In reactie op de kinderopvangtoeslagaffaire kondigde het kabinet de zogeheten Catshuisregeling aan. De 26.000 gedupeerde ouders krijgen een forfaitair bedrag van 30.000 euro of, als hun schade hoger uitvalt, ook het meerdere, vergoed van de Belastingdienst. Uit onderzoek van Van de Bunt, dat wordt gepubliceerd in het Nederlands Juristenblad, blijkt dat een groot deel van de ouders opnieuw vermalen dreigt te worden door het systeem. Het kabinet moet daarom met spoed terug naar de tekentafel.
LINK
French/English abstract: Les systèmes d’aide à la prise de décision jouent un rôle important dans la pratique juridique aux Pays-Bas. Divers organismes gouvernementaux utilisent de tels systèmes automatisés pour la prise de décisions juridiques (de masse). Les départements juridiques, les cabinets d’avocats, les éditeurs juridiques et d’autres organismes ont de plus en plus recours à ces outils pour appuyer et améliorer les services d’aide juridique aux particuliers et aux entreprises. Ces outils permettent d’améliorer l’efficacité des processus et des services juridiques, mais ils peuvent aussi avoir d’importants effets préjudiciables sur les droits des personnes ou sur la qualité juridique des services produits, en particulier lorsqu’il n’existe pas de processus de conception minutieux et transparent. Cet article donne un aperçu de l’utilisation de ces systèmes dans la pratique juridique néerlandaise, discute de leurs avantages, pièges et défis, puis il identifie certaines questions de recherche pour le futur.---Rule-based systems for decision support and decision-making play an important role in Dutch legal practice. Government agencies use rule-based systems for (mass) legal decision-making. Legal departments, law firms, legal publishers and various other organizations increasingly use rule-basedsystems to support and improve the provision of legal aid to private individuals and corporate clients. Rule-based systems can improve efficiency of legal processes and services, but can also have important detrimental effects on the rights of individuals or legal quality, especially when there is no careful and transparent design process. This article provides an overview of the use of these systems in Dutch legal practice, discusses benefits, pitfallsand challenges and identifies questions for future research.
DOCUMENT
Terwijl beroepen als advocaat, rechter en notaris al eeuwen bestaan en een duidelijk beroepsprofiel hebben, komt de hbo-jurist pas kijken. Het werkveld heeft vaak nog geen helder beeld van deze jongste loot aan de juridische boom. Ook instellingen die hbo-juristen opleiden, zoeken naar een afbakening van het beroep. In de praktijk is de opleiding hbo-rechten voor veel studenten een opstap naar een universitaire studie rechten. Bestaat de hbo-jurist als apart beroep wel? En zo ja, welke contouren heeft dat beroep?
DOCUMENT
De markt voor juridische dienstverlening in Nederland is meer dan ooit in beweging en zet concurrentieposities van advocatenkantoren onder druk. Vooral in het midden en klein bedrijf maken ondernemers steeds meer gebruik van juridische kennis die ontsloten wordt via internet en neemt concurrentie toe vanwege andere aanbieders die hun juridische adviesdiensten uitbreiden. Het behouden van bestaande mkb-cliënten is voor advocaten dus een prangende kwestie geworden. Deze kwestie vormde de aanleiding voor nader onderzoek naar de volgende vraag: hoe komt loyaliteit bij mkb-cliënten in de advocatuur tot stand?
DOCUMENT
De Catshuisregeling voor gedupeerde ouders van de kinderopvangtoeslagaffaire stemt in het geheel niet positief. De doelstelling, een snelle genoegdoening, is voor het merendeel van de ouders buiten bereik. Ouders worden opnieuw vermalen, omdat de regeling geen rechtszekerheid biedt vanwege een gebrek aan heldere beslissingscriteria. De helft van de aanvragen is afgewezen. Met name de ouders met een complex dossier met een schade boven € 30.000 wacht een lange weg naar de Commissie Werkelijke Schade totdat hun werkelijke schade vergoed wordt. Niet duidelijk is welke schade in voldoende causaal verband staat en voor vergoeding in aanmerking komt. Daarbij hebben ouders voldoende rechtsbijstand nodig om hun zaak te onderbouwen, ook dat lijkt nu onvoldoende gewaarborgd. Het kabinet moet daarom met spoed terug naar de tekentafel.
LINK
Als de veiligheid verbetert, maar de Rotterdammers dat niet lijken te merken, schiet het veiligheidsbeleid tekort. Bij de behandeling van het nieuwe veiligheidsprogramma, #Veilig010 (Gemeente Rotterdam, 2013), werd een raadsbrede motie ingediend om te achterhalen wat achter deze ontwikkeling schuilgaat. En vooral natuurlijk, wat daaraan gedaan zou kunnen worden. Dus werd besloten tot een zogenaamde ‘brede consultatie’. Als Rotterdamse lector Publiek Vertrouwen in Veiligheid legt Marnix Eysink Smeets zich al geruime tijd toe op de vraag hoe burgers hun veiligheid ervaren, waardoor die ervaring wordt beïnvloed en – vooral – wat je als bestuur eraan kunt doen om de veiligheidsbeleving op een voldoende niveau te brengen of te houden.
