© 2025 SURF
geen samenvatting
DOCUMENT
Gezondheidscommunicatie en de psychologie van gedrag
DOCUMENT
Vergeet de ruzies die volwassenen erover maken en kijk door de ogen van een kind. Een kind kan vele pieten aan, als de mythe maar intact blijft. In dit artikel in Trouw 11-11-2015 komen twee pedagogen aan het woord over de zwartepietendiscussie, onder wie lector Christa Nieuwboer van Fontys Hogeschool Pedagogiek.
DOCUMENT
Dit rapport biedt een diepgaand inzicht in de belangrijke rol die de kinderopvang speelt in de eerste 1000 dagen van een kind's leven. Deze periode, die begint vóór de geboorte en duurt tot het kind twee jaar oud is, vormt de essentiële basis voor de biologische, sociale, motorische en cognitieve ontwikkeling van een kind. Het is een tijd waarin de fundamenten worden gelegd voor de toekomst van elk kind. Uit ons onderzoek blijkt het belang van de kinderopvang als een unieke kans om actief bij te dragen aan de ontwikkeling van kinderen. Tijdens hun verblijf in de kinderopvang krijgen kinderen niet alleen een veilige en liefdevolle omgeving, maar worden ze ook gestimuleerd met activiteiten die hun ontwikkeling bevorderen. Daarnaast fungeert de kinderopvang als een waardevolle bron van ondersteuning voor ouders, waar ze advies kunnen vragen en worden doorverwezen naar relevante hulpbronnen en diensten. Tenslotte benadrukt het rapport ook het belang van de kinderopvang als werkgever. Pedagogisch medewerkers hebben behoefte aan een ondersteunende werkomgeving met collega's waarop ze kunnen vertrouwen. Een redelijke werkdruk, kansen voor persoonlijke ontwikkeling en samenwerking met ouders en jeugdgezondheidszorg worden als essentieel beschouwd voor het succes van de kinderopvang.
MULTIFILE
Vanuit identiteitstheorieën richt dit onderzoek zich op de identiteitsontwikkeling van jongeren en het maken van keuzes, in het bijzonder de studiekeuze.
MULTIFILE
Lopend onderzoek in het kader van de onderzoekslijn Kind, Taal & Ontwikkeling.Deze onderzoekslijn maakt deel uit van het Lectoraat Transparante Zorgverleningen en het Lectoraat Integraal Jeugdbeleid. Effectief kunnen zuigen en slikken is voor baby’s één van de eerste noodzakelijke levensbehoeften en zeker bij prematuur geboren baby’s. Uit het onderzoek Da Costa e.a. (2010) blijkt dat maar liefst 62% van de prematuur geboren kinderen met een normaal geboortegewicht een afwijkend zuigpatroon heeft. Verschillende onderzoekers (Palmer en Heyman, 1999; Medoff-Cooper et al., 1989; Mizuno en Ueda, 2005) verwachten dat een afwijkend zuigpatroon op babyleeftijd een indicatie is voor afwijkingen in de latere ontwikkeling van deze kinderen op diverse ontwikkelingsgebieden. Een reden om te veronderstellen dat een dergelijke relatie bestaat is dat een intact centraal zenuwstelsel een voorwaarde is voor de coördinatie van zuigen, slikken en ademen na de geboorte. Het fout lopen van die coördinatie kan een uiting zijn van beschadigingen in of het abnormaal functioneren van gebieden van het centraal zenuwstelsel, die betrokken zijn bij de ontwikkeling van complexere vaardigheden, zoals motoriek en cognitie. Duidelijke onderzoeksgegevens zijn hierover echter nog niet voorhanden.
LINK
Kinderen zijn van nature nieuwsgierig en onderzoekend, maar hoe haal je het beste uit een kind? Recente (inter)nationale studies wijzen uit dat leerprocessen dynamisch van aard zijn; leren komt in interactie tot stand en de uitkomst is niet voorspelbaar. Een statische opvatting over talent of ontwikkeling, zoals “je hebt een wiskunde knobbel”, blijkt niet langer houdbaar. Wat is talent? Hoe stimuleer ik het? Hoe ga ik om met diversiteit? Centrale vragen die aan de orde komen in dit brede, vakoverstijgende handboek. Vanuit een vernieuwende dynamische visie op talentontwikkeling leert het je met andere ogen te kijken naar kinderen en het maximale uit alle leerlingen te halen. Talentgerichte ontwikkeling op de basisschool introduceert een procestheorie die praktische handvatten biedt voor het herkennen en stimuleren van talentvol gedrag. In deze theorie wordt uitgelegd hoe alle kinderen binnen hun eigen mogelijkheden kunnen excelleren. Het boek gaat in op vijf principes van talentontwikkeling en de rol van de leerkracht in de talentdriehoek – de interactie tussen leerkracht, leerling en leeromgeving. De ondersteunende website bevat opdrachten en links naar verdiepende bronnen en filmpjes. Voor docenten zijn er Powerpoints en een docentenhandleiding beschikbaar.Talentgerichte ontwikkeling op de basisschool is bedoeld voor (aankomende) leerkrachten, en is ook interessant voor alle andere professionals in het basisonderwijs.
LINK
There is a central dilemma embedded in the relationship between teachers and researchers. Teachers know the story of the classroom well, but they are seldom asked to tell their stories, nor do they usually have the opportunity. Researchers, on the other hand, are skilled at telling certain things about classrooms, but they often miss the central stories that are there. This divergence can lead to different opinions on what teaching is about and what is important within it. To bridge this gap, we describe an approach which puts the teacher and the student at the centre. With respect to emotional and behavioural problems of students, we underline the notion of student-teacher compatibility, deriving from theories emphasizing the transactional/reciprocal nature of human behaviour. One of the aims of the Lectorship and Knowledge Network Behavioural Problems in School Practice, is to identify at-risk-teachers (i.e. those most vulnerable to the presence of behaviourally challenging students and parents) so that interventions, both in initial teacher training as well as in inservice training can be applied to help them develop adequate attitudes and coping-skills. In clinical supervision, peer coaching or reflective practice, these teachers can be helped to consider in what way student and parental problem behaviour contribute to their loss of satisfaction, their feelings of self doubt, perceived disruption of the teaching process, and their frustration working with parents.
DOCUMENT