This document combines four reports on existing regional business support programmes for inclusion or understanding of circular economy (CE) objectives, deliverable DT3.1.2 from the transform-CE project. Besides a general overview on national and regional level, the focus is on a selection of national and regional programmes aimed at the plastics industry. After explaining the format to structure the programmes, the results for the four regions are presented: Greater Manchester (UK), Rhineland Palatinate and North-Rhine Westphalia (DE), Wallonia (BE), Central Netherlands (NL).
MULTIFILE
This collection of articles contains contributions to the research project ‘From Prevention to Resilience’ (FPtP). In this project, the research team has generated insights and tools for designers, policymakers, and other professionals to contribute to more resilient cities and neighborhoods. The point of departure was public space as a site for intervention, while learning from the ongoing developments revolving around the Covid-19 pandemic. During the early phases of the pandemic, governments initially focused on preventing the virus from spreading. Public spaces came to be seen as potential places for contamination. In response, fences, markings, and barrier tapes were put into place to orchestrate people’s movement and promote physical distance. With our research project, we explored the role that public space could play besides such often ad hoc preventive measures. What other challenges can public space tackle with regard to the various shocks and stressors that hit cities and neighborhoods, now and in the future? And how to tackle these challenges in an integral way? An integral approach to designing public spaces involves many disciplines, and it is to a great extent dependent on local governments’ take on public spaces. To this end, we asked relevant experts to share their disciplinary reflections on a design perspective we have developed in the FPtP project, called Human / Non-Human Public Spaces. An earlier version of this design perspective was handed over to experts to provide feedback from an urban climate adaptation perspective and from a governance and cultural change perspective. Stephanie Erwin and Jeroen Kluck provide concrete feedback on the design perspective and offer a discussion in relation to the field of urban climate resilience. Alex Straathof offers an essayistic text in which he reflects on some of the key notions of the design perspective, reflecting on some of the key notions of the design perspective based on cultural theory and his experience with interventions on the neighborhood level. In parallel, we commissioned two independent experts in the field of spatial development and governance to make a preliminary analysis of the impact of COVID-19 on the government perspectives on public spaces. Both experts were given the same question, but they applied different methods. Hugo Verschoor Plug conducted an analysis on two national policy documents and six ‘omgevingsvisies’ – i.e., strategies on spatial planning and the environment – of large and middle-sized cities: Amsterdam, Breda, The Hague, Groningen, Rotterdam and Zwolle. Denise Vrolijk was asked to interview professionals from a cross-section of Dutch Cities in order to obtain their perspectives on how local governments viewed the role of public spaces in relation to resilience. Together, these analyses provide an overview of the current state of affairs in public space and urban resilience. We thank the authors for sharing their expertise and insights and thereby contribute to the FPtR project. This project is funded by The Netherlands Organization for Health Research and Development (ZonMw), part of the subsidy round ‘COVID 19: Maatschappelijke Dynamiek’, project nr. 10430032010029.
MULTIFILE
De markt van groepsvakanties en groepsuitjes is sterk in beweging. Mensen gaan steeds meer in groepsverband op pad in wisselende samenstelling. Het aanbod kent steeds meer spelers naast de traditionele groepsaccommodaties. Ook op het gebied van marketing is de sector in beweging met een veelheid aan boekingsplatforms en groepsaccommodatie-ondernemers die het heft in eigen hand nemen. En tot slot kent ook de belangenbehartiging een roerige tijd met de oprichting van de stichting Groepsaccommodaties Nederland (GAN). GAN is een jonge brancheorganisatie die staat voor de belangenbehartiging en promotie van de op dit moment ca. 100 leden, allemaal ondernemers met één of meerdere groepsverblijven. Gelet op al deze ontwikkelingen heeft GAN het initiatief genomen om te komen tot een nieuwe strategische visie voor de groepsaccommodaties. Waar staat deze bedrijfstak voor, wat komt er op de ondernemers af en hoe kunnen ze hierop inspelen? Voor de ontwikkeling van deze visie heeft GAN samenwerking gezocht met het Centre of Expertise Leisure, Tourism and Hospitality (CELTH) en de Hogescholen Breda University of Applied Sciences (BUas; voorheen bekend als NHTV) en NHL Stenden, die hiervoor ook haar European Tourism Futures Institute heeft ingezet. De onderwijsinstellingen hebben met inzet van docenten en studenten diverse deelonderzoeken uitgevoerd die als ‘bouwstenen’ voor het proces op weg naar de visie beschouwd kunnen worden. Aanvullend is nog een schriftelijke enquête gehouden onder (450) groepsaccommodaties in Nederland (respons 34%).
