Stricter environmental policies, increased energy prices and depletion of resources are forcing industries to look for bio-based and low carbon footprint products. For industries, flax is interesting resource since it is light, strong, environmental friendly and renewable. From flax plant to fiber products involves biochemical and mechanical processes. Moreover, production and processing costs have to compete with other products, like petroleum based materials. This research focusses on sustainable process improvement from flax plant to fiber production. Flax retting is a biological process at which mainly pectin is removed. Without retting, the desired fibre remains attached to the wooden core of the flax stem. As a result, the flax fibres cannot be gained, or have a lows quality. After retting, the fibers are released from the wooden core. Furthermore, machines have been introduced in the flax production process, but the best quality fibers are still produced manually. Due to the high labor intensity the process is too expensive and the process needs to be economical optimized. Since the retting process determines all other downstream processes, retting is the first step to focus on. Lab-scale experiments were performed to investigate the retting process. Factors that were researched were low cost processing conditions like, temperature, pH, dew retting and water retting. The retting rate was low, around three weeks for complete retting. The best retting conditions were at 20°C with water and any addition of chemicals. The process could be shortened to two weeks by recycling the water phase. In a scale-up experiment, a rotating drum was used at the optimal conditions from the lab-experiment (20°C and water). First the flax did not mix with the water content in the rotating drum. The flax was too rigid and did not tumble. Therefore, bundles of flax plants were used. The inner core of the bundle seemed to be protected and the retting rate was less compared to the flax on the surface of the flax bundle. This implies that mechanical impact increased retting in the rotating drum, however heterogeneous retting should be avoided. To overcome the heterogeneous retting problem, a water column was used to improve heterogeneous retting. Retting was performed in a water column and mixing was accomplished by bubbling air. As a result of the mixing, the flax bundle was retted homogenously. And after drying, it was possible to separate the fibers from the wooden flax core. Retting with a bubble column can overcome this problem and seems to be a usable retting process step. Water samples of the lab-scale experiments, the rotating drum and the bubble column showed a chemical oxygen demand (COD) content up to 4 g/L. Overall, 1 kg Flax resulted in 40 g COD. This indicates the possibility to produce biogas that can be used for generating heat and electricity, to make the process sustainable. Around 50% of the weight consists of wooden shives. The shives can be used for pyrolysis and it was possible to produce around 30% coal and 20% oil. These compounds can be used as building blocks, but also to generate heat and electricity. Heat and electricity can be used for the flax processing. Shives were only dried for 1 day at 105°C and slow pyrolysis was used. This indicates that a higher yield can be expected at fast pyrolysis. Overall, the reported implicates that quality fiber production from flax plant can be a feasible, sustainable and a renewable production process. Feasibility of the process can be obtained by, (1) retting at low-cost process conditions of 20°C and using water without any addition of chemicals, (2) with increased flax retting rate by recycling water, (3) with increased flax retting rate by introducing mixing forces, and the ability to lower the energy consumption of the overall process, (4) producing biogas from the COD with anaerobic digestion and (5) producing pyrolysis oil and pyrolysis c
MULTIFILE
The carbon sink capacity of tropical forests is substantially affected by tree mortality. However, the main drivers of tropical tree death remain largely unknown. Here we present a pan-Amazonian assessment of how and why trees die, analysing over 120,000 trees representing > 3800 species from 189 long-term RAINFOR forest plots. While tree mortality rates vary greatly Amazon-wide, on average trees are as likely to die standing as they are broken or uprooted—modes of death with different ecological consequences. Species-level growth rate is the single most important predictor of tree death in Amazonia, with faster growing species being at higher risk. Within species, however, the slowest-growing trees are at greatest risk while the effect of tree size varies across the basin. In the driest Amazonian region species-level bioclimatic distributional patterns also predict the risk of death, suggesting that these forests are experiencing climatic conditions beyond their adaptative limits.These results provide not only a holistic pan-Amazonian picture of tree death but largescale evidence for the overarching importance of the growth–survival trade-off in driving tropical tree mortality.
MULTIFILE
Aanleiding Sinds kort nemen zorgprofessionals en onderzoekers in Nederland initiatieven om mensen met een licht verstandelijke beperking (LVB) zo lang mogelijk te laten functioneren in de eigen thuissituatie. Een manier om dit te doen is de inzet van zogenoemde Functional Assertive Community Treatment (FACT) teams. Deze teams gebruiken voornamelijk verbale interventies. Maar mensen met een LVB hebben moeite met het verwerken van verbale informatie. Vaktherapie kan juist met non-verbale en ervaringsgerichte methodieken goed aansluiten bij deze groep. Dit innovatieprogramma richt zich op de vraag van vaktherapeuten hoe en in welke vorm zij, in of rondom FACT LVB-teams, mensen met een LVB kunnen helpen. Doelstelling Het doel van de deelnemers aan het project is de zorg en ondersteuning van mensen met een LVB in de eigen thuissituatie (buurt/wijk) te verbeteren. Liefst zodanig dat deze mensen minder vaak hoeven te worden (her)opgenomen in een behandelcentrum. Het doel van het project is om de meerwaarde vast te stellen van de inzet van vaktherapie in of rondom FACT LVB teams bij het realiseren van deze ambitie. Het project is gefaseerd opgebouwd. In de eerste fase worden de vaktherapeutische behandelvormen bepaald. Vervolgens worden efficiënte interprofessionele werkwijzen en een vaktherapeutische behandel- & ondersteuningsroute vastgesteld, en ten slotte wordt het project geëvalueerd. Beoogde resultaten Het project biedt resulteert in een handreiking voor professionals om interprofessioneel samen te werken in de wijk voor mensen met LVB. Binnen het onderwijs levert het project een bijdrage aan een minor 'Wijkgerichte zorg & ondersteuning'. Het biedt een leerwerkplaats LVB voor studenten vaktherapie en aanpalende gebieden. De handreiking wordt geïmplementeerd in de opleidingen die opleiden tot vaktherapeut. Zogenaamde 'battles', waarin interprofessioneel samenwerken aan problemen vanuit de praktijk en het beste idee bekroond wordt met een stimuleringsprijs, zorgen voor verdere ontwikkeling. Publicaties in vakliteratuur zorgen voor verspreiding van de projectresultaten. De deelnemers aan het project zullen aansluiting zoeken bij symposia - regionaal, nationaal en internationaal - en bijeenkomsten buiten en binnen het netwerk om de resultaten aan een breed publiek te presenteren.
