Bij de Hogeschool van Amsterdam is een nieuwe aanpak ontwikkeld voor studenten pedagogiek in de afstudeerfase. De basis wordt gevormd door wekelijkse online meetings met relatief kleine groepen in een online leer-ontmoetingsruimte (afstudeercafé). De chat is 24/7 beschikbaar waardoor laagdrempelig contact met medestudenten en docenten mogelijk is. Studenten krijgen verschillende keuzemogelijkheden, waardoor zoveel mogelijk maatwerk wordt geleverd om een zo optimaal mogelijke mix te kunnen realiseren per student van online en aanvullend fysieke bijeenkomsten. De vragen die centraal staan zijn: is het online mogelijk om betrokkenheid te creëren? Wat hebben docenten nodig om in een online leer-ontmoetingsruimte hun studenten te begeleiden? Uit de resultaten blijkt dat betrokkenheid online goed gerealiseerd kan worden. Studenten helpen en ondersteunen elkaar en delen kennis en ervaringen via een laagdrempelige chat. De tijd- en plaatsonafhankelijke begeleiding wordt als flexibel, inclusief en efficiënt ervaren. Docenten hebben een open, verbindende en actieve houding nodig in een rol als online coach. Door een deel van de docenten wordt deze rol als lastig ervaren. Studenten geven aan dat het combineren van de studie met persoonlijke omstandigheden, zoals een baan, gezin, ziekte, psychische problematiek, functiebeperking of mantelzorg, door de flexibele vorm beter mogelijk is. De werkwijze kan een aanvulling vormen op bestaande manieren om studenten toegankelijk en inclusief onderwijs te bieden.
MULTIFILE
Hoe veilig is het internet voor jongeren? Zijn online pesterijen, seksuele intimidatie en online oplichting eerder uitzondering of regel? Hoe gaan jongeren om met desinformatie en nepnieuws? Kortom, wat speelt er in deze coronatijd nu jongeren nòg meer afhankelijk zijn van internet? Dit rapport beschrijft de resultaten van een onderzoek naar online veiligheid en mediawijsheid onder 423 Amsterdamse scholieren in het voortgezet onderwijs.
DOCUMENT
Het project Online tools voor de jeugdprofessional wil professionals voorzien van direct toepasbare tools op het gebied van online hulp- en dienstverlening, opdat zij goede toegang kunnen bieden tot faciliteiten op het gebied van zorg en welzijn. Onder jeugdprofessionals verstaan we alle beroepskrachten die in contact komen met jeugd en gezinnen: van kinderopvangmedewerkers tot huisartsen, van sportleraren tot muziekdocenten, van pedagogen tot sociaal verpleegkundigen. Studenten van Zuyd en Fontys Hogeschool Pedagogiek werken onder begeleiding van docenten aan dit project. Daarnaast waren enkele projectleden actief in het uitvoeren van bevragingen bij jeugdprofessionals. Fase 1 liep van september 2014-december 2014. In deze periode zijn plm. 150 online tools beschreven, 9 factsheets geplaatst en 90 jeugdprofessionals gesproken over de knelpunten en kansen in het werken met online tools. Dit levert stof voor het maken van o.a. nieuwe factsheets. Zie het rapport voor meer informatie en details. In Fase 2 (2015) ligt het accent op onderzoek naar diverse aspecten van het gebruik van online tools, waaruit meer factsheets voortkomen, en focus groep gesprekken om de voorwaarden voor acceptatie van het werken met online tools te verhelderen.
DOCUMENT
Dit document is geschreven voor docenten die stagiairs begeleiden en ter ondersteuning daarvan de Stage-App gaan gebruiken. Het doel is om praktische tips en inzichten te geven voor het (deels) online begeleiden van stagiairs. Deze handreiking bestaat uit drie onderdelen: 1) Wat is bekend over goede (online) stagebegeleiding? 2) Hoe werkt de Stage-App? 3) Hoe gebruik je de Stage-App in het stagebegeleidingsproces? Dit rapport hoort bij https://www.hu.nl/onderzoek/projecten/online-stagebegeleiding
DOCUMENT
In de eerste twee delen van het proefschrift vindt u informatie over online opvoedingsondersteuning in het algemeen. Welke studies zijn daarover gepubliceerd? Hoe zien de onderzochte online programma’s voor ouders eruit? Welke kenmerken hebben ze? Hoe effectief zijn ze? In de drie andere delen gaan we dieper in op het eenmalig e-mailconsult. Er zijn veel organisaties in Nederland die ouders de gelegenheid bieden om een advies per e-mail te ontvangen, vaak via een web-formulier of een button op een website. Kunnen beroepskrachten deze vorm van online communicatie gebruiken om ouders te begeleiden naar méér empowerment? In deze brochure leest u een beknopte samenvatting van het proefschrift.