Publieke ambtenaren bij gemeenten zien in toenemende mate de relatie met de burger veranderen in de eigen werkomgeving. In een informatie-intensieve netwerksamenleving zien ambtenaren veel kansen in het toepassen van social media en smart-city-technologie. Open data, social media en high-tech media kunnen, indien strategisch toegepast, helpen om slimmer samen te gaan werken met burgers en bedrijven. Maar ambtenaren worstelen met het effectief toepassen van deze nieuwe digitale mogelijkheden voor participatie. De veranderingen in samenleving vragen bovendien om meer dan technologie alleen. Ze vragen om integrale benaderingen van digitale strategie inclusief vernieuwende werkvormen en aangepaste competenties. Vanuit de disciplines van smart city en elektronische participatie is er jarenlang onderzoek gedaan naar oplossingen voor het participatievraagstuk maar het is nog onduidelijk welke digitale strategieën het beste aansluiten bij de behoeften van deze tijd. Dit project beoogt een concreet werkinstrumentarium te ontwikkelen voor professionals van de lokale overheid om participatie te organiseren. Het gaat om het uitvinden van geschikte combinaties van technologie en communicatiemethoden voor effectieve participatie in de stad, dorp of buurt. Door het uittesten van diverse digitale strategieën in ‘Living-labs’ bij gemeenten willen we de know-how bundelen in een toolkit en beschikbaar maken voor professionals die werkzaam zijn in het publieke veld.
Vrijwel iedereen heeft er meteen een beeld bij: Jaren 30-wijken, naoorlogse woonwijken, bloemkoolwijken, de Bijlmer, Vinex-locaties. Dat is heel anders voor de woonwijken met sociale huurappartementen uit de jaren ’70-’80. Die zijn nauwelijks bekend, ook niet professioneel. En dat is een probleem omdat juist voor deze wijken een golf aan herstructurering- en verdichtingsprojecten op handen is. Deze wijken zijn verwant aan de naoorlogse woonwijken, maar hebben ook wezenlijk andere karakteristieken. Bovendien is er binnen de versnipperde praktijk van de ruimtelijke ontwikkeling weinig kennis van de plannen in andere gemeenten of woningbouwcorporaties. Nog minder bekend is of deze wijken ruimte bieden voor het aanpakken van de hardnekkige woningnood en het oplossen van andere grote maatschappelijke opgaven, zoals energie, biodiversiteit en circulariteit. Tijd voor een inventarisatie. In de planvorming voor deze woonwijken stellen gemeenten, ontwikkelaars en woningbouwcorporaties de kaders, maar het zijn de stedenbouw- en architectuurbureaus die dit moeten vertalen in concrete ontwerpoplossingen. Wij richten ons op deze MKB-ers. Met de KIEM brengen we de ambities, uitdagingen en kansen van de herstructuering van deze woonwijken in drie stappen in kaart: 1. Wat voor type plannen en ambities zijn er voor deze woonwijken? Hiervoor onderzoeken we vier grote- en vier middelgrote steden, middels beleidsanalyses van de omgevingsvisies en gebiedsvisies en interviews. 2. Wat kenmerkt de ruimtelijk-sociale opbouw van deze woonwijken? Hiervoor maken we een vergelijkende ruimtelijk-sociale analyse met de vroeg-naoorlogse woonwijken. 3. Welke kansen en uitdagingen biedt de herstructurering voor dit type woonwijken? Hiervoor zetten we de inzichten uit de eerste twee stappen in bij een middagvullende co-creatiesessie met het consortium – en een bredere kring van gemeenten en woningbouwcorporaties. De resultaten leggen we vast in een open acces booklet – en vormt de opmaat voor een RAAK aanvraag.