DOCUMENT
De overheid trekt zich terug en legt steeds meer verantwoordelijkheid bij de burger. Dat is reden tot zorg, want door bezuinigingen op bijvoorbeeld de rechtsbijstand kan de toegankelijkheid van het recht in het gedrang komen. Maar er zijn ook kansen. Voortschrijdende digitalisering stelt mensen in staat zelf oplossingen te zoeken bij juridische problemen. Dit kan meer keuzevrijheid en meer zelfstandigheid betekenen, hoewel onzekerheid over dit palet aan mogelijkheden evenzeer op de loer ligt. Een mogelijk bijeffect is dat er nog meer juridische problemen ontstaan, omdat door onzekerheid of onwetendheid kan worden besloten geen rechtszaak te starten, geen aanvraag in te dienen of niet tot actie over te gaan wanneer rechten worden geschonden. Een ding staat vast: het beroep op de eigen kracht van de burger neemt toe. Maar in hoeverre zijn burgers zelfstandig in staat gebruik te maken van het recht en hun rechtspositie te beschermen? De vraag is niet nieuw. Sinds het einde van de negentiende eeuw is hier aandacht voor. Deze aandacht verloopt in golfbewegingen en verandert in de loop der tijd van accent en betekenis. In het huidige tijdsbestek, waarin een transitie gaande is van verzorgingsstaat naar participatiesamenleving is de vraag opnieuw actueel. Als mensen meer op zichzelf zijn aangewezen en zelf oplossingen moeten zoeken voor hun juridische problemen, hoe zet je hen dan in hun kracht? De vraag wat legal empowerment kan betekenen voor de toegankelijkheid van het recht in de Nederlandse participatiesamenleving staat hier centraal. In het eerste hoofdstuk worden de belangrijkste ontwikkelingen in de literatuur over de toegankelijkheid van het recht beschreven. De nadruk ligt hierbij op gebruikers van het recht en het daadwerkelijk kunnen gebruiken van het recht. Dit kader helpt om het concept legal empowerment te kunnen plaatsen. Vervolgens wordt in het tweede hoofdstuk een analyse gemaakt van de achtergrond, de kenmerken en de toepassing van legal empowerment om het begrip beter te kunnen duiden. De lessen die we hieruit kunnen trekken, worden in het laatste hoofdstuk toegepast op de situatie in Nederland, met name op thema’s als de terugtredende overheid, decentralisatie, digitalisering en juridische dienstverlening.
DOCUMENT
Mediation naast Strafrecht (MnS) is waardevol omdat het werkt. (Cleven et al, 2015) Het werkt voor slachtoffers, verdachten en de samenleving. MnS valt onder de paraplu van ‘herstelbemiddeling’. MIS is een specifieke vorm van herstelbemiddeling en vindt plaats voorafgaand en lopende de rechtszitting, met andere woorden: herstelbemiddeling in een vroegtijdig stadium. Bovendien kent MnS een aantal specifieke en formele regels. Er wordt gestart met een mediationovereenkomst, waarin een aantal spelregels zijn opgenomen die het mediationtraject reguleren (zoals geheimhouding, vrijwilligheid, commitment e.d.). En het traject wordt beëindigd met een overeenkomst waarin de afspraken die er tussen verdachte en het slachtoffer zijn gemaakt, zijn vastgelegd. Deze afspraken worden meegenomen in het vervolgtraject van de strafzaak. (art 51h Sv lid 2: Indien een bemiddeling tussen het slachtoffer en de verdachte tot een overeenkomst heeft geleid, houdt de rechter, indien hij een straf en maatregel oplegt, daarmee rekening). MnS speelt met andere woorden een rol tussen dader en slachtoffer maar kan ook het strafproces beïnvloeden. Marion Uitslag is bestuurslid van de Vereniging Mediators in Strafzaken; in het artikel staat het bestuur als auteur vermeld.
DOCUMENT
In January 2022 the new Dutch Civic Integration programme was launched together with promises of improvements it would bring in facilitating the ‘integration’ of newcomers to the Netherlands. This study presents a critical discourse analysis of texts intended for municipalities to take on their new coordinating role in this programme. The analysis aims to understand the discourse in the texts, which actors are mobilized by them, and the role these texts and these actors play in processes of governmental racialization. The analysis demonstrates shifting complex assemblages are brought into cascades of governance in which all actors are disciplined to accept the problem of integration as a problem of cultural difference and distance, and then furthermore disciplined to adopt new practices deemed necessary to identify and even ‘objectively’ measure the inherent traits contributing to this problematic. Lastly, the analysis displays that all actors are disciplined to accept the solution of ‘spontaneous compliance’; a series of practices and knowledges, which move the civic integration programme beyond an aim of responsibilization, into a programme of internalization, wherein newcomers are expected to own and address their problematic ‘nature’, making ‘modern’ values their own.
DOCUMENT
Accurate and reliable decision-making in the criminal justice system depends on accurate expert reporting and on the correct interpretation of evidence by the judges, prosecutors, and defense lawyers. The present study aims to gain insight into the judiciary's capability to assess the accuracy and reliability of forensic expert reports by first examining the extent to which criminal justice professionals are able to differentiate between an accurate (or sound) expert report and an inaccurate (or unsound) expert report. In an online questionnaire, 133 participants assessed both a sound and an unsound expert report. The findings show that, on average, participants were unable to significantly distinguish between sound and unsound forensic expert reports. Second, the study explored the influence of institutional authority on the evaluation of forensic expert reports. Reports that were not recognized as flawed—particularly those originating from well-known and reputable institutions—were subjected to less critical examination, increasing the risk of evaluation errors. These results suggest that the perceived institutional authority influences the assessment of forensic evidence. The study highlights the need for tools to support criminal justice professionals in evaluating forensic evidence, particularly when experts are unregistered. Recommendations include adhering to established quality standards, consulting counter-expert evaluations, improving courtroom communication, and enhancing forensic knowledge through training. Overall, the findings underscore the importance of critical evidence evaluation to reduce the risk of misinterpretation and wrongful convictions in the judicial process.
DOCUMENT