In dit magazine wordt verslag gedaan van onderzoeksprojecten binnen de thema's vakdidactiek, opleidingsdidactiek en Beroepsgerichte Didactiek / Leven Lang Ontwikkelen. Het themagebied Vakdidactiek richt zich op de didactiek van schoolvakken in het voortgezet onderwijs. Het themagebied Opleidingsdidactiek richt zich op de didactiek van het opleiden van studenten in de lerarenopleiding. Het themagebied Beroepsgerichte Didactiek en Leven Lang Ontwikkelen richt zich op de didactiek van het opleiden voor een beroep en op de didactiek voor het ondersteunen van leren in werk en loopbaan.
MULTIFILE
Geen samenvatting beschikbaar
DOCUMENT
Bij het opleiden van leraren is de relatie tussen opleidingstheorie en de schoolpraktijk vaak lastig. Tot midden jaren negentig lag het primaat vaak bij de theorie. In deze bijdrage wordt een project uit de jaren 1993-1996 beschreven en gekvalueerd, waarin het tijdstip en de aard van het aanbieden van onderwijskundige theorie in de tweedegraads lerarenopleiding afhankelijk wordt gemaakt van in de schoolpraktijk door studenten ervaren vragen en problemen. Scholen waren opdrachtgever en formuleerden praktijkgerichte opdrachten en projecten waarmee studenten aan de slag gingen. Een vorm van werkplek leren avant la lettre in 1995, met een eervolle vermelding van de toenmalige visitatiecommissie onder leiding van mevr. Ginjaar-Maas.
DOCUMENT
De ervaring en expertise die opleiders zelf als leraar van leerlingen hebben, vormen - zo blijkt uit de literatuur - op zichzelf geen voldoende voorbereiding voor het begeleiden van nieuwe leraren. Dit inzicht leidt tot de vraag van beleidsmakers en onderzoekers welke kennisbasis en competenties lerarenopleiders dan nog meer nodig hebben. Uitgaande van de verschillende relaties van lerarenopleiders ten opzichte van de nieuwe leraren die zij op de werkplek ondersteunen, geven we in deze bijdrage een overzicht van drie verschillende 'typen' lerarenopleiders (en de uiteenlopende benamingen daarvoor). Vervolgens gaan we in op de ontwikkeling van kennisbases en beroepsstandaarden voor deze drie typen lerarenopleiders.
DOCUMENT
Leerlingen verdienen een leraar die competent is, lesgeeft met passie en zich blijft ontwikkelen. Een kwalitatief hoogwaardige lerarenopleiding, waarin leren op de werkplek een belangrijk element is, zorgt voor zo’n beste leraar. Op de werkplek vindt zowel formeel als informeel leren plaats. Het leren op de werkplek is veelzijdig, authentiek, contextgebonden, gericht op socialisatie en betekenisverlening. Daarbij is zelfsturing door de lerende essentieel. Opleiden op de werkplek heeft als basis het verbinden van authentieke ervaringen met kennis en het stimuleren van zelfsturing door aanstaande leraren. Het lectoraat wil door middel van praktijkonderzoek een integratieve didactiek voor het leren op de werkplek ontwikkelen.
DOCUMENT
Bijdrage aan brochure: Lorist, P., Swennen, A. (red.), Maatschappelijke wortels van lerarenopleidingen. Utrecht: Hogeschool Utrecht
DOCUMENT
In de omgeving van de lerarenopleidingen zijn veel stakeholders en intermediaire organisaties actief die van invloed zijn op of ondersteunend (willen) zijn voor het werk van lerarenopleiders. Door de grote diversiteit van kennisgebieden en van organisaties en stakeholders is er geen sprake van een eenduidige kennisinfrastructuur die de totale kennis rond het opleiden van leraren ontsluit. Dat maakt het lastig voor (beginnende) lerarenopleiders om kennis en informatie eenvoudig te vinden en om goed op de hoogte te blijven van relevante ontwikkelingen. Doel van dit hoofdstuk is om lerarenopleiders meer wegwijs te maken in het vinden van voor hun werk relevante organisaties en bronnen. Dit hoofdstuk1 begin met een inleiding hoe je je tot dit externe netwerk kunt verhouden. Vervolgens wordt in drie blokken een uitgebreid overzicht gegeven van organisaties en bronnen. Eerst wordt ingegaan op de professionele en (vak) inhoudelijke landelijke infrastructuur: de activiteiten van de Vereniging Lerarenopleiders Nederland en algemeen professionaliseringsaanbod voor lerarenopleiders; de infrastructuur rond schoolvakken en vakdidactiek met portals op het terrein van algemene opleidingsdidactiek, samen opleiden, onderwijsinnovatie en onderwijsonderzoek. Het tweede blok verwijst naar (digitale) bronnen betreffende de beleidsmatige infrastructuur van lerarenopleidingen, speciale opleidingstrajecten en de kaders in wet- en regelgeving. Het laatste blok geeft informatie over relevante internationale organisaties en voor lerarenopleiders relevante tijdschriften.
