Omdat het aanbod van elektrische bestelwagens en vrachtauto’s snel toeneemt ligt voor ondernemers het elektrificeren van het goederenvervoer van en naar de stad voor de hand. Maar die stap roept ook allerlei vragen op: Hoe kunnen transporteurs hun werk doen met elektrische voertuigen die regelmatig opgeladen moeten worden? Welke aanpak geeft de laagste kostprijs? Waar, wanneer en hoe snel gaan bestelwagens en vrachtwagens laden, en wat vraagt dat van het elektriciteitsnet?In opdracht van de Topsector Logistiek hebben Buck Consultants, CE Delft, Districon, de Hogeschool van Amsterdam, Panteia en TNO concreet uitgewerkt hoe elektrische stadslogistiek in de praktijk uitgevoerd zal worden. De regio Groot Amsterdam is als voorbeeld genomen. CE Delft heeft, gebaseerd op maatwerkdata van CBS over bestel- en vrachtwagens die de milieuzone Amsterdam bezoeken, berekend op welke locaties er een laadvraag verwacht kan worden. Hiervoor is de energiebehoefte ruimtelijk toegedeeld op postcode 4-niveau binnen COROP Groot-Amsterdam. Op basis van CBS-data over standplaatsen en herkomst en bestemmingsdata), en op basis van herkomst-bestemmingsdata uit het VENOM-verkeersmodel, wordt de impact op het elektriciteitsnet, het aantal benodigde laadpalen en de impact op de ruimte besproken. De optelling van al die individuele keuzes levert inzicht op waar, wanneer en hoe snel er geladen gaat worden. Daarmee kunnen netbeheerders en gemeenten plannen wat er aan infrastructuur en ruimte nodig is.
DOCUMENT
Binnen dit werkpakket gaat het om de capaciteit van de netaansluiting. Bij bedrijven staan mensen vaak langer geconnecteerd aan een laadpaal dan de daadwerkelijke laadtijd. In die gevallen kan Smart Charging worden toegepast door het vermogen van auto’s terug te schroeven (langzamer laden), of door het laden van bepaalde auto’s uit te stellen tot een later moment op de dag (uitgesteld laden). Voor de locaties Amersfoort en Rotterdam zijn de mogelijkheden in beeld gebracht.
MULTIFILE
Het project IDO-laad onderzocht samen met de vier grote steden, Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Utrecht, de Metropoolregio Amsterdam Elektrisch, laadpaalexploitanten, energieleveranciers en netbeheerders het laadgedrag van elektrisch rijders. Zowel op onderwijs als onderzoek en de beroepspraktijk zouden we de invloed van de onderzoeksresultaten willen vergroten. Om de volgende redenen willen we middels dit Top-up project aandacht besteden aan de verdere doorwerking van de resultaten van het IDO-laad project: Onderwijs – ontwikkeling onderwijsproducten: Binnen het project hebben tientallen studenten meegewerkt aan het onderzoek, heeft het data-gedreven karakter van het project het opzetten van de minor Big Data versneld en hebben studenten binnen deze minor aan cases gewerkt. Daarmee is de kwaliteit van data-science bij de HvA substantieel toegenomen en zijn studenten, onderzoekers, en docenten nu beter uitgerust om data te analyseren. Er liggen echter op basis van de opgedane ervaring en resultaten van dit onderzoeksproject mogelijkheden voor het ontwikkelen van gerichte onderwijsproducten die in het curriculum van de faculteit Techniek een vaste plek kunnen krijgen. Onderwijsproducten in de vorm van casuïstiek voor studenten op het gebied van sustainable energy systems en laadinfrastructuur, maar ook breder toepasbare en scrambled datasets voor bijvoorbeeld energiemodellering. Daarnaast kan de opgedane specifieke kennis over het gebruik van laadinfrastructuur toegankelijk en bruikbaar worden gemaakt voor onderwijs in de vorm van presentaties of instructie-manuals voor studenten die met dit onderwerp aan de slag gaan. Binnen IDO-laad is het team hier onvoldoende aan toe gekomen. Onderzoek en Beroepspraktijk – openbare data: De data van publieke laad-transacties is uniek, niet alleen in Nederland maar ook internationaal. Maandelijks komen er meerdere verzoeken van externe partijen bij de HvA of de G4/MRA gemeenten binnen. Zowel onderzoeksinstellingen als consultants, maar ook professionals uit de beroepspraktijk van laadinfrastructuur willen inzicht in laadgedrag . Op basis van de laaddata wil men bijvoorbeeld toekomstscenario’s doorrekenen (zoals het effect op het elektriciteitsnet) of heeft men behoefte aan specifieke kentallen van een bepaald gebied of regio. Nog steeds is het zo dat veel externe onderzoekers, consultants en wetenschappers aannames over laadgedrag gebruiken in hun modellen. Aannames die niet zelden een beperkt beeld van de werkelijkheid geven. Binnen IDO-laad is samen met de G4 en MRA-E de website evdata.nl ontwikkeld. Hier zijn op geaggregeerd niveau per stad kentallen m.b.t. laadgedrag te vinden. Op basis van verzoeken van externe partijen zouden we graag samen met de G4/MRA-E een aantal nieuwe rapporten voor evdata.nl willen ontwikkelen. Daarnaast is er behoefte aan via evdata.nl downloadbare pdf’s. Deze uitbreiding van mogelijkheden voor evdata.nl biedt de gemeenten de kans om hun data veilig te delen met een groot publiek en voor beleidsevaluaties op nationaal niveau beschikbaar te maken. Voor de HvA is het verder uitbreiden van de website met nieuwe kentallen en publicaties een kans om onderzoekers en mensen uit de beroepspraktijk te ondersteunen met meer gedegen resultaten over de impact van elektrisch rijden.