Benieuwd naar de rol van onderzoekend vermogen voor docenten in de onderwijspraktijk? In deze workshop gaan we hands-on met dit thema aan de slag. Docenten in het middelbaar beroepsonderwijs en hoger (beroeps) onderwijs bevinden zich namelijk in een dynamische en steeds complexere omgeving. Er wordt steeds meer van docenten verwacht, zoals het bijdragen aan toekomstbestendig onderwijs en het vervullen van een toenemend aantal rollen en taken (bijvoorbeeld grenswerkers/bruggenbouwers). Hoe ga je hier als docent en/of docententeam mee om? Is onderzoekend vermogen van docenten de sleutel tot succes? Met het onderzoekend vermogen van docenten bedoelen we het kunnen herkennen waar handelingskennis ontbreekt om vervolgens met passende grondigheid deze handelingskennis te kunnen verwerven en toepassen in de eigen onderwijspraktijk. In deze workshop gaan we dieper in op percepties van de rol van onderzoekend vermogen voor docenten om vervolgens middels actieve werkvormen (o.a. de Kaartjesmethodiek; Andriessen et al., 2022) na te denken over hobbels en mogelijke oplossingen voor uitdagingen in de onderwijspraktijk. Deze workshop is bedoeld voor docenten, alsook beleidsadviseurs, onderzoekers en andere stakeholders rondom docentprofessionalsering. Er wordt een verbinding gelegd met eigen professionele beroepssituaties, wat helpt om tot concrete inzichten te komen en dit vermogen in de eigen onderwijspraktijk te versterken.
Leraren krijgen in hun dagelijkse onderwijspraktijk regelmatig te maken met vragen waar geen pasklare antwoorden op zijn. Voor leraren met een stevig onderzoekend vermogen is het makkelijker om te gaan met de uiteenlopende kennisvragen die zich tijdens hun werk voordoen. Dit boek biedt studenten op de lerarenopleiding het gereedschap om onderzoekend vermogen te ontwikkelen. In drie delen komen er typische beroepssituaties aan bod, zoals het ontwerpen van lessen of het creëren van een veilig pedagogisch klimaat. Vragen die onder meer aan de orde komen zijn: hoe kom je tot de juiste onderzoeksvragen? Hoe bepaal je de passende grondigheid om die vragen te beantwoorden? Hoe doorloop je eventueel een onderzoekscyclus om te komen tot een antwoord? En wat betekenen de uitkomsten voor je handelen als docent? Al werkenderwijs krijg je daarbij diverse methoden van dataverzameling en -analyse aangereikt die makkelijk toepasbaar zijn in je werk als leraar. Onderzoekend vermogen ontwikkelen in je lerarenopleiding is geen handboek waarmee je leert om onderzoek te doen, maar een praktijkboek dat draait om hoe je als docent komt tot adequate, relevante en bruikbare antwoorden op vragen ter bevordering van je professionele ontwikkeling.
Het hoger beroepsonderwijs staat voor de taak om professionals op te leiden die in staat zijn om hun werk goed uit te voeren. Daarnaast dienen ze een bijdrage te leveren aan innovatie en het oplossen van steeds complexere maatschappelijke vraagstukken. Om studenten hier goed op voor te bereiden, heeft het ontwikkelen van onderzoekend vermogen de laatste jaren grote aandacht gekregen in de curricula van associate degrees, bachelor- en masteropleidingen. Gezien deze complexere eisen aan aankomende professionals, is de kwaliteit van docenten nog essentiëler geworden (Darling-Hammond et al., 2017).
Eerder onderzoek toont aan dat de leerkrachtinterventies, wanneer leerlingen werken met ICT-roboticaomgevingen, bijdragen aan de beslissingsvaardigheid van leerlingen bij het oplossen van programmeerproblemen. Ook is aangetoond dat het de leerkracht moeite kost om terughoudend te zijn wanneer leerlingen m.b.v. ICT een probleem moeten oplossen. Deze terughoudendheid van de leerkracht is een belangrijke voorwaarde om onderzoekend leren en probleemoplossend handelen op basis van ICT-omgevingen bij leerlingen mogelijk te maken. In plaats van een zekere terughoudendheid te betrachten interveniëren leerkrachten vaak vanuit zichzelf om informatie te verstrekken of wanneer moeilijke problemen opgelost moeten worden waarbij misconcepties dreigen te ontstaan. Het doel van het project is om vast te stellen welke leerkrachtinterventies werken en wat daar de opbrengst van is binnen een ICT-programmeeromgeving. De beoogde resultaten bestaan enerzijds eruit dat leerlingen van zowel onderbouw, middenbouw als bovenbouw in staat zijn om: - te programmeren met behulp van LEGO materiaal; - zodanig te programmeren dat ze systematisch een probleem aanpakken; - zodanig te programmeren dat ze binnen een statische of dynamische programmeeromgeving en programmeerprobleem kunnen oplossen; en bestaan anderzijds eruit dat in kaart wordt gebracht welke leerkrachtinterventies werken en wat daarvan de opbrengst is.
