Om adequaat te kunnen opleiden voor een diensten- of kenniseconomie zal het hoger beroepsonderwijs een nieuw perspectief moeten ontwikkelen. Niet langer zal het zich moeten definiëren als de aanbieder van welomschreven beroepsopleidingen maar als een dienstverlenende instelling gericht op de beroepsvorming van individuen. Binnen het hoger beroepsonderwijs heeft het hoger technische en natuurwetenschappelijke onderwijs deze uitdaging - overigens noodgedwongen vanwege een sterk teruglopende instroom - al opgepakt. Zo is de afgelopen jaren binnen het HTNO op uitnodiging van Axis een aantal herontwerpprojecten van start gegaan. De ervaringen van deze projecten wijzen uit dat investeringen in herontwerp (en dan met name in het vergroten van de keuzemogelijkheden van de studenten en in het omkeren van de leercyclus door concrete praktijkproblemen te laten voorafgaan aan de theorie) lonen: er is, weliswaarnog op kleine schaal, sprake van een stijgende instroom en een vermindering van de drop out. Ook bezoeken nieuwe doelgroepen techniek. Instellingen willen het traditionele, industriële onderwijsmodel verlaten ten gunste van een nieuw paradigma waarin de beroepsvorming centraal staat. Dit betekent niet dat ze het gemakkelijk vinden de omslag te maken. Vooral het investeren n loopbaanbegeleiding en in forward mapping is nog een brug te ver.
Praktijkgericht onderzoek speelt een belangrijke rol binnen de University of Applied Sciences van onze Hogeschool Inholland. Wij hebben dan ook een ijzersterk verhaal te vertellen en een schat aan relevante onderzoeksresultaten om te laten zien. En dat willen we graag delen met de wereld. Binnen ons praktijkgericht onderzoek werken we aan maatschappelijke vraagstukken. Soms groot en globaal, soms klein en regionaal. Maar altijd om de praktijk verder te helpen. Waarom? Omdat we vinden dat het onze maatschappelijke taak is. Het draagt bij aan de professionele ontwikkeling van onze studenten en aan innovatie en ontwikkeling van het werkveld . De onderzoeksgroep, Research & Innovation Centre, van het domein Agri, Food & Life Sciences wordt gevormd door lectoren, docent-onderzoekers en natuurlijk studenten. Samen met partners uit het werkveld dragen wij bij aan de Sustainable Development Goals en de Greendeal Farm to Fork (EU). Ons onderzoek en de kennisvalorisatie draagt bij aan innovatieve en duurzame ontwikkelingen, denk aan circulaire land- en tuinbouw, dieren in de stad, natuur, leefomgeving, voedsel en voeding, bodem, klimaatadaptatie en biodiversiteit.
Hoofdstuk 5 in Leren Transformeren. 1. Door wie wordt er geleerd? Er wordt geleerd door wijkteams, jeugdwerkers en sociaal makelaars. Hun rol is door middel van krachtgericht samenwerken vormgeven aan het gekantelde werken. 2. In welke setting wordt er geleerd? Het leren vindt plaats binnen de eigen organisatie en de werkpraktijk. De context van het leren is de transitie en transformatie van de Wmo, het gekantelde werken. Het werken in de praktijk/wijk staat centraal, de scholing is hieraan ondersteunend. De scholing bestaat uit een casco programma van vier tot zes bijeenkomsten van vier uur, waarbij de opdrachtgever en de deelnemers accenten en wensen kunnen aangeven, zodat de scholing zoveel mogelijk op maat is, dat wil zeggen aansluitend bij de deelnemers en de context van hun dagelijkse werk. 3. Wat is het doel van het leren? Het doel van het leren is dat professionals in staat zijn om gekanteld te werken, dat wil zeggen burgers/cliënten te ondersteunen bij het nemen en houden van regie over hun eigen leven, gebruik makend van hun eigen formele en informele netwerken, waardoor burgers/cliënten volwaardig deel kunnen nemen aan de maatschappij.