This paper assesses the sustainability performance of the banana value chain by comparing and discussing 25 attributes owing to different sustainability dimensions. The paper identifies critical aspects and provides a qualitative assessment of the sustainabilityperformances of banana chains at the local level. The study finds economic, social, and environmental indicators have moderate sustainability performance in the Arba Minch, Ethiopia. The chain has an advantage in terms of profitability, employment, and emissionof air pollutants; and constraints in terms of coordination, value share, profit margins, market diversity, product and market information, transportation, waste management, and safety and hygiene.
MULTIFILE
Abstract: Aureobasidium is omnipresent and can be isolated from air, water bodies, soil, wood, and other plant materials, as well as inorganic materials such as rocks and marble. A total of 32 species of this fungal genus have been identified at the level of DNA, of which Aureobasidium pullulans is best known. Aureobasidium is of interest for a sustainable economy because it can be used to produce a wide variety of compounds, including enzymes, polysaccharides, and biosurfactants. Moreover, it can be used to promote plant growth and protect wood and crops. To this end, Aureobasidium cells adhere to wood or plants by producing extracellular polysaccharides, thereby forming a biofilm. This biofilm provides a sustainable alternative to petrol-based coatings and toxic chemicals. This and the fact that Aureobasidium biofilms have the potential of self-repair make them a potential engineered living material avant la lettre. Key points: •Aureobasidium produces products of interest to the industry •Aureobasidium can stimulate plant growth and protect crops •Biofinish of A. pullulans is a sustainable alternative to petrol-based coatings •Aureobasidium biofilms have the potential to function as engineered living materials.
Dit artikel gaat over de mogelijke introductie van micro-aardappelen, ofwel microtubers, op de Europese markt en de uitdagingen met betrekking tot alkaloïden. Aardappelen zijn wereldwijd essentieel voor voedselzekerheid, maar microtubers, kleine aardappelknollen, blijven relatief onbekend. Nederlandse producenten overwegen deze kleine knollen te gebruiken voor voedselproducten, maar de aanwezigheid van alkaloïden is een belangrijk aandachtspunt. Alkaloïden zijn natuurlijke stikstofhoudende verbindingen die in veel planten voorkomen, waaronder aardappelen (Solanum tuberosum L.). Sommige alkaloïden, zoals solanine en chaconine, kunnen schadelijk zijn bij inname in grote hoeveelheden, terwijl andere gunstige effecten kunnen hebben, zoals antioxidanten-eigenschappen. De regulering en etikettering van alkaloïden in voedsel variëren, wat de uitdagingen voor producenten benadrukt. Hoewel er interesse lijkt te zijn in microtubers in de Europese fine dining sector, zijn er momenteel weinig aanwijzingen voor een aanzienlijke markt voor consumptie van deze kleine aardappelen in Europa. In Oost-Aziatische landen worden microtubers voornamelijk gebruikt als pootgoed, wat de huidige beperkte kennis over het marktpotentieel in Europa benadrukt. Dit artikel benadrukt het belang van zorgvuldige teeltpraktijken en marktonderzoek voordat er grootschalige investeringen worden gedaan in de commerciële teelt van microtubers voor consumptie in Europa. De wetgeving met betrekking tot alkaloïden is momenteel nog niet concreet, en verder onderzoek is nodig om de gezondheidseffecten en mogelijke risico's beter te begrijpen. Samengevat, dit artikel biedt inzichten in de potentie van microtubers op de Europese markt, waarbij rekening wordt gehouden met de aanwezigheid van alkaloïden en hun impact op gezondheid en voeding. Het stimuleert producenten en onderzoekers om de mogelijkheden van microtubers verder te verkennen en te benutten.
Verse producten als aardbeien en blauwe bessen zijn na de oogst beperkt houdbaar. Door de inzet van diverse technieken kan rijping en bederf van deze levende plantonderdelen geremd worden. Daarmee kan de houdbaarheid worden verlengd en verspilling worden voorkomen. Dat kunnen technieken tijdens de teelt zijn en na de oogst. Na de oogst gaat het om condities als temperatuur, luchtvochtigheid, zuurstofconcentratie en kooldioxideconcentratie. Om die condities goed in te kunnen stellen is het nodig de metabole activiteit van een batch te kennen. In de huidige afzetketens van verse producten is er echter onvoldoende tijd om die activiteit vast te stellen, waardoor er meestal een veilige maar suboptimale conditie wordt ingesteld. Dit beperkt de houdbaarheid en kan leiden tot onnodige voedselverliezen. In dit project wordt een snelle methode onderzocht waarmee de metabole activiteit zeer snel kan worden vastgesteld en adviezen voor in te stellen condities binnen uren kan worden gegeven. Daarbij wordt bovendien verkend wat de invloed van teeltcondities is op de houdbaarheid.