The percentage of overweight children in The Netherlands is rising. In 2020, 18.5% of children between 2-25 years old were overweight (Centraal Bureau voor de Statistiek, 2022). From the perspective of the healthcare professionals, long periods between consultations could be used more efficiently and effectively to help these children develop healthier eating patterns and physical activity habits and reach a healthier weight.
LINK
Early mobilisation after abdominal surgery is necessary to avoid complications and increase recovery. However, due to a variety of factors, failure of early mobilisation is seen in clinical practice. The aim of this study is to investigate the perspectives of nurses and patients of the Haaglanden Medical Center (HMC) how to increase mobilisation frequency after colorectal surgery in the oncological surgery ward. This explorative study employed qualitative data collection and analysis by means of semi-structured interviews with patients and nurses. Patients were included when they had a colorectal resection, were older than 18 years and spoke Dutch. The interviews were audiotaped and verbatum transcribed. A thematic content analysis was performed. It was concluded that mobilisation can be increased when it is incorporated in daily care activities and family support during visiting hours. Appropriate information about mobilisation and physical activity is needed for nurses, patients and family and the hospital environment should stimulate mobilisation.
Ambient activity monitoring systems produce large amounts of data, which can be used for health monitoring. The problem is that patterns in this data reflecting health status are not identified yet. In this paper the possibility is explored of predicting the functional health status (the motor score of AMPS = Assessment of Motor and Process Skills) of a person from data of binary ambient sensors. Data is collected of five independently living elderly people. Based on expert knowledge, features are extracted from the sensor data and several subsets are selected. We use standard linear regression and Gaussian processes for mapping the features to the functional status and predict the status of a test person using a leave-oneperson-out cross validation. The results show that Gaussian processes perform better than the linear regression model, and that both models perform better with the basic feature set than with location or transition based features. Some suggestions are provided for better feature extraction and selection for the purpose of health monitoring. These results indicate that automated functional health assessment is possible, but some challenges lie ahead. The most important challenge is eliciting expert knowledge and translating that into quantifiable features.
Inzet van zorgtechnologie is veelbelovend om zorg toegankelijk, betaalbaar en bemensbaar te houden met verbeterde kwaliteit en daarmee uitkomsten van de revalidatie mits blended ingezet. Echter in de revalidatiepraktijk blijft implementatie en borging van een blended werkwijze achter. Professionals geven aan zich onvoldoende bekwaam te voelen om blended revalidatiezorg te kunnen bieden, terwijl ze wel de potentie hiervan inzien. Om blended te gaan werken hebben professionals niet alleen andere competenties nodig. Het vraagt een gedragsmatige ondersteuning om blended revalidatiezorg te kunnen bieden door een andere manier van professioneel handelen. Teneinde dit probleem op te lossen wordt de onderzoeksvraag gesteld: “Hoe ziet een in co-creatie ontwikkelde methodiek om professionals in de revalidatiezorg te ondersteunen in het aanpassen van het professioneel handelen voor het bieden van blended revalidatiebehandelingen eruit? En wat is de haalbaarheid en bruikbaarheid in de dagelijkse zorgpraktijk? “ In dit project “BARBAPAPA” werken de Medical Delta Living Labs Blended rehabilitation en Technologische implementatie met Positieve Impact op de Zorg, in co-creatie met revalidatieprofessionals van Omring, Pieter van Foreest en Basalt aan een duurzame ondersteuning aan revalidatieprofessionals in het kunnen bieden van blended revalidatiebehandelingen. Om de onderzoeksvraag te beantwoorden wordt gebruik gemaakt van ontwerpgericht onderzoek met co-creatie. Hierbij wordt een passend ontwerp opgeleverd, waarbij de revalidatieprofessionals, revalidanten, naasten, managers, opleidingen en experts actief participeren. De eerste fase (problem-finding) richt zich op wat er ontwikkeld gaat worden, aan de hand van stakeholdermapping, best-practices, en het opstellen van een plan van eisen en wensen. De tweede fase (solution-finding) richt zich op het ontwikkelen van de methodiek, door middel van co-creatie ontwerpsessies. In deze fase wordt een concept ontwikkeld dat in de praktijk getest en geëvalueerd gaat worden en doorontwikkeld tot een definitieve methodiek. In beide fasen en in elke stap wordt de praktijk betrokken door middel van focusgroepen, groepsbijeenkomsten en expert raadpleging.
