Het lectoraat Methodologie van Praktijkgericht Onderzoek bestudeert het praktijkgerichte onderzoek aan hogescholen en het onderwijs in onderzoek. Hiermee probeert het een bijdrage te leveren aan de verdere professionalisering daarvan. Een belangrijk aspect hierbij is het in kaart brengen van de meerwaarde van praktijkgericht onderzoek. In de politieke discussie over wetenschapsbeoefening in Nederland en de rol van het hbo daarin is het van belang dat we laten zien op welke manieren ons onderzoek bijdraagt aan de samen - leving. Als we in acht nemen dat praktijkgericht onderzoek altijd plaatsvindt midden in de complexiteit van maatschappelijke kwesties en dat dit via allerlei wegen waarde kan hebben, rijst de vraag: hoe breng je die meerwaarde op een zinvolle manier in kaart? In deze bijdrage laat ik zien dat praktijkgericht onderzoek voornamelijk plaatsvindt middenin complexe maatschappelijke vraagstukken en dat daarom traditionele manieren om meerwaarde aan te tonen, zoals het tellen van het aantal publicaties, niet werkt. Ik introduceer het begrip ‘doorwerking’ om de maatschappelijke meerwaarde te duiden en geef een manier om deze doorwerking in kaart te brengen zoals wij die binnen het Kenniscentrum Leren en Innoveren van Hogeschool Utrecht toepassen.
In onderwijs- en arbeidsorganisaties bestaan grote problemen op het gebied van loopbaanontwikkeling. Veel scholieren en studenten vallen uit of switchen vroeg of vaak van opleiding. Veel arbeidsrelaties zijn voor werknemer of werkgever onbevredigend, maar duren toch voort. Uit onderzoek blijkt dat goede loopbaanbegeleiding helpt om dergelijke problemen te voorkomen of op te lossen. Hoewel hiermee in materiële en immateriële zin veel te verdienen valt, is goede loopbaanbegeleiding zeldzaam. Hoe komt dit? Er zijn de laatste jaren in het beroepsonderwijs grote investeringen in studieloopbaanbegeleiding gedaan. Waarom leveren deze inspanningen niet meer op? Waarom wordt in arbeidsorganisaties niet meer aan loopbaanbegeleiding gedaan? Hoe kan het beter? Dit zijn enkele van de vragen die in deze oratie aan de orde komen. Voor een deel wordt de stagnatie verklaard door de versnippering van het vakgebied. Daarnaast speelt het voortbestaan van hardnekkige, inadequate, maar dominante beelden een rol, zoals het beeld van 'de goede keuze', die het individu moet maken door informatie te verzamelen en na te denken. Wat is daar misleidend aan? Wat zijn de consequenties? Hoe kunnen we dit beeld bijstellen? Onder meer de risico's van reflectie komen aan de orde.
Onderwijsvernieuwingen zijn vaak weinig succesvol. De reden is vaak onduidelijk. “We weten weinig over waarom iets wel of niet werkt”, stelt dr. Kristin Vanlommel, lector Organiseren van Verandering in Onderwijs bij Hogeschool Utrecht. Ondersteuning, monitoring en professionalisering kunnen volgens haar leiden tot minder veranderen maar wel met meer succes.