In het artikel staat beschreven hoe binnen de opleiding Applied Science van Fontys Hogeschool Toegepaste Natuurwetenschappen in Eindhoven een Overall Toets ontwikkeld is die aansluit bij het competentiegerichte leren. In deze toets staat een casus over een actuele beroepssituatie centraal waarbij de vakgebieden chemie, biologie en technologie in de propedeuse geïntegreerd competentiegericht getoetst worden. De samenstellers laten zien hoe deze toets er uit ziet en geven aan wat de ervaringen er mee zijn.
DOCUMENT
In dit rapport worden toetsvormen systematisch beschreven. Het bevat achtergronden en de toetscyclus, van het ontwerp tot en met evaluatie, wordt steeds toegelicht. Docenten kunnen er ideekn uit opdoen en zo komen tot kwaliteitsverbetering van hun toetsen. Het boek kan daarnaast een instrument zijn voor de instituutsdirecteur, examencommissie , kwaliteitscovrdinator etc, voor kwaliteitszorg rondom het toetsingsbeleid. Er zijn meer dan 10 mogelijke indelingscriteria voor toetsvormen (zie het rapport studievorderingen en toetsbeleid. Er is gekozen voor een indeling naar vorm van de afname en respons (schriftelijk, mondeling, observatie, product) in of het een enkelvoudige of samengestelde toets betreft. Bij een enkelvoudige toets betreft het vaak iin type leerdoelen, welke door iin toets worden getoetst. De volgende toetsvormen worden toegelicht: schriftelijke open toetsen schriftelijke gesloten toetsen mondelinge toetsing observaties van gedrag practicum toetsing De volgende samengestelde toetsvormen worden toegelicht: toetsing van projecten toetsing van de oriknterende stage toetsing van de afstudeerfase portfolio assessment..
DOCUMENT
The need for excess weight gain prevention in disadvantaged young children is widely recognised. Early Childhood Education and Care teachers are potential key actors in early interventions to prevent overweight and obesity. This study examines the effects of a preschool-based intervention for teachers in promoting healthy eating and physical activity in young children. A cluster randomised controlled trial was conducted at 41 preschools in a deprived area of Amsterdam, The Netherlands. The intervention consisted of 2 programmes that were applied in succession: A Healthy Start and PLAYgrounds for TODdlers. The study period was 9 months. Primary outcomes were assessed via questionnaires and included teachers’ knowledge, attitude, food/activity-related practices, and level of confidence in promoting healthy behaviours. Secondary outcomes in this study were teachers’ and children’s BMI (z-score), body composition, dietary intake and physical activity level. Intention-to-treat analyses were performed using linear mixed models. In total, 115 teachers and 249 children (mean age 3.0 (0.2) years) were included. A positive effect on teachers’ knowledge about the Dutch dietary guidelines was found after the programme A Healthy Start (difference = 1.38; 1-sided 95% CL = 0.29; p = 0.02). This effect was not sustained at 9 months (difference = 0.34; 1-sided 95% CL = -0.76; p = 0.31). The overall intervention had a positive effect on 3 of the 5 attitude statements regarding a healthy lifestyle (difference ranged from 0.34 to 0.55) and on the practice scale Activity-related-Modelling (difference = 0.16; 1-sided 95% CL = 0.06; p = 0.01). No intervention effects were observed on food-related practice scales and the level of confidence in promoting healthy behaviours. At this stage, no effects were seen on teachers’ and children’s BMI (z-score). This study contributes to the professional development of Early Childhood Education and Care teachers and addresses the call for interventions to prevent overweight/obesity and to minimise health inequalities in young children.
