Research collaboration between practitioners and research professionals aims to develop both practice and knowledge. However, a tension can arise between these objectives: to preserve local relevance, the content, form, and timing of data collection may vary between cases, complicating the comparability of local data in a multiple case study. Our Research Practice Partnership found a solution in the 'wallpaper method,' which enriches the Storyline-method with elements from reflexive monitoring and arts-based research. A distinctive feature of the wallpaper method is cumulative joint reflection and interpretation based on previously collected local data. In this contribution, we illustrate the various phases and steps of the method with experiences from our own research in which it was developed and tested. The method resulted in both practice development and an overarching conceptual model. Effective application of the method requires a wide range of professional and research competencies from the collaboration partners. Adequate time and attention are necessary to prepare a partnership for this. [authors accepted manuscript / post-print]
DOCUMENT
De land- en tuinbouw staat onder druk. Enerzijds is er een steeds grotere vraag naar voedsel en anderzijds loopt de landbouw volop tegen ecologische en economische grenzen aan. Tegelijkertijd is de landbouw nog nooit zo vernieuwend geweest en op zo veel verschillende manieren. Boomteelt tegen klimaatverandering. Met aardwarmte gedroogde tomaten. Allerlei nieuwe, lokale producten en ketens. Met technologische duurzaamheidshoogstandjes, zoals veeteelt zonder antibiotica. Welke nieuwe businessmodellen geven de landbouw toekomst?
MULTIFILE
Voor de buurtwerker, de wijkmanager, de wijkagent, de participatieprofessional, de jongerenwerker en al die andere wijkprofessionals die dagelijks met elkaar en bewoners proberen de stad een beetje mooier, beter en sterker te maken, voor jullie is dit magazine gemaakt! Aan goede ideeën en idealen is er in een stad geen gebrek. De mensen met de wil en de kunde om ze waar te maken zijn helaas meestal schaars. De kunst is om elkaar op te zoeken en over grenzen en beroepen, belangen en posities heen met elkaar te leren om samen vooruit te komen. Dit magazine biedt hier handvatten en inspiratie voor. Zo willen we bijdragen aan meer waardevolle samenwerking in en met de stad.
LINK
Op basis van een uitgebreide literatuurstudie, 25 interviews met gebiedspartijen in Midden-Delfland en een aantal multi-stakeholders workshops is in kaart gebracht hoe een gebiedsgerichte aanpak gericht op landschapinclusieve kringlooplandbouw in Midden-Delfland vorm krijgt dan wel versterkt kan worden. Hiervoor is de Transitiebloem-aanpak (TBA) gebruikt als holistische, transdisciplinaire en praktijkgerichte transitiebenadering. Deze benadering helpt gebiedspartijen bij het realiseren van een integrale systeemaanpak en collectief handelingsperspectief gericht op de samenhang van verschillende gebiedsopgaven met betrekking tot landbouw, water, voedsel, bodem, biodiversiteit, energie, klimaat, erfgoed, stadplattelandrelaties en economie.
DOCUMENT
“Dit project/onderzoek/living lab/leer- en innovatienetwerk is medegefinancierd door het Centre of Expertise Preventie in Zorg en Welzijn” Een blauwdruk voor een living lab collectieve belangenbehartiging is enigszins paradoxaal. Het wekt al snel de indruk dat er een pasklaar antwoord ligt dat in elke situatie in praktijk gebracht kan worden en enkel uitgevoerd hoeft of dient te worden. Maar een living lab is, zoals het begrip al suggereert, levendig van aard. Het is inherent aan een living lab dat er ruimte blijft bestaan om te onderzoeken en nieuwe ideeën te vormen over de aard van het lab zelf, zonder vast te zitten in een blauwdruk. Daarom presenteren we hier een aantal uitgangspunten en ideeën die meegenomen kunnen worden om een living lab collectieve belangenbehartiging vorm en inhoud te geven.
DOCUMENT
This paper addresses the following question: What is the current opinion and conception of ordinary Dutch people regarding the influx of refugees from the Middle East, and how can local government formulate a policy on this issue?
