Het meeste vlees dat Nederlanders eten wordt niet duurzaam geproduceerd. Veel productie leidt tot overbemesting, kost veel water en gaat ten koste van de biodiversiteit en het landschap, terwijl dierenwelzijn niet per se is geborgd. Hogeschool Van Hall Larenstein participeerde binnen het onderzoek ‘Dierzaam’ van de Hogeschool Utrecht. Het project zocht naar marketingstrategieën die consumenten verleiden om over te stappen naar meer duurzaam geproduceerd vlees. In dit whitepaper beschouwt Van Hall Larenstein (VHL) de kansen in de keten vanuit het perspectief van de boer. Hiervoor bestudeerden onderzoekers literatuur en inspirerende voorbeelden. Meer aandacht voor dierenwelzijn zal leiden tot extensivering van de veehouderij. De milieubelasting van vlees wordt bepaald op veel criteria, de uitkomsten verschillen per diersoort en voor traditioneel of organische houderijsystemen. Over het algemeen zijn kip- en varkensvlees minder milieu belastend dan rundvlees. Echter, varkens en kippen eten weer meer granen die wereldwijd voor mensen belangrijk zijn en rundvee kan daarentegen op grasland leven. Voor de omschakeling naar duurzame vleesvee houderij is een systeemverandering nodig waar álle partijen een rol in hebben. De boer moet voldoen aan de vele normen en heeft deskundigheid nodig. Sociale media kunnen een transparante communicatie tussen boer en consument ondersteunen. De supermarkt en de slager kunnen het eigen assortiment kiezen en meer communiceren en informeren en de consument maakt uiteindelijk de keuze in de winkel. De overheid moet zich actiever opstellen in markt- en prijsbeleid. Boeren staan onder druk door enerzijds maatschappelijke eisen en aan de andere kant de kostprijs van duurzame productie. Een eerlijk en duurzaam verdienmodel voor de boer vereist een hogere vleesprijs, gecombineerd met betalingen van de boer voor maatschappelijke (ecosysteem)diensten.
MULTIFILE
INAUGURAL LECTURE The world is in disarray. Species are extinct, climates are changing, we are becoming unhealthier.To liberate ourselves from this doom scenario we need to take care of ourselves and our environment. The solutions of former generations offer no future solace. Moreover, these caused the current problems. Instead of exploiting our environment for energy, resources and capacity we need to increase the potential for the recuperation of the environment, the planet and our minds. Instead of taking, giving!The reciprocity of the urbanized land we live in should be our main objective. The professorship Spatial Transformations - Sustainability will therefore design and plan for our physical and mentalcity and surroundings. This way the city becomes a purification machine for polluted water and acts as a net carbon sink. The city becomes a source of biodiversity, transformed into an urban nature reserve. Food will be produced that extends our lives. And wouldn’t it be nice to see the city as a place for contemplation so our mental abilities can grow instead of vegetating in dull offices? The city should offer people a healthy life, replenish resources and be beautiful. The professorship contributes to educating a new generation finding extraordinary solutions for current problems. With creativity, initiative and a healthy dose of disobedience this must work!
DOCUMENT
Onze samenleving is sterk gedigitaliseerd. Het internet is de arena waarin wij werken, onze financiën regelen, boodschappen doen, waar ons sociale leven plaatsvindt en we liefde zoeken.1 Als gevolg van deze digitalisering is cybercriminaliteit in toenemende mate een probleem. De prevalentie van deze ‘nieuwe’ vormen van criminaliteit overstijgt inmiddels de ‘traditionele’ vormen van criminaliteit. Statistieken over de gehele wereld laten een vergelijkbaar beeld zien. Onderzoek laat zien dat slachtoffers van cybercriminaliteit negatieve (financiële, psychologische en emotionele) gevolgen ondervinden (bijv. Cross e.a. 2016; Jansen & Leukfeldt 2018; Worsley e.a. 2017; Reyns & Randa 2015). Deze gevolgen worden geregeld versterkt door onbegrip voor het slachtoffer, gebrek aan ondersteuning (Worsley e.a. 2017; Cross e.a. 2016; Notté e.a. 2020) en onvoldoende kennis en mogelijkheden vanuit de politie en justitie om zaken succesvol aan te pakken (Leukfeldt e.a. 2013a; 2013b; 2018). Het bestaande slachtofferbeleid is gebaseerd op kennis over en onderzoek naar de ervaringen van slachtoffers van offline criminaliteit (zie bijv. Leukfeldt e.a. 2018). Het is van belang om meer kennis over deze vormen van slachtofferschap te genereren en te delen over de hele linie van wetenschap, beleid, opsporing, vervolging en ondersteuning.
DOCUMENT