Media4ME Intercultureel is een samenwerkingsverband tussen stichting Mira Media, het eSociety Instituut van De Haagse Hogeschool en PDC.Media4ME heeft als doel actief burgerschap, interculturele dialoog en sociale cohesie op wijk- en lokaal niveau te stimuleren, door het bevorderen van een samenhangend geheel van interculturele sociale media en ICT – tools. De opzet van Media4ME Intercultureel is om in Amsterdam Nieuw -West en Overvecht (Utrecht)interculturele sociale en andere media in te zetten ter verbetering van de kwaliteit van het leven in de wijk. Het doel van onderhavig onderzoek is om wijkmedia beter te gebruiken om zo bij te dragen aan de kwaliteit van het leven voor bewoners en de wijk. Voor dit onderzoek is gesproken met wijkprofessionals en bewoners in de twee wijken. In deze publicatie laat het eSociety Instituut zien wat het effect van de inzet van wijkmediaprojecten is op het mediagebruik van professionals en van bewoners ten behoeve van sociale doeleinden. Dit kan wijken helpen in hun aanpak met betrekking tot het gebruik van wijkmedia. De analyse van de gesprekken heeft geleid tot de volgende conclusies: • Professionals en bewoners zijn positief over het gebruik van media ten behoeve van sociale doeleinden. • Professionals hebben normale reserves over techniek, doelgroep, organisatie en zichzelf. • De trainingen en activiteiten van Media4ME worden door de deelnemers als succesvol ervaren. • Het gebruik van sociale en andere media dragen positief bij aan de kwaliteit van het leven van bewoners
Geen samenvatting beschikbaar
Inleiding voor de bundel Het lectoraat Media, Cultuur en Burgerschap heeft in de periode 2011-2013 onderzoek gedaan naar poppodia en theaters in een samenwerking met de Inholland lectoraten City Marketing en Leisure Management en Media Business en met de brancheverenigingen Vereniging Schouwburg- en Concertgebouwdirecties (VSCD) en de Vereniging van Nederlandse Poppodia en -Festivals (VNPF). Hierbij waren docenten en studenten van diverse opleidingen betrokken (o.a. VTM, Com, MEM & IMM) en het project werd gefinancierd uit een SIA-Raak subsidie (Podium voor de Podiumdirecteuren 2011-2013). Doel van het onderzoek was om de podia te ondersteunen in hun voortdurende vraag naar het verhogen van het culturele en financiële rendement, daarbij de nadruk leggend op de return on investment, in het bijzonder via vernieuwende wegen en middelen. Een van de eindproducten van dit onderzoeksproject is een website, www.podiumpower.nl , die in samenwerking met de Waag Society en het studenten leerwerkbedrijf GNR8 is ontworpen. Inleiding Podiumdirecteuren zitten in een lastig parket: door bezuinigingen en de economische crisis is een daling te zien in de inkomsten van poppodia in Nederland. Overheden snijden in subsidies terwijl tegelijkertijd de publieksinkomsten dalen (VNPF, 2013). Drie lectoraten van Inholland hebben onderzoek uitgevoerd met als doel advies te geven aan podiumdirecteuren over de toegevoegde sociaal-culturele waarde van cultuurcentra voor de podiumkunsten waardoor ze hun podia (waaronder theaters, concertzalen en poppodia) effectiever kunnen verankeren. De podiumdirecteuren zullen in hun exploitatie recht moeten doen aan commerciële eisen, zonder in te leveren op hun artistieke en culturele visie en missie. Dit gezamenlijke onderzoekproject is opgesplitst in meerdere deelonderzoeken. Zo is er onder andere onderzoek gedaan naar marketing accountability, cultuureducatie, nieuwe businessmodellen, publieksegmentatie en sociale media. In dit artikel wordt een kwantitatief deelonderzoek beschreven waarin wij gericht hebben op de vraag of er een samenhang is tussen enerzijds de voorkeuren van bezoekers van poppodia met betrekking tot de frequentie van podiumbezoek, mediagebruik, activiteit op sociale mediaplatforms en informatiebehoefte en anderzijds de voorkeur voor een bepaald muziekgenre. Waarmee moeten podiumdirecteuren rekening houden als ze sociale media willen inzetten als onderdeel van het strategisch marketingcommunicatiebeleid van hun poppodium? Het publiek is de belangrijkste stakeholder voor de inkomsten van poppodia, maar er is natuurlijk niet één publiek. Met name regionale poppodia bedienen een breed gemêleerd publiek: van tieners tot vijftigers, van houseliefhebbers tot rockers, van bezoekers die zelf actief op zoek gaan naar informatie tot mensen die wachten tot informatie naar hen toe komt en van vaste bezoekers die geregeld het podium bezoeken tot incidentele bezoekers die slechts af en toe, of zelfs maar één keer het podium bezoeken (zie ook Hermes en Borghuis, 2013).