DOCUMENT
In het Zuid-Hollandse Voedselfamilies-netwerk, gestimuleerd door de Innovatieagenda Duurzame Landbouw van de provincie ZuidHolland, werken koplopende ondernemers, beleidsmakers en kennisinstellingen samen om deze en meer vragen te beantwoorden. We werken stippen op de horizon uit tot concrete toekomstbeelden. We kijken naar de stappen die we vandaag kunnen zetten met onze proeftuinen: innovatie-experimenten waarbij nieuwe manieren van produceren, consumeren, organiseren, verdienen en samenwerken door koplopers worden uitgetest. We helpen elkaar om nieuwe perspectieven en initiatieven te ontwikkelen die bijdragen aan de voedseltransitie. En terwijl we hieraan werken leren we. De wereld staat immers niet stil tijdens onze experimenten, onze kennissessies en de plannen van de Provincie. Ondernemers komen allerlei onverwachte kansen en obstakels tegen. De overheid blijkt op onvermoede manieren een helpende hand te kunnen bieden, maar staat soms ook in de weg. De ontwikkelingen en nieuwe inzichten volgen elkaar p en worden door ons met onze experimenten, sessies en plannen beïnvloed. Zo ontstaan er werkendeweg allerlei nieuwe leervragen -en antwoorden!- over de voedseltransitie. Daarom het document dat nu voor je ligt - de leeragenda: om de leervragen die we hebben ontdekt met je te delen, en de antwoorden die we op die vragen hebben gevonden. In deze leeragenda hebben we vragen en antwoorden verzameld vanuit de Voedselfamilies - de proeftuinen, ondernemers, de provincie, en onze partners. Ook bouwen we voort op eerdere publicaties en verslagen van bijeenkomsten, vol waardevolle ervaringen, ideeën en lessen. Als een transitieproces doorgaat, dan staat het leren natuurlijk ook niet stil. De leeragenda verandert steeds. We vullen antwoorden aan vanuit de proeftuinen en kennissessies en voegen nieuwe vragen toe. Zo bouwen we een naslagwerk van al onze lessen en blijven we samen leren voor transitie. Wat je hier leest is dus een “momentopname”, maar de Voedselfamilies leren door. Leer je mee?
DOCUMENT
Openbare les Dr. Saskia A.M. Wijsbroek. Verschuivende ideeën over ontwikkeling en identiteit van jeugdigen kunnen voortvarender geïntegreerd worden in het denken en handelen binnen het jeugddomein. Bestaande concepten en werkwijzen dienen daartoe verder ontwikkeld te worden, om zo meer ruimte te maken voor het combineren van kennis uit drie kennisbronnen: wetenschappelijke kennis, ervaringskennis van burgers en praktijkkennis van professionals. Dit proces wordt optimaal zichtbaar in de alliantie tussen professional, jeugdige en gezinsleden.
DOCUMENT
Openbare les Prof. Micha de Winter Wat wij tegenwoordig jeugdzorg (of jeugdhulp) noemen, maakt deel uit van een veel bredere maatschappelijke opdracht: de zorg voor jeugd. De woorden lijken erg op elkaar, maar als we het over ‘jeugdzorg’ en ‘zorg voor jeugd’ hebben gaat het over heel verschillende werelden, die in de praktijk weinig verbinding met elkaar lijken te hebben. De jeugdzorg is een afgebakend terrein dat gaat over de professionele hulp voor gezinnen waarin de opvoeding van kinderen stagneert of ontspoort. Een echte maatschappelijke ‘sector’ dus, waarbij professionele opleidingen horen, kwaliteitsstandaarden, indicatiecriteria, protocollen en wetenschappelijk onderzoek dat bepaalt wat wel of niet effectief is. ‘Zorg voor jeugd’ is daarentegen een veel breder begrip, dat gaat over het geheel van onze maatschappelijke inspanningen om nieuwe generaties kinderen en jongeren groot te brengen en toe te rusten voor een volwassen bestaan. Het zijn weliswaar heel verschillende werelden, maar ze beïnvloeden elkaar enorm. Ze vormen communicerende vaten. Als de samenleving tekortschiet in de manier waarop zij kinderen en jongeren veiligheid en kansen weten te bieden, dan zullen we dat terugzien in de aard en hoeveelheid van problemen die we in de jeugdzorg tegenkomen. Als die samenleving er daarentegen in zou kunnen slagen om ouders en kinderen voldoende hoop en perspectief op een bevredigende en uitdagende toekomst te geven, dan zal het aantal klanten van de jeugdzorg aanmerkelijk afnemen.
DOCUMENT