DOCUMENT
Deze review van de literatuur richt zich in het bijzonder op de sociale dynamiek rondom geweld in de publieke ruimte. In gevallen waarin de online dynamiek het gebruik van geweld oproept of stimuleert spreken we van ‘online aanjaging’. Hoe kunnen netwerkpartners die verantwoordelijk zijn voor de openbare orde en veiligheid zich in deze online dynamiek mengen, en welke gevolgen heeft de online aanwezigheid van deze netwerkpartners? Gemeenten werken in deze vraagstukken samen aan een integrale aanpak in een netwerk van partners zoals politie en jongerenwerk, maar ook scholen en reclassering. Om het raakvlak met het werkveld voldoende te borgen is de review aangevuld met een stakeholdersbijeenkomst van AcVZ met netwerkpartners, waarnaar we op relevante plaatsen in dit rapport verwijzen. Deze vond plaats voordat de review is uitgevoerd.
DOCUMENT
De hoge percentages van het aantal mensen dat te maken krijgt met online haat of bedreigingen, liegen er namelijk niet om. De sociale norm dat online discriminatie onacceptabel en niet oké is, lijkt nauwelijks aanwezig. Van augustus 2019 tot en met augustus 2022 heeft het project #DatMeenJeNiet van Movisie, Hogeschool Inholland en Diversity Media geprobeerd om een steentje bij te dragen aan het veranderen van deze norm. Dit is het eindrapport van de onderzoeken die zijn uitgevoerd binnen dit project.
DOCUMENT
In deze literatuurverkenning worden de gevonden voorwaarden en condities voor het geven van online justitiële interventies1 kritisch besproken.
DOCUMENT
Dit rapport bevat de resultaten van een kwalitatief onderzoek, waarvoor meerdere docenten van Inholland werden geïnterviewd naar de wijze waarop zij zich geprofessionaliseerd hebben in het verzorgen (en ontwerpen) van onderwijs tijdens de coronapandemie. Aan hand van de gesprekken kunnen we hierin twee fasen onderscheiden: voor de zomer van 2020 en daarna. In het rapport beschrijven we zowel deze fasen als de voor- en nadelen die docenten ervaren hebben. Daarnaast gaven docenten aan wat zij nodig hebben om een combinatie van fysiek en online onderwijs mogelijk te maken. Om blended learning (verder) te ontwikkelen, beschrijven we in het rapport ook een aantal overwegingen die hierbij van belang zijn.
DOCUMENT
Dit onderzoek is een eerste verkenning in Nederland naar de impact op slachtoffers van online delicten, de behoeften van slachtoffers en de verantwoordelijkheden van politie, justitie en andere instanties bij de afhandeling van dergelijke delicten. Daarbij is er bijzondere aandacht voor de vraag in hoeverre en hoe de situatie en behoeften van slachtoffers van online criminaliteit afwijken van de situatie en behoeften van slachtoffers van traditionele offline delicten. Immers, als daar meer zicht op is wordt ook duidelijk of het bestaande slachtofferbeleid – dat ontwikkeld is voor traditionele offline delicten – voorziet in de behoeften van slachtoffers van online criminaliteit. Onder de noemer ‘online criminaliteit’ vallen diverse delicten die kunnen worden onderverdeeld in twee categorieën: cybercriminaliteit en gedigitaliseerde criminaliteit. Onder cybercriminaliteit vallen delicten waarbij de ICT-structuur zelf doelwit is én waarbij voor het plegen van dat delict ICT van wezenlijk belang is voor de uitvoering. Voorbeelden zijn het hacken van een database met persoonsgegevens of het platleggen van een website van een bank met een zogenaamde DDoS-aanval. Dit soort delicten wordt ook wel cyber dependent crimes genoemd. Onder gedigitaliseerde criminaliteit vallen traditionele offline delicten die ook online kunnen worden gepleegd. Voorbeelden zijn fraude via internet en de verspreiding van kinderpornografisch materiaal. Dit soort delicten wordt ook wel cyber enabled crimes genoemd. LinkedIn: https://www.linkedin.com/in/rutgerleukfeldt/
DOCUMENT