Uit de conclusie van het proefschrift : " De centrale vraag is opgedeeld in vier onderzoeksvragen. Aan de hand van deze onderzoeksvragen wordt een antwoord op de centrale vraag gegeven. 1 Wat zijn de principes van de Stichting Architecten Research (SAR) en gerelateerde concepten en welke aspecten zijn hieruit af te leiden om de toekomstbestendigheid van renovatieconcepten te beoordelen? 2 Welke overige factoren zijn van invloed op de toekomstbestendigheid van renovatieconcepten en welke aspecten zijn hieruit af te leiden om de toekomstbestendigheid van renovatieconcepten te beoordelen? 3 Welke renovatieconcepten worden er anno 2015 in Nederland aangeboden? 4 Op welke wijze voldoen de renovatieconcepten aan de aspecten die bepalend zijn voor de toekomstbestendigheid? Dit onderzoek is een evaluerend onderzoek naar 25 renovatieconcepten. Het doet geen aanbevelingen aan de conceptontwikkelaars. De 25 aangedragen concepten moeten verder onderzocht worden om de toepasbaarheid van elk van de aspecten nauwkeuriger te beschrijven en gerichter van aanbevelingen te kunnen voorzien. Zo is verder onderzoek naar de aanpasbaarheid van de installaties in combinatie met de verwachte klimatologische veranderingen een onderzoeksgebied. "
DOCUMENT
Ketensamenwerking werkt! Uit het uitwisselingsproject blijkt dat verschillende vormen van ketensamenwerking tussen woningcorporaties en bedrijven tot voordelen heeft geleid als kortere doorlooptijden, grotere bewoners- én medewerkerstevredenheid, een betere prijs-kwaliteitverhouding van de gerenoveerde woningen, en meerwaarde op de langere termijn. We kunnen op basis hiervan gerust stellen dat ketensamenwerking succesvol kan zijn. Dit neemt niet weg dat er nog veel werk verzet moet worden om de prestaties als gevolg van ketensamenwerking ook kwantitatief te meten. Betrokkenen in dit uitwisselingsproject en andere ervaringsdeskundigen wijzen er ook op dat ketensamenwerking pas echt vruchtbaar is, als het een structureel, projectoverschrijdend karakter heeft en zich uitstrekt over alle bouwprocesfasen. Het eerste houdt in dat de selectie van bedrijven (consortia) voorafgaat aan de selectie van projecten. Het tweede betekent dat ook de beheer- en exploitatiefase van de woningen in de ketensamenwerking is betrokken. Een groeiend aantal woningcorporaties omarmt de denkwijze van het sturen op levensduurkosten of ‘total costs of ownership (TCO)’ van woningen, in plaats van sturing op initiële investeringen en beheer-, energie- en onderhoudskosten. Het koppelen van de beheer- en onderhoudsperiode aan initiële ingrepen leidt naar verwachting tot lagere levensduurkosten en hogere prestaties gedurende de levensduur van woningen. Ook komen consortia van aanbodpartijen met concepten op de markt voor de renovatie van referentiewoningtypen. De verwachte exploitatieduur van deze concepten is niet duidelijk. Investeringen in nieuwe bouwproducten en technologieën als deel van deze concepten kunnen zich pas terugverdienen in de exploitatiefase.