DOCUMENT
Het primaire doel van het project ‘het Leren van de toekomst 3’ is de versterking van de innovatiekracht van de lerarenopleidingen voor het basisonderwijs door de inzet van innovatieve ICT-toepassingen en technologie om het onderwijs voor docenten, studenten en leerlingen toekomstgerichter te maken. Het begrip innovatiekracht is ten behoeve van dit onderzoek nader gedefinieerd om de onderzoeksinstrumenten uit te kunnen werken die deze innovatiekracht meetbaar moeten maken. Innovatiekracht heeft primair te maken met het vermogen, van zowel de opleiders als een opleiding als geheel, om het didactisch handelen te transformeren als reactie op een onvrede met de bestaande situatie, waarbij de mogelijkheden van technologie en ICT-toepassingen optimaal worden benut. Het project moet resulteren in overdraagbare kennis voor andere lerarenopleidingen voor het basisonderwijs met betrekking tot het experimenteren met en het onderzoeken en inzetten van innovatieve ICT-toepassingen en technologie, zodat deze opleidingen studenten optimaal kunnen voorbereiden in het zo goed mogelijk gebruik te maken van ICT in hun toekomstige onderwijsloopbaan.
DOCUMENT
Ontwikkelingen in de maatschappij, in het bijzonder de ontwikkeling richting een kennismaatschappij, vereisen voor het onderwijs de ontwikkeling van een praktijkgericht en vraaggestuurd onderwijsmodel (Meijers, 2006). Studieloopbaanbegeleiding (slb), gericht op het realiseren van een loopbaangerichte leeromgeving waarin zelfsturing centraal staat, is in het hoger beroepsonderwijs (hbo) sectorbreed ontwikkeld en ingezet als een belangrijk middel hierbij. Landelijk, kwantitatief onderzoek (Kuijpers & Meijers, 2009) heeft laten zien dat het realiseren een dergelijke leeromgeving geen sinecure is. Middels nader kwalitatief onderzoek is inzicht verkregen in de manier waarop drie best practice academies invulling hebben gegeven aan slb. Uit de resultaten, samengevat in dit artikel, blijkt het belang van continu leren door studenten én docenten. In vervolg hierop hebben we literatuuronderzoek verricht naar het begrip 'collectief leren' als een belangrijke vorm van het leren van docenten. Met behulp van vragenlijstonderzoek zijn we nagegaan in welke mate hbo-docenten deze vorm van leren herkennen in hun dagelijkse praktijk. ABSTRACT Developments in society, in particular the development towards a knowledge economy, require educational institutes to develop an educational model that is both practice- and inquiry-based (Meijers, 2006). In order to support this process, Career Guidance, aimed at creating a career-oriented learning environment where students have a say in their own learning processes, is widely introduced in the higher vocational education sector. However, results from national, quantitative research (Kuijpers & Meijers, 2009) have shown that it is difficult to realize such learning environment. In a follow-up qualitative study we gained insight in the way three 'best practice' academies, as identified in the study by Kuijpers and Meijers (2009), have successfully developed and organized their Career Guidance program. Results, summarized in the current article, point to the importance of continuous learning by both students and teachers. Sequel to this study we have performed a review of relevant literature in order to explore the concept 'collective learning' as an important form of teacher learning. By means of a questionnaire we have verified the extent to which teachers in higher vocational education teacher teams recognize this type of learning in their daily work practice.
DOCUMENT
In dit rapport wordt verslag gedaan van de resultaten van een onderzoek naar ontwikkelwerkplaatsen die zijn geïnitieerd en uitgevoerd. Het onderzoek vond plaats in de periode januari 2019 - juni 2020 door onderzoekers van de lectoraten: Innovatieve Maatschappelijke Dienstverlening, Participatie Zorg en Ondersteuning en Jeugd van het Kenniscentrum Sociale Innovatie en met ondersteuning van het Lectoraat Methodologie van Praktijkgericht Onderzoek van de Hogeschool Utrecht. Het onderzoek is door al deze lectoraten uit eigen middelen gefinancierd. De aanleiding voor dit onderzoek was dat het moment zich ervoor leent samen met facilitators en onderzoekers van deze werkplaatsen terug te blikken en vooruit te kijken. De bedoeling ervan was niet alleen een evaluatie uit te voeren maar tevens te leren van deze ervaringen en bij te dragen aan de verdere ontwikkeling en onderbouwing van de ontwikkelwerkplaatsen als een succesformule voor praktijkonderzoek. Over het algemeen is namelijk de indruk dat de ontwikkelwerkplaatsen een krachtige stimulans vormen voor praktijkontwikkeling, maar het is nog niet zo eenvoudig aan te geven waardoor dit het geval is. Vragen die hiermee samenhangen zijn welke doelen worden nagestreefd en welke resultaten worden bereikt, wat werkzame elementen zijn en waarom ze in de ene situatie wel goed uitpakken en in een andere iets minder (zie Metz, 2020 voor een actueel en verhelderend overzicht van de stand van zaken).
DOCUMENT