Getransformeerde religie in de postmoderne samenleving, haar verschijningsvormen in met name de jongeren popcultuur en de betekenis hiervan voor nieuwe vormen van religieuze en levensbeschouwelijke vorming en begeleiding.
DOCUMENT
Mijn stelling is dat normatieve professionalisering, in ons geval de professionalisering van leraren, een vorm is van levensbeschouwelijke vorming. Dat geldt zowel voor de professionalisering in de initiële opleidingen als voor de voortgaande ontwikkeling als professional in het onderwijs. Ik ga daarbij uit van een brede opvatting van levensbeschouwelijke vorming, waarbij het bij levensbeschouwing in een variant op de definitie van Brümmer, gaat om: ‘het totale complex van normen, idealen en eschatologische verwachtingen in het licht waarvan iemand zijn levenshouding richt en beoordeelt; een complex dat in zekere mate innerlijke consistentie vertoont en dat in zekere mate wordt geïntegreerd door eengrondovertuiging die eraan ten grondslag ligt’ (variant op Brümmer, 1975, 131-132) Bij een levensbeschouwing hoeft het in deze opvatting niet per se en primair te gaan om een gearticuleerde levensvisie, geworteld in een seculiere of religieuze traditie. Dat kan wel, maar hoeft niet en moet al helemaal niet als vanzelfsprekend worden voorondersteld. In het verlengde daarvan gaat het bij vorming dan ook om meer dan socialisatie en enculturatie. Het is de relatie tussen de begrippen Levensbeschouwelijke vorming, en hun relatie tot normatieve professionalisering, waar het in deze rede over gaat. Het verbinden van Levensbeschouwelijke vorming en Normatieve professionalisering, waarbij de laatste een concretisering van de eerste is, ervaar ik als een spannende onderneming en voor het opleiden van leraren staat er daarmee ook veel op het spel. Ik wil in deze openbare les deze verbinding graag nader verkennen.
DOCUMENT
In dit onderzoek in het kader van de kenniskring ‘Surfen naar Zin’ van het lectoraat Praktische Theologie van de Fontys Hogeschool Theologie Levensbeschouwing in samenwerking met de Fontys Pabo’s is een verkenning verricht naar doeloriëntaties van Pabo-studenten. De ‘jeugd van tegenwoordig’ waar Pabo-studenten nog recentelijk deel van uitmaakten heeft een andere oriëntatie op religie en levensbeschouwelijkheid dan zo’n dertig jaar geleden. Op basis van de theoretische concepten over religieus leren van Grimmitt is onderzocht welke doelen studenten voor zichzelf en het levensbeschouwelijke onderwijs hanteren. Immers oriëntaties van studenten zijn beïnvloedend voor de wijze waarop ze levensbeschouwing aan basisschoolkinderen onderwijzen. Inzicht in de voorkeursdoeloriëntatie zou kunnen leiden tot verhoging van de expertise en innovatie van het huidige Pabo curriculum op dit gebied. De volgende indeling van doeloriëntaties is gehanteerd: het monoreligieuze model - learning in religion - , het multireligieuze model - learning about religion - en het interreligieuze model - learning from religion -. Met behulp van een schriftelijke vragenlijst zijn 120 studenten bevraagd op hun oriëntaties. Het blijkt dat de onderzoeksgroep een voorkeur heeft voor het model van ‘learning about religion’ In hoeverre dit beïnvloed wordt door persoonskenmerken, culturele diversiteit, relaties tussen religies, vindplaatsen, perspectieven en alternatieven in religieus beleven is niet significant gebleken. Naar aanleiding van dit onderzoek wordt gepleit voor een aanpassing van het curriculum van de Pabo in de richting van het ‘learning about religion’ model en voor verder onderzoek naar de doeloriëntatie van leerkrachten, ouders en kinderen in de basisschool.
DOCUMENT
Van afgestuurde hbo-ers wordt verwacht dat ze praktische vraagstukken kunnen oppakken. De chaos waarin deze vraagstukken moeten worden opgepakt heeft tot gevolg dat sturen daarin moeilijk is. Dit blijkt ook uit de uitdaging van Natuurmonumenten om als maatschappelijk bewogen en ondernemende speler in contact te staan met haar omgeving, zonder afbreuk te doen aan haar missie om de natuur blijvend te beschermen. Aan deze uitdaging heeft Hogeschool Van HallLarenstein een bijdrage geleverd door samen met Natuurmonumenten en maatschappelijke partners te zoeken naar nieuwe coalities die moeten helpen bij het vormgeven van het Nieuwe Natuurmonumenten. Uiteindelijk heeft deze ervaring een aantal handvatten opgeleverd waarmee chaos op gecontroleerde manier in het onderwijs kan worden aangeboden. Dit doen wij onder andere door ontwerpend te werk te gaan en door onszelf- docenten - als student op te stellen.
DOCUMENT
Uit de Inleiding De Hogeschool van Utrecht heeft sinds september 2002 de leerstoel Monumentenzorg in de Praktijk. In de monumentenzorg en het restauratiebedrijf bestaat ongerustheid over de instroom van gekwalificeerd personeel op de restauratiegroeimarkt. De instelling van de leerstoel bij een hogeschool duidt op een praktische oriëntatie. Wat is "monumentenzorg in de praktijk"? Ik begin mijn betoog met de toenemende uitbreiding en verschuiving van het vakgebied, vervolgens vertel ik over de kennisbehoefte in de restauratiepraktijk en licht u ten slotte in over de opzet van restauratieonderwijs in Utrecht.