Jongeren met chronische aandoeningen worden vaak geconfronteerd met problemen in het dagelijks functioneren, waarbij vermoeidheid wordt genoemd als het meest invaliderend. De prevalentie van vermoeidheid onder jongeren met chronische aandoeningen varieert tussen de 51-75%. Vermoeidheid kan onafhankelijk ontstaan van het onderliggende pathologisch mechanisme; uit literatuur blijkt dat ziekte-specifieke benaderingen weinig of nauwelijks effect hebben op vermoeidheid. Vermoeidheid wordt bovendien te laat opgemerkt of blijft onbehandeld. Inzicht in de ziekte-overstijgende mechanismen van vermoeidheid is van belang om vroegtijdig opsporen en de ontwikkeling van passende interventies te faciliteren. Dit postdoc onderzoek richt zich op het ontrafelen van ziekte-overstijgende mechanismen van vermoeidheid vanuit het perspectief van jongeren, het gezin en de fysieke en sociale leefomgeving. Binnen een longitudinale cohortstudie gedurende 12 maanden worden 208 jongeren met verschillende chronische aandoeningen gemonitord. Naast traditionele onderzoeksmethodieken zoals vragenlijsten en fysieke testen, wordt gebruik gemaakt van remote sensoring, linked data en context mapping (=kwalitatieve methode). Studenten die participeren in het onderzoek zullen de mogelijkheden en beperkingen van zulke methoden ervaren. Dit kan o.a. bijdragen aan het integreren van zorgtechnologie in het dagelijks (kinder)fysiotherapeutisch handelen. We ontwikkelen een theoretisch raamwerk dat de basis legt voor betere vroegdetectie (op afstand en non-invasief) van vermoeidheid en voor het identificeren van mogelijke aangrijpingspunten voor behandeling (doelstelling 1 en 2). Verder draagt het postdoc onderzoek bij aan een beter inzicht in de rol van de sociale en fysieke leefomgeving bij de maatschappelijke participatie van jongeren met chronische aandoeningen (doelstelling 3). Studenten zullen in veldwerk ter plaatse metingen doen, de leefsituatie verkennen en samen met zorgprofessionals en docenten hun klinische blik verrijken. Doordat zij daadwerkelijk in de leefomgeving van jongeren zelf aanwezig zijn kan dit bijdragen aan bewustzijn over de rol van verschillende sociale en fysieke factoren op vermoeidheid en op de maatschappelijke participatie van jongeren met uiteenlopende chronische aandoeningen.
Angst voor traplopen van ouderen beperkt de mobiliteit in en rondom het huis, reduceert zelfredzaamheid en daarmee de kwaliteit van leven. Voor deze doelgroep is een low-tech pro-duct bedacht waarmee de gebruikers hun zelfstandigheid, stabiliteit en conform tijdens het trap-lopen terugwinnen. In samenwerking met de HHS (onderzoeksplatform kwaliteit van leven: Mens en Technologie) en het Medical Delta Living Lab Rehabilitation Technology is dit product daad-werkelijk te realiseren. Door middel van subsidiëring kunnen er technische en economische haal-baarheidsstudies plaatsvinden en uiteindelijk ook de productie van een Minimum Viable Product (MVP). NB: Bezwaar publicatie samenvatting op website SIA Op dit moment is een octrooiaanvraag in voorbereiding; graag tot nader bericht geen openbaring van de samenvatting gedurende 2018.