Mensen met een fysieke, zintuiglijke, cognitieve of psychische beperking kunnen moeite hebben met het functioneren in de maatschappij. Zij worden vaak belemmerd in het vervullen van sociale rollen en in het uitvoeren van dagelijkse activiteiten. Rehabilitatie richt zich op de ondersteuning van maatschappelijke participatie en slaat een brug tussen de maatschappij en de zorg. Zowel zorgprofessionals als sociaal werkers gaan uit van de wensen en eigen kracht van mensen met beperkingen en ondersteunen de cliënten bij het ontdekken en realiseren hiervan. Handboek rehabilitatie voor zorg en welzijn helpt zorgprofessionals en sociaal werkers via het gebruik van de Individuele Rehabilitatie Benadering (IRB) de competenties te verwerven die nodig zijn om mensen maatschappelijk te ondersteunen. Het boek bestaat uit vier delen, die aansluiten bij de ontwikkelingen in zorg en welzijn. In deel 1 worden algemene concepten besproken, zoals herstel, verschillende rehabilitatiestromingen, stigmatisering en maatschappelijke steun. Ook de basisinformatie over de IRB vindt hier zijn plaats. Deel 2 bevat de toepassing van de rehabilitatietechniek in de wijk, zowel in het algemeen als meer specifiek op verschillende doelterreinen: wonen, werken, leren en sociale contacten. Deel 3 behandelt de toepassing van rehabilitatie als onderdeel van specialistische behandeling. Deel 4 beschrijft de toepassing bij specifieke doelgroepen, zoals mensen met een verslaving, niet-aangeboren hersenletsel (NAH), autisme, dak- en thuislozen, jongeren en ouderen. Elk hoofdstuk sluit af met studieactiviteiten.
LINK
Om de prehabilitatiezorg betaalbaar te houden, is het van belang om zorg op maat te leveren. De wijze van aanbod is daarnaast van cruciaal belang voor het slagen van prehabilitatie. Niet elke patiënt heeft gesuperviseerde training nodig. Sommige patiënten hebben voldoende aan leefstijladviezen via een mobiele app, terwijl anderen wél gesuperviseerde begeleiding nodig hebben van een zorgprofessional.Doel In dit project gaan we ‘prehabilitatie fenotypes’ ontwikkelen van kandidaten voor prehabilitatie op basis van persoonlijke kenmerken. Door deze subgroepen te onderscheiden kan vervolgens bepaald worden welke vorm van ondersteuning (denk bijvoorbeeld aan gesuperviseerd, digitaal of blended) per fenotype het meest geschikt is. Met behulp van deze prehabilitatie fenotypes krijgen zorgprofessionals in de praktijk concrete handvatten om prehabilitatiezorg op maat voor te schrijven. Hiermee worden er twee vliegen in één klap geslagen: gepersonaliseerde zorg én betaalbare zorg. Resultaten We gaan een cross-sectionele data-analyse uitvoeren op (in ieder geval) twee bestaande datasets. Er zal tevens geïnventariseerd worden of er aanvullende geschikte databases zijn in andere prehabilitatie-onderzoekscentra die meegenomen kunnen worden in de analyses. Beter Voorbereid: Beter Voorbereid is een multicentrum RCT naar het effect van een mobiele applicatie waarmee patiënten voor en na hun operatie adviezen krijgen over het optimaliseren van hun leefstijl en over het omgaan met stress rondom de operatie. Dit project is gesubsidieerd door SIA RAAK MKB. PAM-ONCO: PAM-ONCO is een observationele studie in het UMC Utrecht naar het verloop van het beweeggedrag en het fysiek functioneren van patiënten die een gastro-intestinale oncologische operatie ondergaan. Looptijd 15 mei 2022 - 31 december 2023 Aanpak Dit project wordt in samenwerking met het UMC Utrecht uitgevoerd en bestaat uit meerdere fases: Fase 1: Determinanten voor de analyse Op basis van consensus zal bepaald worden welke variabelen daadwerkelijk