MULTIFILE
Rond 2015 werd middels practoraten een start gemaakt met het realiseren van een duurzame verbinding tussen praktijkonderzoek en onderwijsverbetering in het mbo. Een practoraat is een expertiseplatform binnen een mbo-instelling waar praktijk(gericht) onderzoek wordt uitgevoerd. Doel is het bijdragen aan onderwijsvernieuwing en verspreiden van kennis. Voor het bereiken van dit doel wordt van practoraten verwacht dat ze kennisbenutting van practoraatsopbrengsten in scholen stimuleren. De praktijkvraag was hoe practoraten aan deze verwachting kunnen voldoen. In voorliggend onderzoek is een model dat kennisbenutting als dynamische interactie adresseert gehanteerd om het proces van kennisbenutting in de context van practoraten te begrijpen en te bevorderen. Het onderzoek richt zich op de vraag welke strategieën practoren hanteren om kennisbenutting bij docenten(teams) te stimuleren, en welke strategieën docenten(teams) hanteren om kennis te benutten. Het onderzoeksdesign wordt gekenmerkt door het verbinden van activiteiten en praktische inzichten van practoraten in mbo-instellingen met onderzoeksactiviteiten en wetenschappelijke inzichten. Er zijn diverse kwalitatieve en kwantitatieve methoden van dataverzameling ingezet. We concluderen dat het model van kennisbenutting als een dynamische interactie zowel passend is voor de wijze waarop practoren kennisbenutting willen stimuleren en als wijze waarop docenten(teams) opbrengsten van practoraten benutten.
DOCUMENT
Inderdaad, er is een filosofie voor het Hoger Beroepsonderwijs, en wel de filosofie van de waarden. Zaken als "professioneel handelen", "professionele verantwoordelijkheid" en "normativiteit" gaan uit van de realiteit van waarden. De HBO-onderwijspraktijk en de HBO-onderzoekspraktijk vooronderstellen een zinvol, filosofisch kader, zoals ook de beroepspraktijk uitgaat van de zinvolheid van het professionele handelen. Daarom is het nodig dat we beschikken over een "kleine waardeleer". Waarden hangen samen met normen, met persoonlijke voorkeur en professionele eisen, maar voor alles zijn waarden ideeën die zich uitdrukken in het handelen. Daarom ook zijn radicale waarden voor ons van belang, waarden als rechtvaardigheid, schoonheid, duurzaamheid, vrijheid en tolerantie. Radicale waarden liggen ons na aan het hart. Zij zijn open geformuleerd en ze begeleiden ons handelen. Radicale waarden zijn soms theoretische waarden, maar in het bijzonder kennen we deze waarden als praktische waarden. Zij doen een appel op ons als mens, als burger en als beroepsbeoefenaar. Het onderzoek en onderwijs binnen het lectoraat Filosofie wil met studenten en medewerkers van Fontys Hogescholen waarden leren verkennen en onderzoeken, en maakt daarbij gebruik van filosofische dialogen, toegepast onderzoek, mooie teksten en beelden.
DOCUMENT
In onze samenleving zou niemand zich eenzaam of buitengesloten mogen voelen. Toch blijkt dit binnen de Nederlandse samenleving niet voor iedereen te gelden. Uit diverse onderzoeken blijkt hoe groot de impact van eenzaamheid is. Iedereen ervaart wel eens een gevoel van eenzaamheid, maar de impact van langdurige eenzaamheid door het gemis van diepgaande contacten is enorm. Dit kwalitatieve onderzoek gaat nader in op hoe eenzaamheid binnen de gemeente Woerden wordt ervaren. Woerden werd in het verleden als meest gemiddelde gemeente van Nederland gezien en blijkt ook op dit gebied niet enorm af te wijken van de landelijke bevindingen. Ook in Woerden ervaren veel mensen gevoelens van eenzaamheid en gebrek aan zingeving. Hoewel binnen de gemeente Woerden vele enthousiaste, kundige professionals en vrijwilligers binnen een grote verscheidenheid aan welzijnsorganisaties en kerkgemeenschappen hard werken om eenzaamheid terug te dringen of te voorkomen, zijn er volgens de onderzoekers nog stappen te zetten. Met name een zorgvuldige verwijzing en vindbaarheid van de diverse organisaties zou kunnen voorkomen dat inwoners door de bomen het bos niet meer kunnen vinden of hulp krijgen die geen recht doet aan hun persoonlijkheid en interessegebieden. Een praktische verwijskaart helpt zowel professionals, vrijwilligers als de inwoners op weg om voor iedere zorgvraag passende ondersteuning te vinden. Daarnaast kunnen ook inwoners zelf helpen bij het terugdringen van eenzaamheid door meer oog te hebben voor mensen die mogelijk kampen met gevoelens van eenzaamheid of zingeving binnen hun woonomgeving of kerkgemeenschap. Het gesprek aangaan en een oprecht luisterend oor bieden maakt al dat iemand zich gezien en gehoord voelt en weer mee gaat tellen. De onderzoekers hopen dat de aanbevelingen uit dit rapport het welzijn van de inwoners helpen te verbeteren en een bijdrage leveren aan een gezonde samenleving waarin iedereen meetelt en wordt gezien.
MULTIFILE
-
DOCUMENT
Gepubliceerd interview in ICT&health: Zorgaanbieder Omring heeft samen met Hogeschool InHolland een bijzonder lectoraat in het leven geroepen om inzichtelijk te maken welke kansrijke innovaties op het gebied van zorg en behandeling en technologie toepasbaar en uiteindelijk bewezen effectief zijn voor geriatrische revalidatie. Ook heeft Omring samen met onderwijsorganisatie Vonk het practoraat zorgtechnologie ingesteld. Het doel is praktijkgericht onderzoek te koppelen aan toekomstbestendige ouderenzorg, aan innovatie en aan professionalisering in het onderwijs en de beroepspraktijk.
DOCUMENT