Slovakia is in political turmoil since the conservative populist and Putin-versteher Robert Fico won the 2023 elections. Following the authoritarian playbook, the new government has targeted cultural organisations, especially those associated with LGBTQ+-communities, with a series of repressive laws and political appointments. To fight back, a group of cultural workers formed the Open Culture! platform, establishment of a new cultural workers, and declared the Slovak Culture Strike on the 5th of September 2024. They rally around three simple demands: good governance, fair payment, and an end to political censorship. The Culture Strike strike quickly garnered massive support among cultural workers throughout Slovakia, including those working in public institutions. It is still going strong, having developed into a serious movement. In this article, the organizers behind the strike are interviewed.
LINK
Reason’s typology of safety culture (i.e. Just, Informative, Learning, Flexible and Reporting cultures) is widely used in the industry and academia. Through literature review we developed a framework including 36 markers that reflect the operationalization of Reason’s sub-cultures and general organizational prerequisites. We used the framework to assess to what extent safety culture development guidelines of seven industry sectors (i.e. aviation, railway, oil and gas, nuclear, healthcare, defense and maritime) incorporate academic references, and are similar to each other. Gap analysis and statistics showed that the guidelines include 53–69 % of the safety culture markers, with significant differences across subcultures and industry sectors. The results suggested that there is a gap between the industry guidelines and literature, as well as variant approaches to safety culture across the industry. The framework suggested in the study might be used as reference for completing existing safety culture development plans and constructing safety culture assessment instruments.
Abstract Business Process Management (BPM) is an important discipline for organizations to manage their business processes. Research shows that higher BPM-maturity leads to better process performance. However, contextual factors such as culture seem to influence this relationship. The purpose of this paper is to investigate the role of national culture on the relationship between BPM-maturity and process performance. A multiple linear regression analysis is performed based on data from six different countries within Europe. Although the results show a significant relationship between BPM-maturity and process performance, no significant moderation effect of national culture has been found. The cultural dimension long term orientation shows a weak negative correlation with both BPM-maturity and process performance. Through a post-hoc moderation analysis on each dimension of BPM-maturity, we further find that long term orientation negatively moderates the relationship between process improvement and process performance. Three other moderation effects are also discovered. The results of this study contribute to insights into the role of culture in the field of BPM.
MULTIFILE
Erasmus project about training cultural workers for facilitating rural youths culture
Door ontwikkelingen in de zorg leven meer mensen die intensieve ondersteuning nodig hebben zelfstandig of begeleid thuis. Tegelijkertijd stijgt het aantal mensen explosief dat het zonder professionele begeleiding thuis niet zelfstandig redt. Vooral voor mensen met licht verstandelijke beperking (LVB), is (begeleid) zelfstandig wonen en meedoen in de maatschappij niet makkelijk. Dit komt door de verstandelijke beperkingen én juist ook bijkomende problematiek. Effectieve behandeling van deze bijkomende problematiek is noodzakelijk. Vaktherapie is een behandelvorm die naadloos aansluit bij de aandachtspunten voor effectieve interventies bij deze doelgroep en wordt intramuraal al jarenlang als een waardevolle aanvulling gezien op behandelvormen met een meer verbale insteek. Echter, vaktherapie wordt nog nauwelijks in de leefomgeving van mensen met LVB aangeboden. Een ontwikkeling in deze richting is momenteel wel gaande. Vaktherapeuten werken vaker samen met FACT-LVB teams volgens een ontwikkeld samenwerkingskader. Dit kader blijkt niet toepasbaar voor andere contexten in de leefomgeving, waar structuur in samenwerking vaak niet aanwezig is en ook samenwerking met informele hulpverleners nodig is. Een aangepast samenwerkingskader om structurele samenwerking te realiseren tussen vaktherapeuten en (in)formele hulpverleners is essentieel. Evenals nader inzicht in welke vaktherapeutische interventies in de leefomgeving werken. In dit praktijkgericht onderzoek wordt het eerder ontwikkeld samenwerkingskader met focusgroepen doorontwikkeld en toepasbaar gemaakt voor meerdere contexten in de leefomgeving (deelonderzoek 1). De toepassing van dit kader wordt in een procesevaluatie geëvalueerd (deelonderzoek 2). Middels gestapeld N=1 onderzoek wordt onderzocht welke vaktherapeutische interventies in de leefomgeving werken bij welke indicaties (deelonderzoek 3). De inzichten worden verwerkt tot een breed toepasbaar samenwerkingskader, een indicatiemodel voor vaktherapeutische behandeling in de leefomgeving en een methode om vaktherapeutisch handelen te blijven evalueren.
Kunstenaars en andere ‘creatieven’ vinden steeds moeilijker betaalbare werkruimte. Atelierstichtingen en broedplaatsorganisaties zitten klem tussen oplopende kosten, teruglopende subsidies en de structureel zwak-ke inkomenspositie van de hurende kunstenaars. Een manifest van Platform BK, dat beeldend kunstenaars vertegenwoordigt, en de KunstenBond agendeert dit vraagstuk. Een bijkomend probleem vormt de hoogspan-ning op de vastgoedmarkt, waardoor panden zeer gewild zijn bij projectontwikkelaars en gemeenten geneigd zijn om voor de panden die zij aan deze organisaties verhuren andere draagkrachtigere huurders te zoeken. Medewerkers en management van broedplaatsorganisaties staan voor de uitdaging om hun businesscase maatschappelijk en financieel te verduurzamen. Dit vraagt om nieuwe waardeproposities en herpositionering ten opzichte van de gemeente en andere publieke en private stakeholders. Ook het profiel van de broed-plaatsprofessional verandert. Ontwikkelaars van broedplaatsen zijn veelal geleidelijk in hun organiseren-de/coördinerende rol gegroeid. Het speelveld van stedelijke (gebieds)ontwikkeling waarop zij opereren is echter dynamisch. De broedplaatsprofessional krijgt steeds nadrukkelijker de positie van stedelijke kwartiermaker: een nieuwe, hybride rol op het snijvlak van vastgoed, cultuur, welzijn en ruimtelijk(-economisch)e ontwikkeling. Dit project beoogt broedplaatsorganisaties te voeden met (bedrijfs-)strategieën om hun businessmodel toe-komstbestendig te maken en deze te vertalen naar benodigde competenties voor de betrokken professionals. Alleen zo kunnen zij blijven bijdragen aan de politiek gewenste levendige en veelkleurige stad, waar mensen graag wonen en bedrijven zich graag vestigen. Veel onderzoek onderbouwt dat steden die investeren in cultuur economisch beter presteren. Daarbij gaat het niet alleen om toptheaters en –musea maar juist ook om innova-tie en creativiteit ‘van onderop’. Fontys Hogescholen gaat deze problematiek onderzoeken met inzet van een breed consortium creatieve ver-zamelgebouwen, netwerk- en kennispartners. Gezamenlijk vertegenwoordigen deze organisaties ruim 300 ate-liergebouwen/broedplaatsen, 4.700 werkruimten en honderdveertig professionals. De broedplaatsenproble-matiek speelt bovendien in vrijwel alle G40-steden, hetgeen de resultaten van dit project potentieel relevant maakt voor honderden professionals bij gemeenten, woningcorporaties en andere vastgoedeigenaren.