INLEIDING: De Hogeschool Utrecht heeft op basis van praktijkgericht onderzoek een innovatief modulair bouwconcept (#SELFIECIENT) ontwikkeld. Met diverse gestandaardiseerde modulaire bouwdelen van #SELFIECIENT kan eenvoudig een bouwgevel worden samengesteld, en daarmee een gehele woning. Met behulp van deze SIA RAAK TAKE OFF subsidie wordt dit concept nu door enkele ondernemende studenten omgezet naar een marktwaardig product. HET PROBLEEM: #SELFIECIENT tackelt drie belangrijke uitdagingen in de huidige bouwsector / gebouwde omgeving op een nieuwe en innovatieve wijze, te weten 1) de ontwikkeling van circulaire en klimaat neutrale woningen, 2) de ontwikkeling van betaalbare woningen en 3) de ontwikkeling van flexibele / adaptieve woningen. DE OPLOSSING: De oplossing voor bovengenoemde uitdagingen ligt in het industrieel vervaardigen van modulaire bouwdelen op basis van circulaire materialen, die de realisatie van een comfortabele, betaalbare, klimaat neutrale en adaptieve woning garanderen = #SELFIECIENT. DE INNOVATIE: De modulaire bouwdelen van #SELFIECIENT hebben de volgende innovatieve eigenschappen. 1) Revolutionair is het ontwikkelen van geïntegreerde multifunctionele bouwdelen die in diverse marktsegmenten toegepast kunnen worden; 2) Schaalbaarheid door middel van (open source) standaardisatie en de mogelijkheid van hergebruik. 3) Industrialisatie van het productieproces van de modulaire bouwgevels waardoor goedkoop en milieuvriendelijke kan worden geproduceerd; 4) Vanuit externe industrieën zoals o.a. de ICT en duurzame energie sector ontstaan nieuwe producten die kunnen worden geïntegreerd in woning en die leiden tot nieuwe businesscases en exploitatie modellen. Voorbeelden zijn gedistribueerde IT-servers en lokale accu opslag systemen. MARKTANALYSE / VERDIENMODEL: De modulaire bouw elementen kennen een brede toepasbaarheid, waardoor er een groot marktpotentieel is. Voorbeelden zijn woningrenovatie, nieuwbouw, de toenemende vraag naar levensloopbestendige woningen, woningen voor vluchtelingen, en renovatie van kantoorpanden. Slechts een miniem marktaandeel in de renovatie of nieuwbouw betekent al een omzet van meer dan miljoenen euro’s. Er zijn zover bekend geen andere aanbieders van gelijksoortige producten op de markt. Het te verwachten verdienmodel is gebaseerd op de verkoop van de modulaire bouwdelen of een leen/lease exploitatie van de modulaire bouwdelen. DOEL VAN HET PROJECT / BUDGET (39900€): Het doel van het project is drieledig: 1) het uitwerken van het ontwerp van de modulaire bouwdelen op basis van eerdere ontwerpen en ideeën uit praktijkgericht onderzoek (14960€); 2) het maken van een proof-of-principle van het modulaire bouwdeel (13320€); 3) het uitvoeren van een haalbaarheidsstudie (8560€); en 4) het versterken van de entrepreneurial skills (3060€.). PROJECT TEAM: Een sterk team is gevormd om dit modulaire bouwconcept door te zetten naar een bijzonder bedrijf. Het team bestaat uit 3 ondernemende studenten, onderzoekers en lectoren verbonden aan het lectoraat Nieuwe Energie in de Stad, docenten van de opleiding werktuigbouwkunde en bouwkunde, en een ervaren entrepreneur. De studenten zijn al vroeg tijden hun opleiding gespot als bijzonder initiatiefrijk, gedreven en ondernemende studenten. Het studententeam bestaat uit een goede mix van werktuigbouwkunde, bouwkunde en technische bedrijfskunde.
Betonprinten biedt veel nieuwe mogelijkheden op het gebied van productie en materiaal, maar vraagt van het MKB en startups flinke investeringen in kennis en middelen om er mee aan de slag te gaan. Met name slicer software, dat 3D modellen omzet naar printercode, vormt een bottleneck omdat deze alleen commercieel en printer-specifiek verkrijgbaar zijn. Saxion, Vertico en White Lioness willen in dit project de haalbaarheid van gratis open source slicer software die als cloud dienst wordt aangeboden onderzoeken. Deze oplossing maakt betonprinten bereikbaar voor meer innovatieve toepassingen vanuit MKB en startups, en vormt een platform voor het verzamelen en delen van kennis op het gebied van betonprinten.