MULTIFILE
Het verzamelen, interpreteren en produceren van informatie met multimedia (tekst gecombineerd met afbeeldingen) is een belangrijke vaardigheid die studenten zich eigen moeten maken. Met name in het natuurwetenschappelijk onderwijs, zoals Biologie (de context van dit onderzoek), spelen afbeeldingen en diagrammen een steeds belangrijkere rol. Het gegeven dat studenten meer leren van de combinatie van tekst en afbeeldingen dan van enkel afbeeldingen of enkel tekst, wordt het multimedia-effect genoemd. Waar veel onderzoek zich richt op het multimedia-effect bij leren, is er relatief weinig bekend over de effecten van multimediagebruik in toetsen. Een meta-analyse uit 2019 laat een overall positief effect zien op de nauwkeurigheid van de antwoorden van studenten (response accuracy). Echter, de resultaten van empirische studies lopen onderling sterk uiteen. De invloed van multimedia in toetsitems wordt significant beïnvloed door de functionaliteit van de afbeelding in een toetsitem. Mogelijk dat afbeeldingen in feedback die een student ontvangt na het maken van een item ook invloed hebben op het leereffect van de feedback. Diepgaand onderzoek naar het multimedia-effect in de toetsitems en de feedback kan de validiteit en effectiviteit van toetsen verhogen. Een within-group design waarbij enkel de functionaliteit van de afbeelding wordt onderzocht en andere moderators zo goed mogelijk gelijk worden gehouden ontbreekt tot op heden. Een mogelijk multimedia-effect bij feedback is nog nauwelijks onderzocht. Dit project richt zich op bovenstaande hiaten in de onderzoeksdata om zo te komen tot richtlijnen voor de itemconstructeurs bij multimediagebruik in toetsitems en voor studenten bij het beantwoorden van items. Hiervoor zullen drie experimentele onderzoeken in de context van de lerarenopleiding Biologie opgezet worden. In elke studie zal gevarieerd worden met de functionaliteit van afbeeldingen in de toetsitems en de feedback. De effecten ten aanzien van prestaties en cognitieve belasting worden gemeten met eye-tracking, toetsen en thinking aloud protocollen.
Het gezamenlijk beleven van (top)sportwedstrijden vormt voor kwetsbare volwassenen, met een gering sociaal kapitaal, een platform om de voor hen zo noodzakelijke sociale netwerken op te bouwen en in stand te houden. Wedstrijdbezoek is echter afhankelijk van factoren zoals vitaliteit, lichamelijke en geestelijke gezondheid, en financiële draagkracht. Wanneer deze wegvallen dreigt sociaal isolement en eenzaamheid, met alle persoonlijke en maatschappelijke gevolgen van dien. Digitale innovaties op het gebied van immersieve Augmented Reality (AR) kunnen een oplossing zijn om volwassenen die mentaal, fysiek of financieel niet in staat zijn om sportevenementen zoals ererdivisievoetbal bij te wonen, toch een stadion- en wedstrijdbeleving te bieden. Hiermee kunnen ze toch aansluiting blijven vinden bij hun sociale netwerken. In het beoogde project wordt AR content doorontwikkeld, en geprojecteerd over de glazen van een AR bril, met als doel de stadionbeleving van thuiswedstrijden van BVO PSV zoveel mogelijk op te roepen. AR-layers bestaan onder meer uit een persoonlijke welkomstboodschap van spelers van het eerste elftal van PSV, virtuele looproutes die toegang geven tot het stadion, en gedrag en geluid van virtuele mede-toeschouwers of spelers en artiesten. De mate waarin AR de beleving verrijkt wordt vervolgens getoetst in een experiment, waarbij de beleving van een voetbalwedstrijd met en zonder AR verrijking wordt gemeten in een stadion-setting en in een thuissetting. De beleving wordt gemeten met fysiologische signalen zoals hartslagvariabiliteit en huidgeleiding, die een objectieve maat vormen van emotionele engagement tijdens het stadion- en wedstrijdbezoek. Daarnaast wordt ook een subjectieve belevingsmaat ontwikkeld en gebenchmarkt (de belevingsimpact-score). Zo kan worden vastgesteld of de beleving van een wedstrijd in een thuissetting die verrijkt is met AR dichter in de buurt komt van een daadwerkelijke stadionbeleving.