Publinova logo

Search results

Products 26

product

Protecting your business against ransomware attacks?

Entrepreneurs are likely to be victims of ransomware. Previous studies have found that entrepreneurs tend to adopt few preventive measures, thereby increasing their chances of victimization. Due to a lack of research, however, not much is known about why entrepreneurs lack self-protective behaviors and how they can be encouraged to change said behaviors. Therefore, the purpose of this study is to explain, by means of an extended model of the Protection Motivation Theory (PMT), the motivation for entrepreneurs using protective measures against ransomware in the future. The data for our study were collected thanks to a questionnaire that was answered by 1,020 Dutch entrepreneurs with up to 250 employees. Our Structural Equation Modelling (SEM) analysis revealed that entrepreneurs are more likely to take preventive measures against ransomware if they perceive the risk of ransomware as severe (perceived severity), if they perceive their company as being vulnerable (perceived vulnerability), if they are concerned about the risks (affective response), and if they think that the people and companies around them expect them to apply preventive measures (subjective norms). However, if entrepreneurs think that they are capable of handling the risk (self-efficacy) and are convinced that their adopted preventive measures are effective (response efficacy), they are less likely to take preventive measures. Furthermore, for entrepreneurs that outsource IT security, the significant effect of perceived vulnerability and subjective norms disappears. The likelihood of entrepreneurs protecting their business against ransomware is thus influenced by a complex interplay of various motivational factors and is partly dependent on the business’ characteristics. Based on these findings, we will discuss security professionals’ prospects for increasing the cyber resilience of entrepreneurs, thus preventing cybercrime victimization.

DOCUMENT

Protecting your business against ransomware attacks?
product

Weerbaar tegen phishing: een verkenning van de onderliggende factoren bij zelfbescherming tegen phishing onder jongeren, ouderen en mkb’ers

Een grote groep Nederlanders wordt jaarlijks slachtoffer van phishing. Burgers en bedrijven nemen echter in te beperkte mate zelfbeschermende maatregelen. In dit onderzoek wordt in kaart gebracht welke factoren bijdragen aan de intentie om zelfbeschermende maatregelen te nemen tegen phishing door drie risicogroepen, namelijk jongeren, ouderen en mkb’ers. We passen de Protection Motivation Theory toe, en onderbouwen een uitbreiding van dit model met twee factoren: affectieve respons en subjectieve normen. Data is verzameld middels vragenlijstonderzoek bij een panelbureau onder jongeren (N=1179), ouderen (N=1191) en mkb’ers (N=1020). De sterkste voorspeller voor de intentie tot het nemen van zelfbeschermende maatregelen tegen phishing bleek de affectieve respons (zorgen maken om phishing), gevolgd door een negatief effect van zelfeffectiviteit en positieve effecten van waargenomen ernst (jongeren en mkb’ers) en subjectieve norm (mkb’ers). Implicaties van de bevindingen voor handhavers en interventies worden besproken.

DOCUMENT

Weerbaar tegen phishing: een verkenning van de onderliggende factoren bij zelfbescherming tegen phishing onder jongeren, ouderen en mkb’ers
product

Passive movement therapy in severe paratonia

Background: Paratonia causes severe movement dysfunction in late stage dementia. Passive Movement Therapy (PMT) is often used to decrease high muscle tone, but the efficacy has never been shown. The objective of this study is to investigate the effect of PMT on muscle tone after two and four weeks of treatment.Methods: This study comprised a multicenter single-blinded RCT. Nursing home residents with dementia (according to the DSM-IV-TR criteria) and moderate to severe paratonia were randomly assigned to either a PMT or control group. The PMT group received PMT three times a week over four weeks. The control group received no PMT. The primary outcome was the severity of paratonia as measured by the Modified Ashworth scale (MAS). Secondary outcomes were clinical change (Clinical Global Impression; CGI), caregiver's burden (modified patient specific complaints; PSC), and level of pain during morning care (Pain Assessment Checklist for Elderly with Limited Ability to Communicate, Dutch version; PACSLAC-D). All outcomes were assessed at baseline and after two and four weeks. The MAS, PACSLAC-D, and PSC data were subjected to multilevel mixed linear analysis, and the CGI data to cross-tabulation χ2 analysis.Results: One-hundred-and-one patients from 12 Dutch nursing homes participated in the study; data from 47 patients in the PME group and 54 controls were analyzed. Patients receiving PMT performed no better in paratonia assessments, nor on CGI, PSC, or PACSLAC-D, than controls in two and four week's time.Conclusion: PMT has no beneficial effects and should therefore not be recommended as an intervention in severe paratonia.Trial registration: Current Controlled Trials ISRCTN43069940

DOCUMENT

Projects 6

project

Bouw Techniek Innovatiecentrum (BTIC)

In 2016 is 'De Bouwagenda' gelanceerd, met het doel te komen tot een ambitieus vernieuwingsprogramma voor de grote maatschappelijke uitdagingen voor de gebouwde omgeving richting 2050. Daartoe horen de energietransitie, het gebruik van grondstoffen, klimaatverandering, mobiliteit, digitalisering en gezondheid. De opgaven zijn vertaald naar elf roadmaps en vijf doorsnijdende thema’s.

