Een meertalige aanpak – die ruimte biedt aan alle thuistalen – kan ons onderwijs toegankelijker, rijker en eerlijker maken. Toegankelijker, omdat zo’n aanpak meertalige leerlingen in staat stelt om volledig mee te doen in ons onderwijs, en gebruik te maken van kennis en vaardigheden die zij in andere talen dan het Nederlands hebben ontwikkeld. Daarnaast zullen ouders-verzorgers makkelijker hun weg vinden naar het Nederlandse onderwijs, net zoals het onderwijs naar hen, en zullen ouders-verzorgers hun kinderen beter kunnen ondersteunen. Rijker, in de eerste plaats, omdat meertaligen zich meer gezien en gehoord voelen wanneer hun thuistaal welkom is in ons onderwijs en omdat we daarmee allemaal meer te zien en te horen krijgen van de diverse wereld om ons heen. Rijker, in de tweede plaats, wanneer thuistalen een plek krijgen in betekenisvol, interactief en taalondersteunend onderwijs, waarin deeltaalvaardigheden (zoals lezen, spreken en schrijven) én vakinhoudelijke kennis (van primair tot hoger onderwijs) niet afzonderlijk maar in samenhang met elkaar worden ontwikkeld. Eerlijker, tot slot, omdat ruimte voor thuistalen bijdraagt aan gelijkere onderwijskansen en uiteindelijk dus ook bevorderlijk is voor passende doorstroom tussen onderwijssectoren en van school naar werk.
Case report. Dossiernummer 405-17-720 In deze studie onderzochten we de opzet en inhoud van professionalisering van leraren in basis- en voortgezet onderwijs aan nieuwkomers-kinderen in Zweden en Vlaanderen. Dit deden we tegen de achtergrond van zorgen in Nederland rond de kwaliteit van onderwijs aan deze doelgroep. Opleiding en van leraren maakt deel uit van deze bredere problematiek. De centrale onderzoeksvraag was: Hoe wordt in Zweden en Vlaanderen vorm en inhoud gegeven aan de professionalisering van leraren die onderwijs verzorgen aan nieuwkomers, en welke aanknopingspunten biedt dit voor Nederland? Om niet alleen de opzet van professionalisering op hoofdlijnen, maar ook de inhoud aandacht te kunnen geven, werden drie inhoudelijke professionaliseringsthema’s nader onder de loep genomen waarop vanuit de discussies rond 'Ruimte voor nieuwe talenten' (Schrijfgroep LPTN, 2017) een duidelijke scholingsbehoefte in het veld bestond: (1) de intake van nieuwkomers; (2) de verhouding tussen onderwijs in de tweede taal en de positie van moedertalen; (3) de methodiek van tweede-taalonderwijs. Het onderzoek werd uitgevoerd via een combinatie van deskresearch, interviews met sleutelpersonen uit beleid, professionalisering en wetenschap, en praktijkbezoeken. Het analysekader, tussentijdse bevindingen en eindresultaten zijn op drie momenten voorgelegd aan Nederlandse referenten die een rol spelen bij beleid, professionalisering, praktijk en wetenschap, om de betekenis voor Nederland gezamenlijk met betrokkenen te kunnen duiden.
Kenniscentrum Educatie rapportnummer 16-03 In de regio Utrecht-Amersfoort hebben vijf academische basisscholen vanaf het schooljaar 2012-2013 deelgenomen aan het vierjarige schoolverbeteringsproject: het Academische Opleidingsscholen project (AOS-project). Het uiteindelijke doel van het project was de scholen te leren systematisch en doelgericht te werken aan schoolontwikkeling. Om dit doel te realiseren is nauw samengewerkt tussen het kenniscentrum van de Hogeschool Utrecht, Instituut Theo Tijssen, het bestuur en de scholen. Deze rapportage is een bijlage bij het onderzoeksrapport dat verschenen is over het project: Op basis van data de schoolontwikkelingsagenda bepalen (2016). In deze rapportage zijn de vijf casebeschrijvingen opgenomen, die zijn geschreven door de coördinatoren van de deelnemende scholen in samenwerking met een docent van de Hogeschool Utrecht. Het doel van de casebeschrijvingen is om zicht te krijgen op het verloop van het implementatieproces op de individuele scholen. Iedere school beschrijft de resultaten die zijn behaald, de successen die zijn geboekt, maar ook de knelpunten die ze hebben ervaren tijdens de uitvoering van het project op de school.