GGZ verpleegkundigen die voor een crisisdienst werken moeten tijdens hun werk beslissingen nemen over het wel of niet delen van persoonsgegevens met ketenpartners. In de literatuur zijn randvoorwaarden gevonden voor het doorbreken van het medisch beroepsgeheim. De GGZ verpleegkundigen wisten niet of hun instelling een beleid heeft op dit gebied. Ze maken zelf per casus een inschatting, op basis van ingeschat gevaar, inschatting wat nodig is voor goede zorg en het belang van samenwerking met de ketenpartner. Die inschatting kan dus per GGZ verpleegkundige anders uitvallen. Welke gegevens dan precies gedeeld worden laten de GGZ verpleegkundige afhangen van ingeschatte relevantie van gegevens en hoe recent ze zijn. Het delen van persoonsgegevens met ketenpartners wordt niet structureel vastgelegd in dossiers. De GGZ verpleegkundigen gaan ervan uit dat ketenpartners zelf de betrokkene op de hoogte stellen.
Het middelbaar beroepsonderwijs is een belangrijke emancipatiemotor voor jongeren met een migratie achtergrond. Tegelijkertijd zijn er zorgen over de toenemende gevoelens van vervreemding van deze jongeren ten aanzien van de Nederlandse samenleving. En over docenten die worstelen met handelingsverlegenheid wanneer ze hiermee worden geconfronteerd. Dit boek biedt een onthullende inkijk in de complexe dagelijkse leefwereld van een Randstedelijke mbo school voor Helpende Zorg en Welzijn. Op grond van concrete casussen wordt duidelijk dat er soms wel iets te verbeteren valt aan de solidariteit tussen studenten of aan het ‘spelgevoel’ van docenten. Maar een aanzienlijk deel van de problemen op school blijkt te wijten aan de aanhoudende organisatorische onrust ten gevolge van het ‘trilemma’ van kwaliteit, rendement en emancipatie waarvoor veel onderwijsinstellingen in Nederland zich tegenwoordig gesteld zien.
We begonnen deze rapportage met de opmerking dat Zwaluwen Utrecht 1911 als doel heeft om een positiever verenigingsklimaat te creëren, mede om agressie en geweldsincidenten te voorkómen. Om deze reden werd de samenwerking met het lectoraat Participatie en Maatschappelijke Ontwikkeling van Hogeschool Utrecht aangegaan. Deze rapportage wijst uit dat Zwaluwen de afgelopen twee jaar een mooie stap in de gewenste richting heeft gezet. Het verenigingsklimaat is verbeterd op het vlak van de sfeer en sportiviteit. Zowel sporters als ouders als vrijwilligers geven in 2010 deze twee aspecten een hoger rapportcijfer dan in 2008. Daarnaast worden de interetnische contacten op de club als meer ontspannen ervaren en is de bereidheid tot het doen van vrijwilligerswerk toegenomen. Daartegenover staat dat veertig procent van de respondenten het eens is met de stelling dat agressie in de sport voor sommige spelers van Zwaluwen een reden is om te stoppen met voetbal. Dit is weliswaar bijna 10 procent minder dan in 2008, maar maakt tegelijkertijd duidelijk dat er nog veel mogelijkheden zijn om verdere verbeteringen te realiseren. Niet alleen op het vlak van omgangsvormen/agressie, maar ook wat betreft vrijwillige inzet zijn verbeteringen mogelijk. De bereidheid tot het doen van vrijwilligerswerk voor Zwaluwen is weliswaar toegenomen, maar deze gouden kans lijkt vooralsnog onvoldoende te zijn aangegrepen om het aantal vrijwilligers op de club ook daadwerkelijk te vergroten. Vrijwilligers vormen het cement van de vereniging en zijn onmisbaar bij het tot leven komen van nieuwe initiatieven om de sfeer op de club verder te versterken. Het verdient daarom aanbeveling om bij Zwaluwen de komende tijd meer aandacht te besteden aan de uitbreiding van het vrijwilligersbestand, bijvoorbeeld door ouders en sporters vaker te vragen zich in te zetten voor de vereniging. Of door het aantal maatschappelijke stagiaires op de club nog verder uit te breiden.
Diverse aspecten van het werk van vertrouwenspersonen ongewenste omgangsvormen. Onder andere aansprakelijkheid en verschoningsrecht.
Opvoeden gebeurt niet alleen thuis, maar ook op school (pedagogisch partnerschap) en leren gebeurt niet alleen op school, maar ook thuis (didactisch partnerschap). Samenwerking tussen ouders en de school zorgt ervoor dat er voor kinderen zowel thuis als op school op een herkenbare wijze wordt omgegaan met het schoolse leren en hun sociale gedrag. De school en ouders kunnen bijvoorbeeld met elkaar afstemmen hoe het huiswerk wordt begeleid, maar ook hoe kinderen een ruzie moeten oplossen. Op veel scholen zijn er omgangsregels en een pestprotocol voor de sociale omgangsvormen. Voor de effectiviteit hiervan is de samenwerking met ouders van groot belang. Daarom verbinden we in het project Samenwerken met ouders Pesten en Ouderbetrokkenheid met elkaar. Veel scholen hebben een visie op de samenwerking met ouders en ontplooien vaak al verschillende activiteiten om daar invulling aan te geven. Toch verloopt de samenwerking tussen ouders en school niet altijd zoals de scholen voor ogen hebben of vinden leerkrachten het af en toe knap lastig. Op andere scholen zijn zowel de ouders als de leerkrachten tevreden, maar kan het natuurlijk altijd beter. Uitgangspunt in dit traject is dat het voor alle scholen zinvol is om na te denken over de schoolspecifieke wijze waarop zij met ouders willen samenwerken en te weten wat ouders van de school verwachten. En wat moet u als leerkracht kunnen om met de ouders van uw school goed samen te kunnen werken? Over deze competenties van leerkrachten is maar weinig bekend. Door middel van het vangen van verhalen (storytelling) bij leerkrachten, ouders, leerlingen en lio-stagiaires over de samenwerking tussen ouders en de school moet er duidelijkheid ontstaan over die belangrijke vaardigheden van een leerkracht. Wat vinden ouders prettig in het contact met een leerkracht? Waar hebben leerkrachten zelf goede ervaringen mee en wat vinden zij moeilijk? Uit een goed verhaal over de samenwerking met ouders kunnen verschillende leerkrachtcompetenties worden gedestilleerd.Doel van het project:* Kennis verzamelen bij ouders, leerkrachten, leerlingen over competenties die nodig zijn om met ouders samen te kunnen werken* Per school inzicht krijgen in verbeterpunten* Leren luisteren (verhalen vangen)