" ProRail en NS willen het spoor en haar stations verduurzamen. Een eerste belangrijk aandachtpunt was energiereductie en het opwekken van duurzame energie. Maar hoe ziet een circulair station eruit? En wat betekent dat eigenlijk, een circulair spoor? Bureau Spoorbouwmeester werkt aan de vraag hoe deze ambitie ruimtelijk tot expressie komt. In het volgende Spoorbeeld ligt daarom de focus op circulaire stations. Wat betekent het streven naar circulariteit voor het ontwerp van stationsgebouwen, voor onderhoud en beheer van assets? In dit nieuwe essay wordt onderzocht wat circulaire denken en doen inhoudt. Waarom is circulariteit belangrijk en wat houdt dat in een opgave circulair aanpakken? Er worden vier invalhoeken gepresenteerd ten aanzien van een dergelijke opgave. Verder worden circulaire strategieën omschreven om een dergelijke opgave aan te pakken. Vervolgens worden ter inspiratie gangbare circulaire strategieën gepresenteerd aan de hand van voorbeeld in de vorm van een apart beeld essay. Tot slot wordt stil gestaan bij wat er nodig is om circulair te kunnen werken. Het essay “Circulaire Stations” verschijnt op 10 oktober, op de Dag van de Duurzaamheid. Mieke Oostra is lector Nieuwe Energie in de Stad aan de Hogeschool Utrecht en gepromoveerd op productinnovatie in de bouw en de rol daarin van architecten. Zij schreef dit op ons verzoek samen met CIVIC Architecten. "
LINK
Zowel Europees als landelijk zijn doelstellingen geformuleerd om het gebruik en emissie van bestrijdingsmiddelen te reduceren. Zo bestaat vanuit de Green Deal van de Europese Unie de visie dat de inzet van chemische bestrijdingsmiddelen in de landbouw met 50% wordt verminderd in 2030 De provincie Fryslân ondersteunt deze visie en wil de vermindering van het gebruik van bestrijdingsmiddelen faciliteren. De provincie heeft hogeschool Van Hall Larenstein en CLM Onderzoek en advies BV gevraagd om via onderzoek een strategisch advies op te stellen m.b.t. handelingsperspectief van de provincie om het middelengebruik, en daarmee de emissie, terug te dringen. Ten behoeve van dat advies is in deze studie allereerst is het huidige gebruik van bestrijdingsmiddelen door verschillende groepen (landbouw, hoveniers, particulieren, overheden, Prorail) in Fryslân geïnventariseerd. Ook is gekeken naar de effecten van het middelengebruik op het milieu, met name de kwaliteit van grond- en oppervlaktewater. Vervolgens is geïnventariseerd welke mogelijkheden er zijn om het gebruik te reduceren en wat het draagvlak van deze alternatieve maatregelen is bij met name vertegenwoordigers uit de landbouw. Daarnaast is een overzicht gemaakt van ontwikkelingen in monitoring en onderzoek, ten behoeve van (toekomstig) zicht op (trends in) gebruik en emissie. Op grond van de resultaten zijn tenslotte kansrijke handelingsperspectieven voor de provincie beschreven om het middelengebruik bij verschillende doelgroepen terug te dringen. Hierbij zijn wederom de verschillende gebruikersgroepen onderscheiden: overheden, de land- en tuinbouw, (hoveniers)bedrijven, (groot)grondbezitters en particulieren.
DOCUMENT
Stakeholders in the Netherlands' rail cargo sector exhibit strategic behavior that causes irregularity and unpredictability in freight trains. This leads to the suboptimal use of scarce rail capacity. The authors present the results of a research project that used gaming to explore and validate alternative organizational methods for the management of rail cargo capacity with decision makers and subject matter experts from ProRail, the Netherlands' railway infrastructure manager. Various scenarios for the organization of rail cargo capacity management were played out, tested, and extensively debriefed in three project phases. The gaming sessions demonstrated that open information sharing among stakeholders does not depend on the introduction of price mechanisms and is, indeed, a more effective way of managing capacity. The authors conclude that it is vital to introduce gaming gradually and build up organizational acceptance for this method. However, once acceptance has been achieved, gaming can generate valuable insight into strategic behavior and the performance of sociotechnical infrastructures.