Verschillende onderzoeken laten een verband zien tussen de toegenomen keuzemogelijkheden om online gebruik te maken van alternatieve nieuwsbronnen en wantrouwen tegenover de journalistiek. Ondanks dat alternatief mediagebruik geen nieuw fenomeen is weten we nog heel weinig over de nieuwsgebruikers van deze media.
Het verzamelen, interpreteren en produceren van informatie met multimedia (tekst gecombineerd met afbeeldingen) is een belangrijke vaardigheid die studenten zich eigen moeten maken. Met name in het natuurwetenschappelijk onderwijs, zoals Biologie (de context van dit onderzoek), spelen afbeeldingen en diagrammen een steeds belangrijkere rol. Het gegeven dat studenten meer leren van de combinatie van tekst en afbeeldingen dan van enkel afbeeldingen of enkel tekst, wordt het multimedia-effect genoemd. Waar veel onderzoek zich richt op het multimedia-effect bij leren, is er relatief weinig bekend over de effecten van multimediagebruik in toetsen. Een meta-analyse uit 2019 laat een overall positief effect zien op de nauwkeurigheid van de antwoorden van studenten (response accuracy). Echter, de resultaten van empirische studies lopen onderling sterk uiteen. De invloed van multimedia in toetsitems wordt significant beïnvloed door de functionaliteit van de afbeelding in een toetsitem. Mogelijk dat afbeeldingen in feedback die een student ontvangt na het maken van een item ook invloed hebben op het leereffect van de feedback. Diepgaand onderzoek naar het multimedia-effect in de toetsitems en de feedback kan de validiteit en effectiviteit van toetsen verhogen. Een within-group design waarbij enkel de functionaliteit van de afbeelding wordt onderzocht en andere moderators zo goed mogelijk gelijk worden gehouden ontbreekt tot op heden. Een mogelijk multimedia-effect bij feedback is nog nauwelijks onderzocht. Dit project richt zich op bovenstaande hiaten in de onderzoeksdata om zo te komen tot richtlijnen voor de itemconstructeurs bij multimediagebruik in toetsitems en voor studenten bij het beantwoorden van items. Hiervoor zullen drie experimentele onderzoeken in de context van de lerarenopleiding Biologie opgezet worden. In elke studie zal gevarieerd worden met de functionaliteit van afbeeldingen in de toetsitems en de feedback. De effecten ten aanzien van prestaties en cognitieve belasting worden gemeten met eye-tracking, toetsen en thinking aloud protocollen.
Op scholen en in het jongerenwerk wordt handelingsverlegenheid ervaren als het gaat over het online mediagebruik van jongeren en van kinderen. Jongerenprofessionals (schoolleiders, docenten en jongerenwerkers) werkzaam bij basisschool ABBS ‘t Podium en het JIP (Jongeren Informatie Punt) in Amsterdam vragen om hulp bij het ontwikkelen van een intercultureel mediawijsheidprotocol en bijpassend materiaal voor hun etnisch en cultureel diverse leerlingen respectievelijk cliëntengroep. Hoe ga je om met pesten, met sexting en seksuele chantage, met ruzie, haat en discriminatie? Een dergelijk protocol bestaat nog niet. Het moet handvatten bieden voor omgaan met online mediagebruik van kinderen en jongeren en voorsorteren op mogelijke problemen. Het samennemen van beide leeftijdsgroepen (kinderen tot 12 en jongeren vanaf 12) is nodig om de ontwikkeling van patronen in ongewenst mediagebruik tijdig te identificeren en te benoemen. Dit project beoogt samen met deze jongerenprofessionals in een co-creatieproces concrete beroepsproducten te ontwerpen om handelingsverlegenheid met betrekking tot excessief online gedrag op te heffen. In het co-creatieproces worden ook kennisleveranciers Mira Media, Duidingsdienst, NJi en Dialogue Hunters betrokken. Zij brengen kennis en ervaring in van (interculturele) mediaopvoeding en mediapraktijken, en dialogisch handelen.