Dit artikel beschrijft de nieuwe Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) en vergelijkt deze ontwikkeling met de ontwikkelingen in Vlaanderen.
De zorgsector is de afgelopen jaren aan een ingrijpende verandering onderhevig geweest. De komst van marktwerking, het ontstaan van grotere zorginstellingen met meerder vestigingen en het persoonsgebonden budget hebben geresulteerd in een strakkere verdeling van de mensuren. Dit vergde vergaande aanpassingen van zorgverleners, die niet gevrijwaard bleven van hindernissen.
Population ageing has become a domain of international discussions and research throughout the spectrum of disciplines including housing, urban planning, and real estate. Older people are encouraged to continue living in their homes in their familiar environment, and this is referred to as “ageing-in-place”. Enabling one to age-in-place requires new housing arrangements that facilitate and enable older adults to live comfortably into old age, preferably with others. Innovative examples are provided from a Dutch social housing association, illustrating a new approach to environmental design that focuses more on building new communities in conjunction with the building itself, as opposed to the occupational therapeutic approaches and environmental support. Transformation projects, referred to as “Second Youth Experiments”, are conducted using the Røring method, which is based on the principles of co-creation. De Benring in Voorst, The Netherlands, is provided as a case study of an innovative transformation project. This project shows how social and technological innovations can be integrated in the retrofitting of existing real estate for older people. It leads to a flexible use of the real estate, which makes the building system- and customer preference proof. Original article at: https://doi.org/10.3390/buildings8070089 © 2018 by the authors. Licensee MDPI.
MULTIFILE
Inzet van serious games als scholingsinstrument voor zorgprofessionals of als patiëntinterventie neemt sterk toe. Serious games kunnen kosten besparen en zorgkwaliteit verbeteren. (Potentiële) afnemers vragen, in lijn met het medische onderzoeksparadigma, vaak naar de klinische effectiviteit (internal validity) van deze games. Het gros van de Nederlandse game-ontwikkelaars bestaat echter uit kleine ondernemingen die het aan middelen en expertise ontbreekt om de hiervoor benodigde longitudinale onderzoekstrajecten uit te voeren. Tegelijkertijd tonen mkb’ers, meestal zonder ervan bewust te zijn, tijdens het game-ontwikkelproces al verschillende validiteitsvormen aan volgens het design-onderzoeksparadigma (face validity, construct validity, e.d.). Door dit niet bij hun afnemers kenbaar te maken, komt een constructieve dialoog over validiteit moeilijk op gang en lopen mkb’ers opdrachten mis. Het ontbreekt hen aan een begrippenkader en praktische handvatten. Bestaande raamwerken zijn nog te theorie-gedreven. Om mkb’ers te helpen de 'clash' te overbruggen tussen het medische en het design-onderzoeksparadigma, ontwikkelen lectoraten ICT-innovaties in de Zorg (Hogeschool Windesheim, penvoerder) en Serious Gaming (NHL Stenden Hogeschool) samen met elf mkb’ers, afnemers, studenten en experts in een learning community drie hulpmiddelen: •Checklist: praktische mkb-richtlijnen voor het vaststellen van validiteit; •Beslisboom: op basis waarvan mkb’ers onderbouwd de juiste validatiemethode kunnenselecteren; •Serious game: om samen met (potentiële) afnemers te spelen, zodat verschillende soortenvaliditeit expliciet benoemd worden. De hulpmiddelen worden inhoudelijk gevoed door casestudies waarin mkb’ers gevolgd worden in hoe validiteit momenteel wordt vastgesteld en geëxpliciteerd in het ontwikkelproces. Vervolgens brengen we de ontworpen hulpmiddelen in de mkb-praktijk voor evaluatie. Opgeleverde hulpmiddelen stellen mkb’ers in staat werkbare validatiemethoden toe te passen gedurende het game-ontwikkelproces om acceptabele bewijslast op te leveren voor potentiële afnemers, waardoor hun marktpositie versterkt. Ook draagt het project bij aan operationalisering van bestaande raamwerken en kunnen de hulpmiddelen in game design-curricula worden geïncorporeerd.
Nederlandse zorgorganisaties hebben - mede door de corona-uitbraak - te maken met personeelstekorten, oplopend verzuim, een hoge werkdruk en een toename van psychische klachten onder medewerkers. In 2019 gaf bijna 44 procent van alle zorgmedewerkers aan een hoge tot zeer hoge werkdruk te ervaren. Psychische klachten onder zorgmedewerkers zijn in 2018 met 40% toegenomen en 37% heeft een burn-out gehad. En sinds de corona-uitbraak ervaart 70% van de zorgmedewerkers een toename in mentale belasting. Een belangrijk risico voor de psychische gezondheid zijn ook slaapproblemen. Gegeven bovengenoemde ontwikkelingen is het van groot belang dat zorgorganisaties investeren in de duurzame inzetbaarheid van hun medewerkers. Werkplekinterventies spelen hier een belangrijke rol in, omdat ze de gezondheid, vitaliteit en welbevinden van medewerkers kunnen vergroten. Innovatieve werkplekinterventies richten zich steeds vaker op werkdruk en slaap. Onderzoek naar het effect van dit soort interventies op de vitaliteit van zorgmedewerkers is echter schaars. En daarbij ondervinden organisaties vaak nog belemmeringen bij het implementeren van dit soort interventies. Veelgenoemde belemmeringen zijn: 1) het ontbreken van integraal gezondheidsbeleid; 2) onvoldoende (financiële) middelen; 3) onvoldoende communicatie en 4) tijdgebrek. Inzoomend op de provincie Utrecht zien we bij de zorgorganisaties aangesloten bij Utrechtzorg (arbeidsmarktorganisatie voor Zorg en Welzijn) eenzelfde beeld. Ook zij hebben te maken met personeelstekorten, oplopend verzuim, een hoge werkdruk en een toename van psychische klachten onder medewerkers. Dit project heeft daarom als doel om: 1) zorgorganisaties aangesloten bij Utrechtzorg te ondersteunen bij het succesvol implementeren van een gecombineerde werkplekinterventie gericht op werkdruk en slaap; 2) de effectiviteit van deze gecombineerde werkplekinterventie op de vitaliteit van zorgmedewerkers te onderzoeken en 3) de hiermee opgedane kennis en ervaring te delen met de gehele Nederlandse zorgsector.