Binnen het projectonderwijs wordt nog vaak drooggezwommen. Enerzijds door de verstrekte projectopdrachten anderzijds door de suboptimalisatie van oplossingen. Deze zijn namelijk sterk afhankelijk van de verbonden modules en docenten. In de praktijk zijn de oplossingen echter altijd een afweging van tijd, geld en kwaliteit. Onze Human Engineers leren om daar op een goede manier mee om te gaan. Dit door de integratiemodule Integrated Product Development (IPD). IPD is een multidisciplinair project waarbij studenten van verschillende Fontys Instituten werken aan de commercikle en technische uitwerking van een bedrijfsopdracht. Marktonderzoek, doelgroep bepaling en productspecificatie zijn een vast onderdeel van een IPD project evenals het ontwerpen en bouwen van een prototype en het financieel onderbouwen van een Go/NO go advies aan de ondernemer. Het project vindt plaats in het laatste onderwijssemester, net vssr het afstuderen en is dus te zien als een open project met een bedrijf als opdrachtgever. De Human Engineering studenten zijn in deze projecten de verbindende schakel. De specialisten in de projectgroepen, de technische studenten, willen nogal eens zoeken naar mooie oplossingen vooral in technische zin. Daarbij gaan ze vaak volledig voorbij aan het belang van de ondernemer (winst maken) en het belang van de klant (kwaliteit en bedieningsgemak). Ook het projectwerk heeft een enorme sprong vooruit gemaakt door het team uit te breiden met Human Engineers. De Human Engineering studenten focussen vooral ook op het halen van targets (kosten) en deadlines (tijd), het maken en nakomen van afspraken en de communicatie binnen de groep en naar buiten toe (ondernemer en klant). Huidige studenten en alumni geven aan dat het project zeer realistisch is en dat het vergelijkbaar is met problemen die ze in hun werk tegen komen. Zeker blijven doen is hun advies. Organisatorisch vergt het wel een en ander omdat er bijvoorbeeld afstemming dient te komen tussen de verschillende instituten met betrekking tot: beoordeling van de studenten, afstemmen van lesroosters en vergoeding voor docenten. Ook het onderhouden van bedrijfsrelaties om bijvoorbeeld aan de opdrachten te komen blijft een moeilijke, tijdrovende zaak.
In deze publicatie wordt een 'tool' aangeboden om tot een gestructureerde selectie, keuze en implementatie van CADCAM systemen te komen. Deze tool is ontwikkeld in het kader van het project "Procesinnovatie Verspaning voor MKB-bedrijven". Naast deze publicatie zijn ook vijf andere tools ontwikkeld en uitgegeven in de vorm van een publicatie (te downloaden via
Nederland streeft naar een volledig circulaire economie in 2050 (Rijksoverheid, z.d.). Bedrijven zullen hun activiteiten moeten organiseren in materiële kringlopen die de gehele levenscyclus bestrijken. Van afval is geen sprake meer. Hiervoor zijn nieuwe circulaire businessmodellen nodig die zich richten op samenwerking in de keten en waardebehoud in alle levensfases van producten, van ontwerp en productie tot gebruik en hergebruik. Mkb-bedrijven willen graag bijdragen aan de gewenste transitie naar een klimaatneutrale en circulaire economie. Het realiseren van een circulair businessmodel blijkt in de praktijk vaak lastig. Mkb-bedrijven die groeien hebben moeite met het vinden van bankfinanciering van hun circulaire ambities. Een belangrijke reden betreft de door banken moeilijk in te schatten risico’s die aan circulair ondernemen kleven. De toekenningswijze van financiering door banken is meer op zekerheden (activa) gebaseerd en minder op kasstromen. Dit werkt in het nadeel van mkb-bedrijven met circulaire verdienmodellen zoals Product-as-a-Service (PaaS), omdat hierbij de kasstromen uitgesteld zijn. Ook de ecosystemen waarin circulaire mkb-bedrijven dikwijls met elkaar samenwerken maakt de financiering ingewikkeld omdat samenwerking afhankelijkheid en daarmee risico betekent. Het doel van dit onderzoek is om de toegang tot bancaire financiering van mkb-bedrijven met circulaire businessmodellen met het verdienmodel PaaS te verbeteren door hen te helpen hindernissen weg te nemen. Voor dit project wordt een consortium gevormd onder leiding van het lectoraat businessmodellen van Saxion, met Hogeschool Rotterdam, Inholland en NHL Stenden, met banken ABN-AMRO en Rabobank, met kennisinstellingen Het Groene Brein en Sustainable Finance Lab, met ontwikkelingsmaatschappijen Innovation Quarter, Oost NL en Circulair Friesland en met mkb-bedrijven. Het consortium doet ontwerpgericht onderzoek naar het verbeteren van de financieringsmogelijkheden van circulaire businessmodellen. De resultaten worden breed toegankelijk gemaakt in de vorm van een concreet stappenplan en inspirerende praktijkcases voor mkb-bedrijven om hun bancaire financieringsaanvraag voor een circulair businessmodel tot een succes te maken.