LINK
Service design is literally the design of services. Service designers improve existing services or design completely new ones. Nothing new so far. Services have been around for centuries, and every service was conceived and designed by someone. However, service design takes a different angle; a different perspective as its starting point: it is a process of creative inquiry aimed at the experiences of the individual user. ‘Service design, insights from 9 case studies’ is the final publication of the Innovation in Services programme. During this programme, creative design agencies applied the methods of service design in nine different projects.
DOCUMENT
Energy management and carbon accounting schemes are increasingly being adopted as a corporate response to climate change. These schemes often demand the setting of ambitious targets for the reduction of corporate greenhouse gas emissions. There is however only limited empirical insight in the companies’ target setting process and the auditing practice of certifying agencies that evaluate ambition levels of greenhouse gas reduction targets. We studied the target setting process of firms participating in the CO2 Performance Ladder. The CO2 Performance Ladder is a new certifiable scheme for energy management and carbon accounting that is used as a tool for green public procurement in the Netherlands. This study aimed at answering the question ‘to what extent does the current target setting process in the CO2 Performance Ladder lead to ambitious CO2 emission reduction goals?’. The research methods were interviews with relevant stakeholders (auditors, companies and consultants), document reviews of the certification scheme, and an analysis of corporate target levels for the reduction of CO2 emissions. The research findings showed that several certification requirements for target setting for the reduction of CO2 emissions were interpreted differently by the various actors and that the conformity checks by the auditors did not include a full assessment of all certification requirements. The research results also indicated that corporate CO2 emission reduction targets were not very ambitious. The analysis of the target setting process revealed that there was a semi-structured bottom-up auditing practice for evaluating the corporate CO2 emission reduction targets, but the final assessment whether target levels were sufficiently ambitious were rather loose. The main conclusion is that the current target setting process in the CO2 Performance Ladder did not necessarily lead to establishing the most ambitious goals for CO2 emission reduction. This process and the tools to assess the ambition level of the CO2 emission reduction targets need further improvement in order to maintain the CO2 Performance Ladder as a valid tool for green public procurement.
DOCUMENT
Eindpublicatie van het programma Innoveren in Dienstverlening. In negen verschillende projecten werden door creatieve bureau's methoden van service design toegepast. De verschillende projecten zijn uitgevoerd met dienstverleners rondom Utrecht CS, het UMC Utrecht en de Hogeschool Utrecht
DOCUMENT
Van de flaptekst: Service design - het ontwerpen van dienstverlening verbetert bestaande diensten of ontwerpen geheel nieuwe. Daarbij wordt gekozen voor een andere invalshoek: creatief onderzoekend en gericht op de ervaringen van individuele gebruikers. Dit is een eindpublicatie van het prgramma Innoveren in Dienstverlening. In negen verschillende projecten werden door creatieve bureaus methoden van service design toegepast. Van dit boek is ook een Engelstalige versie beschikbaar.
DOCUMENT
Urban nature enhancement is a theme that needs to be considered across different scales. From pocket parks and façade-greening to urban green infrastructure, biodiversity thrives best through connectivity.In the SIA-project, Nature-inclusive Area Development, four universities of applied sciences - Aeres University of Applied Sciences, Avans University of Applied Sciences, Amsterdam University of Applied Sciences, and Van Hall Larenstein University of AppliedSciences- researched three levels of area development to accelerate the transition to nature-inclusive area development. The study consisted of three case studies: Waarder Railway Zone (building), Knowledge Mile Park (KMP - street - Amsterdam), and AlmereCentre-Pampus (area).
DOCUMENT
The article evaluates the effectiveness of implementing a Dutch certifiable scheme for carbon reporting. This CO2 Performance Ladder is described as a energy management schemes and focuses on CO2 emission reduction in the construction industry sector. A literature study was combined with interviews.
DOCUMENT
In het SIA-project Natuurinclusieve Gebiedsontwikkeling onderzochten vier hogescholen - Aeres Hogeschool, Avans Hogeschool, Hogeschool van Amsterdam enHogeschool Van Hall Larenstein - drie schaalniveaus van gebiedsontwikkeling om de transitie naar natuurinclusieve gebiedsontwikkeling te versnellen. Gekoppeld aan driecasussen waren dit: gebouw (Spoorzone Waarder), straat (Knowledge Mile Park - KMP - Amsterdam), en gebied (Almere Centrum-Pampus).Tijdens de slotbijeenkomst van het project was er een posterexpositie georganiseerd waarbij op de posters de belangrijksteuitkomsten van diverse deelonderzoeken werden gepresenteerd. De posters van onderzoekers en studenten zijn in deze publicatie gebundeld.
DOCUMENT