Om tegemoet te komen aan de eisen die gesteld worden aan werknemers in de huidig snel veranderende samenleving heeft de NHL Stenden Hogeschool gekozen voor een nieuw onderwijsconcept, namelijk Design Based Education (DBE). DBE is gebaseerd op het gedachtegoed van Design Thinking en stimuleert iteratieve en creatieve denkprocessen. DBE is een student-georiënteerde leeromgeving, gebaseerd op praktijk-, dialoog-, en vraaggestuurde onderwijsprincipes en op zelfsturend, constructief, contextueel en samenwerkend leren. Studenten construeren gezamenlijk kennis en ontwikkelen een prototype voor een praktijkvraagstuk. Student-georiënteerde leeromgevingen vragen andere begeleidingsstrategieën van docenten dan zij gewend zijn. Van docenten wordt verwacht dat zij studenten activeren gezamenlijk kennis te construeren en dat zij nauw samenwerken met werkveldprofessionals. Eerder onderzoek toont aan dat docenten, zelfs in een student-georiënteerde leeromgeving, geneigd zijn terug te vallen op conventionele strategieën. De overstap naar een ander onderwijsconcept gaat dus blijkbaar niet vanzelf. Collectief leren stimuleert docenten de dialoog aan te gaan met andere docenten en werkveldprofessionals met als doel gezamenlijk te experimenteren en collectief te handelen. De centrale vraag van het postdoc-onderzoek is het ontwerpen en ontwikkelen van (karakteristieken van) interventies die collectief leren van docenten en werkveldprofessionals stimuleren. Het doel van het postdoconderzoek is om de overstap naar DBE zo probleemloos mogelijk te laten verlopen door docenten te ondersteunen DBE leeromgevingen te ontwikkelen in samenwerking met werkveldprofessionals en DBE te integreren in hun docentactiviteiten. De onderzoeksmethode is Educational Design Research en bestaat uit vier fasen: preliminair onderzoek, ontwikkelen van prototypes, evaluatie en bijdrage aan de praktijk. Het onderzoek is verbonden aan het lectoraat Sustainable Educational Concepts in Higher Education en wordt hiërarchisch en inhoudelijk aangestuurd door de lector. Docenten, experts, werkveldprofessionals en studenten worden betrokken bij het onderzoek. Dit onderzoek kan zowel binnen als buiten de hogeschool een bijdrage leveren omdat steeds meer hogescholen kiezen voor een ander onderwijsconcept.
De wens en noodzaak om het onderwijs goed af te stemmen op verschillen tussen leerlingen zijn groter dan ooit. Het afstemmen op verschillen tussen leerlingen vraagt complexe differentiatievaardigheden en kennis van de leraar, naast het omgaan met praktische uitdagingen. Om te differentiëren maken leraren keuzes ten aanzien van leerdoelen, leeractiviteiten en groeperingsvormen op basis van verwachtingen die zij vormen over individuele leerlingen. Meestal vormen leraren accurate verwachtingen van hun leerlingen. Echter, van gestigmatiseerde groepen leerlingen vormen leraren soms onterecht lage verwachtingen. Deze lage verwachtingen kunnen, onbewust en onbedoeld, het handelen van de leraar beïnvloeden. Het is nog onvoldoende duidelijk hoe professionalisering leraren het beste kan helpen bij het afstemmen op diversiteit. De praktijkvraag van de betrokken werkveldpartijen is dan ook: ‘Hoe kunnen leraren door voortgezette professionalisering geholpen worden om beter af te stemmen op diversiteit in hun klas?’ In dit project werken een Hogeschool, een Universiteit en drie werkveldpartners samen om deze vraag te beantwoorden in drie deelstudies. Gestart wordt met een onderzoek naar de huidige praktijk; het handelen, de opvattingen, de dilemma’s van leraren worden in kaart gebracht, naast de manier waarop zij verwachtingen vormen. In deelstudie 2 wordt onderzocht welke inhouden en vormen van voortgezette professionalisering leraren als effectief ervaren voor hun ontwikkeling op het gebied van het afstemmen op diversiteit in de klas. In deelstudie 3 wordt een professionaliseringsinterventie ontwikkeld, geïmplementeerd en geëvalueerd wat betreft de effecten op het handelen, de opvattingen, dilemma’s en de vorming van leerkrachtverwachtingen. Daarnaast wordt het effect van de interventie op de mate van ondersteuning die leerlingen van hun leraar ervaren onderzocht. Op basis van de uitkomsten van de drie deelstudies ontwikkelen we een passend professionaliseringspalet voor leraren ten behoeve van het afstemmen op diversiteit in de klas in de vorm van onder meer een routekaart en inspiratiekaarten voor leraren.