Aanleiding: De elektrische auto wordt steeds populairder en er zijn inmiddels meer dan 5.000 openbare en 5.000 semiopenbare oplaadpunten in Nederland. Professionals bij gemeenten, energiebedrijven, laadpuntexploitanten en netbeheerders missen echter de instrumenten waarmee zij tot onderbouwde besluitvorming omtrent de plaatsing en het aantal laadpunten kunnen komen. De belangrijkste vragen die ze hebben, hebben betrekking op beschikbaarheid en gebruik van de laadinfrastructuur (effectiviteit van de infrastructuur), en het sluitend krijgen van de businesscase (kostenefficiëntie). Doelstelling Het project wil bijdragen aan een van de grote uitdagingen rond elektrisch rijden: het ontwikkelen van een effectieve en kostenefficiënte laadinfrastructuur, gedragen door een sluitende businesscase. Het onderzoek bestaat uit het iteratief ontwikkelen van wiskundige voorspel- en simulatiemodellen voor de uitrol en het gebruik van de laadinfrastructuur. De projectdeelnemers toetsen deze modellen in de praktijk met concrete interventies in door de consortiumpartners geboden proeftuinen. De voorspellingen en simulaties worden vervolgens toegankelijk gemaakt voor de professionals bij gemeenten en bedrijven. Studenten ontwikkelen daarvoor instrumenten zoals kennisdashboards en decision-supportsystemen. Overige deelnemers kunnen bij het project aanhaken door casussen in te brengen die de studenten uitwerken met behulp van een datagedreven productontwikkelingsproces. Beoogde resultaten Concrete resultaten van dit project zijn onder andere: " een set gevalideerde en generiek toepasbare voorspel- en simulatiemodellen; " 10 uitgevoerde casestudies waarin concrete simulaties worden uitgevoerd en adviezen voor ketenpartijen worden gedestilleerd; " minimaal 3 experimenten waarin concrete interventies zijn uitgevoerd en geëvalueerd; " 3 geteste (kennis)dashboards voor te selecteren partijen; " 3 gerealiseerde datagedreven producten/services; " 3 concrete en geteste decision-supportsystemen voor nader te selecteren ketenpartijen.
Steeds vaker worden producten binnen een dienst gebruikt, vaak met behulp van technologische infrastructuur. Vanuit de literatuur wordt dit aangeduid als Product Service Systemen (PSS). The Student Hotel is een voorbeeld van een PSS waarbij gasten voor langere termijn uiteenlopende levensbehoeften, zoals overnachting, eten, het doen van de was, sporten en vervoer tijdelijk als dienst krijgen aangeboden tijdens hun verblijf. PSS worden beschouwd als één van de oplossingsrichtingen naar consumptie met minder milieu-impact, omdat dit producenten in potentie aanspoort richting een meer circulaire en duurzamere productie. Gebruik van PSS betekent echter dat consumenten deze producten gebruiken zonder dat zij daarover eigendom hebben. Hierdoor kunnen er mogelijk effecten optreden die maken dat gebruikers minder zorgvuldig met deze producten omgaan, wat kan leiden tot een grotere milieu-impact. Hiermee dreigen de voordelen van PSS ten aanzien van duurzaamheid weer ongedaan gemaakt te worden. Dit onderzoek heeft als eerste doelstelling om te komen tot een theoretisch kader met een dieper inzicht in deze effecten. Ten tweede willen we dit kader inzetten om interventies voor duurzamer gedrag van gebruikers van PSS te ontwerpen en prototypen. Het derde doel is om een netwerk van partners op te bouwen en een aanzet te doen voor een vervolgaanvraag. De uit de literatuur opgedane inzichten worden aangevuld en getoetst met enkele focusgroepen met partners uit de praktijk. Daarnaast zullen deze inzichten verkennend worden toegepast in een praktijkcasus bij The Student Hotel (TSH). Tijdens deze casus gaan studenten van ontwerpopleidingen van de HU en TU/e aan de slag met de verkennende ontwerpvraag om gebruikers van fietsen binnen TSH zorgvuldiger met leenfietsen om te laten gaan. Hiertoe wordt een single cases study uitgevoerd door middel van archief-/materiaalstudie, directe (participatieve) observatie van gebruikers en artefacten (fietsen, fietsenstalling, mobiele applicatie) en interviews met medewerkers en gebruikers binnen de casus.