invloed kunnen hebben op de manier van ondersteuning van patiënten in de preoperatieve fase. Daarom zullen er in deze fase 1 of 2 consensusmeetings worden georganiseerd met experts om te komen tot een definitieve lijst voor de variabelen. Fase 2: Analyses De variabelen (zie fase 1) uit beide studies zullen worden gestandaardiseerd, samengevoegd en klaargemaakt voor data-analyses. Het plan voor de clusteranalyses wordt besproken met experts op dit gebied en op basis van hun adviezen geoptimaliseerd. Vervolgens zullen de analyses worden uitgevoerd om fenotypes te vormen. Fase 3: Vergelijken van klinische uitkomsten en patiëntkarakteristieken tussen fenotypes Na het bepalen van de fenotypes, zullen de klinische uitkomsten en patiëntkarakteristieken tussen de fenotypes worden vergeleken. Er zal een uitgebreidere beschrijving worden gemaakt van de kenmerken van patiënten binnen elk fenotype. De beschrijving van de fenotypes biedt de basis van de volgende fase. Fase 4: Bepalen welke fenotypes baat kunnen hebben bij welke interventies en begeleiding In vier focusgroepen (twee met patiënten en twee met experts) zal bepaald worden welk type ondersteuning/begeleiding en prehabilitatie-interventies past bij de verschillende fenotypes zoals gevonden in fase 2.
Jaarlijks worden er in Nederland ongeveer anderhalf miljoen operaties uitgevoerd. Na een operatie ontstaan vaak complicaties die het herstel van de patiënt ernstig kunnen belemmeren. Voor een beter herstel kan voorafgaand aan de operatie de belastbaarheid van de patiënt worden vergroot. Hiervoor wordt multimodale prehabilitatie ingezet, waarbij actief wordt geïntervenieerd op leefstijlfactoren zoals beweging, voeding, rookgedrag en alcoholgebruik. Eerstelijns MKB-fysiotherapeuten begeleiden prehabiliterende patiënten tijdens hun training. Het trainingsprogramma is gericht op het vergroten van de spierkracht en conditie. Patiënten volgen hiervoor driemaal per week een geprotocolleerd trainingsprogramma, gedurende een periode van ongeveer vier weken. Het trainingsprogramma is de centrale component van elk prehabilitatieprogramma en draagt in belangrijke mate bij aan een verbeterd postoperatief herstel. Voor het opstellen van een trainingsprogramma maken MKB-fysiotherapeuten gebruik van (regionale) protocollen en/of standaarden. Alhoewel deze voor een eenduidige aanpak zorgen, blijkt uit een steekproef bij 17 MKB-fysiotherapeuten dat deze nooit exact (kunnen) worden gevolgd. Patiënten verschillen immers in belastbaarheid, motivatie en/of beweegervaring, waardoor maatwerk noodzakelijk is. Een MKB-fysiotherapeut kan een trainingsprogramma op verschillende manieren aanpassen, waarbij de gevolgen voor de effectiviteit van de interventie niet altijd duidelijk zijn. MKB-fysiotherapeuten geven daarom aan dat er behoefte is aan een leidraad, waarin wordt geëxpliciteerd wat gewenste of ongewenste variatie is, zodat de gevolgen van gemaakte keuzes duidelijk zijn voor de zowel MKB-fysiotherapeut als de prehabiliterende patiënt. In dit project wordt in nauwe samenwerking met MKB-fysiotherapeuten onderzocht welke dilemma’s MKB-fysiotherapeuten ervaren bij het prehabiliteren van patiënten, waarna een leidraad wordt ontwikkeld waarmee effectieve prehabilitatie kan worden afgestemd op de mogelijkheden van de patiënt. Hiervoor wordt onderzocht wat gewenste en ongewenste variatie is bij prehabilitatie. Deze leidraad wordt vervolgens persoonsgericht en contextueel toegepast, geëvalueerd en doorontwikkeld in samenwerking met de eindgebruikers, waarna een implementatie -en disseminatieplan wordt ontwikkeld voor de ontwikkelde leidraad.