meerdere organisaties, 3) Smart Solutions Semester - Een learning community in het onderwijs, en 4) Learning Communities bij HealthTech in Society. Over hoe deze learning communities zijn ontstaan en vormgegeven, hoe zijn gegroeid en wat ze hebben opgeleverd.
MULTIFILE
In de laatste decennia kunnen we internationaal een trend waarnemen tot vergroting van de autonomie van scholen, gepaard gaand aan decentralisatie. Scholen krijgen meer beleidsruimte, moeten meer eigen keuzes maken en moeten verantwoording afleggen over behaalde resultaten (accountability). Schoolleiders krijgen meer verantwoordelijkheid voor de onderwijskwaliteit, voor de effectiviteit van de school. De noodzaak hiervoor ligt in maatschappelijke ontwikkelingen. De betekenis van kennis is door de snelle ontwikkelingen en de komst van ICT en Internet sterk veranderd. Ook de jeugd is veranderd. Dit vraagt om andere wijzen van leren, tegenwoordig het nieuwe leren genoemd. Scholen zullen moeten inspelen op deze veranderingen en op nieuwe inzichten m.b.t. kennis en didactiek. Scholen zijn tegenwoordig dus voortdurend in ontwikkeling. Veel van de onderwijsvernieuwingen worden echter van bovenaf geïnitieerd door overheid en schoolleidingen. Dit heeft kritiek bij leraren opgeroepen: ze zouden als professionals te weinig ruimte krijgen om sturing te geven aan hun eigen beroepskwaliteit en hun eigen leren. Zij zouden het eigenaarschap met betrekking tot het onderwijs en de eigen professionele kwaliteit steeds meer kwijtraken (Snoek & Krüger, 2007). Dit tezamen heeft internationaal geleid tot het idee om professionele leergemeenschappen te creëren in scholen. Scholen ontwikkelen een cultuur die niet alleen gericht is op het leren van de leerlingen, maar waarin iedereen leert en waarbinnen het vanzelfsprekend is om kritisch te kijken naar de kwaliteit en de effectiviteit van het handelen. Dit vergt een onderzoekende cultuur in scholen, waarbij de ruimte van leraren voor het richting geven aan de onderwijsvernieuwingen in de school wordt gerespecteerd en vergroot (Krüger, 2007). De schoolleider heeft een expliciete rol gekregen in het op gang brengen en in stand houden van schoolontwikkeling en dus in het creëren van een onderzoekende cultuur in de school. Dit vraagt om nieuwe vormen van leiderschap. Het lectoraat ‘leren en innoveren’ van de Hogeschool van Amsterdam speelt in op de recente ontwikkelingen die hierboven zijn beschreven. Voor de kenniskring is de wijze waarop leraren leren en hoe dat leren tot stand komt belangrijke kennis. Hoofdvraag in de kenniskring is immers: hoe kunnen leraren competenter worden in veranderen? Met andere woorden: hoe kan hun professionele leren leiden tot een vergroting van hun veranderingscapaciteit? Leraren zullen weer meer eigenaar moeten worden van hun onderwijspraktijk en van hun eigen beroepskwaliteit. In de loop der jaren is daarom binnen het lectoraat de aandacht toegenomen voor een onderzoekende houding bij leraren teneinde veranderprocessen op gang te brengen en te onderbouwen met evidenties. Ook de vraag welke rol schoolleiders daarin spelen is daarbij aan de orde. Het kenniskringonderzoek waarvan hier het eindrapport voorligt, richt zich op de vraag naar de invloed van schoolleiderschap op het bevorderen van onderzoeksmatig handelen van leraren. Hoe kunnen schoolleiders een onderzoekende cultuur stimuleren, het eigenaarschap van leraren vergroten en de professionalisering in de school koppelen aan schoolontwikkeling?