Finished
Bouw Techniek Innovatiecentrum (BTIC)
project

MeoHan; Methanol explorerend onderoek HAN

MeoHan - Methanol Explorerend Onderzoek, Hogeschool van Arnhem en Nijmegen. Maatschappelijk wordt steeds duidelijker dat in de transitie naar duurzame energie de verbrandingsmotor al op korte termijn kan zorgen voor een grote verduurzaming tegen beperkte kosten en laag gebruik van grondstoffen, wanneer de motor draait op hernieuwbare brandstof. Hierdoor is er op dit moment een toenemende interesse voor methanol als motorbrandstof, omdat dit op relatief eenvoudige wijze duurzaam te produceren is, eenvoudig is op te slaan en schoon en efficiënt in een motor toegepast kan worden. De interesse voor methanol zien we zowel vanuit het bedrijfsleven als vanuit overheid. Er is op dit moment echter nog geen eenduidige technische aanpak voor het toepassen van methanol in motoren, terwijl de markt en maatschappij daar wel om vragen. Vanuit Gutts bv en het Methanol Institute is er sterke behoefte aan inzicht in de (technische) mogelijkheden voor verschillende marktsectoren. Als HAN Automotive Research ondersteunen we graag een snelle en goede toepassing van methanol, en geven in het MeoHan project antwoord op de marktvraag hierover. In MeoHan willen we als HAN onderzoeken wat de voor methanol de meest succesvolle produkt markt technologie combinatie (PMTC) is om een snelle transitie mogelijk te maken. Hiervoor ondernemen we de volgende stappen: - Welke motorconcepten zijn technisch geschikt voor methanol? Hierbij spelen aspecten als emissies, rendement, carbon footprint en complexiteit van de ombouw een rol. - Voor welke sectoren in Nederland zijn de concepten geschikt, en wat zijn hier de stakeholders? - Uitvoeren van een experiment voor het meest kansrijke concept. Opdoen van praktijkervaring met methanol is hier de belangrijkste drijfveer. Op deze manier ontstaat een praktisch inzicht voor het werkveld in de sterktes en complicaties bij de toepassing van methanol, - Opzetten van een vervolgproject om een product / marktcombinatie uit te ontwikkelen.

Finished
project

Meten en Samen Beslissen: Patient-Reported Outcome Measures en Shared Decision Making bij Psychomotorische Therapie in de jeugd-ggz

In dit project werkt het lectoraat Bewegen, Gezondheid en Welzijn van Hogeschool Windesheim samen met kennisinstellingen, jeugdzorginstellingen, beroepsverenigingen en een oudervereniging. Het betreft organisaties voor de jeugd-ggz. Bij de behandeling van kinderen in de jeugd-ggz wordt de bijdrage van psychomotorisch therapeuten (PMT-ers) hoog gewaardeerd door cliënten, ouders en collega-behandelaren. De concrete en ervaringsgerichte manier van werken van PMT-ers vormt een belangrijk onderdeel van het palet aan behandelingen binnen de jeugd-ggz. PMT-ers hebben een grote behoefte aan informatie over de effecten van hun therapie. Door een gebrek aan instrumenten om behandeldoelen van PMT zoals de herkenning en regulatie van spanning en emoties en de verbetering van lichaamsbeleving te meten, is het voor hen echter niet mogelijk om: - het behandelresultaat van psychomotorische therapie (PMT) binnen de jeugd-ggz vast te stellen; - het verloop van een behandeling te monitoren en bespreekbaar te maken; - met de betrokken kinderen en hun naasten samen te beslissen over het vervolgtraject; - te voldoen aan de toenemende vraag naar de evidentie van PMT binnen de jeugd-ggz. Het doel van dit project is om PMT-ers kennis over meetinstrumenten in de vorm van Patient-reported Outcomes Measures (PROMs) te verschaffen waarmee zij voornoemde praktijkproblemen kunnen aanpakken. Dat leidt tot de volgende tweeledige onderzoeksvraag: 1) Welke PROMs kunnen worden ingezet om het specifieke resultaat van PMT bij kinderen in de jeugd-ggz op een gestandaardiseerde en valide wijze te meten? 2) Op welke wijze kan de toepassing van deze PROMs bijdragen aan Shared Decision Making in het kader van uitkomstgerichte zorg? Beoogde resultaten zijn: - databank met Nederlandstalige gevalideerde meetinstrumenten die als PROMs kunnen dienen ter evaluatie van psychomotorische interventies in jeugd-ggz; - digitaal portal voor de beroepsgroep; - trainingsaanbod voor PMT-ers over gebruiken van PROMs in jeugd-ggz; - trainingsaanbod voor PMT-ers over inzetten van Shared Decision Making in jeugd-ggz.

To be started