DOCUMENT
In 2016 is 'De Bouwagenda' gelanceerd, met het doel te komen tot een ambitieus vernieuwingsprogramma voor de grote maatschappelijke uitdagingen voor de gebouwde omgeving richting 2050. Daartoe horen de energietransitie, het gebruik van grondstoffen, klimaatverandering, mobiliteit, digitalisering en gezondheid. De opgaven zijn vertaald naar elf roadmaps en vijf doorsnijdende thema’s.Doel Doel van dit programma is het haalbaar, opschaalbaar en betaalbaar maken van de energietransitie in de bestaande gebouwde omgeving. Benodigde innovaties zullen in samenwerking tussen bedrijfsleven, kennisinstellingen, overheid en gebruikers worden gedaan. Daarbij wordt in een aantal stappen toegewerkt naar renovatieconcepten voor veel voorkomende woningtypologieën en gebouwen, waarmee renovaties sneller, goedkoper, mooier en met minder overlast voor bewoners en gebruikers mogelijk worden. Resultaten Het programma zal leiden tot betaalbare, opschaalbare en geaccepteerde oplossingen die nodig zijn voor de volledige renovatieopgaven. Eind 2020 verscheen het rapport Circulaire energietransitie in de gebouwde omgeving in samenwerking met Enpuls. Looptijd 01 januari 2020 - 31 december 2024 Aanpak De opzet van dit BTIC-deelprogramma is in de ontwikkeling en in de voorbereiding afgestemd met een breed consortium van marktpartijen, kennisinstellingen, maatschappelijke organisaties, adviesorganen en verenigingen (onder andere VNG, Platform 31, DSV, ISSO) en overheden (BZK, EZK, TKI UE, RvB). Parallel hieraan vinden samen met TKI Urban Energy gesprekken plaats met de ministeries van EK en BZK inzake de financiering. Voor de financiering van het eerste deel wordt nu ingestoken op het derde Meerjarig Missiegedreven Innovatieprogramma (MMIP 3 &4) van de Rijksoverheid. Context Het ontbreken van een topsector voor de bouw heeft ertoe bijgedragen dat er in de afgelopen jaren geen brede, meerjarige, goed gestructureerde kennis- en innovatieprogramma’s zijn geweest. Om dit te doorbreken is in het voorjaar van 2018 een begin gemaakt met het Bouw en Techniek Innovatie - centrum (BTIC). Van de eerste drie onderwerpen – energietransitie, circulair bouwen en digitalisering – is de 'Versnelling Energierenovaties in de Gebouwde Omgeving' het eerste onderwerp dat concreet wordt. Lector Mieke Oostra vertegenwoordigt bij het schrijfteam het hbo namens het Lectorenplatform Urban Energy. Hiervoor is aan alle aangesloten hogescholen en aan de vier TU’s en TNO gevraagd om projectideeën aan te leveren. Op basis hiervan heeft het schrijfteam half december een conceptprogramma opgeleverd met de naam: Integrale Energietransitie Bestaande Bouw (Visscher e.a. 2018).
In 2016 is 'De Bouwagenda' gelanceerd, met het doel te komen tot een ambitieus vernieuwingsprogramma voor de grote maatschappelijke uitdagingen voor de gebouwde omgeving richting 2050. Daartoe horen de energietransitie, het gebruik van grondstoffen, klimaatverandering, mobiliteit, digitalisering en gezondheid. De opgaven zijn vertaald naar elf roadmaps en vijf doorsnijdende thema’s.
Het IEBB-consortium staat voor een integrale aanpak op een 9-tal thema’s die naar mening van het consortium alle nodig zijn om in de komende jaren tot de gewenste opschaling te komen. De 9 thema’s zijn:1 Renovatieconcepten, 2 Prestatiemonitoring, 3 Industrialisatie, 4 Digitalisering, 5 Gedragen energietransitie, 6 Afwegingskader gebouweigenaren, 7 Keteninnovatie, 8 Warmtepompen en 9 Warmteopslag.Doel Doel van het programma is het haalbaar, opschaalbaar en betaalbaar maken van de energietransitie in bestaande bouw, gericht op het bereiken van 200.000 renovaties per jaar vóór 2030. Goede, gebruikersvriendelijke, goedkope en opschaalbare technologieën zijn nodig om tot een renovatie-tempo van 200.000 woningen per jaar te komen. Op dit moment beschikbare oplossingen zijn te duur, arbeidsintensief, voldoen niet aan de verwachting en sluiten onvoldoende aan bij behoeften van bewoners. Resultaten Het programma zal leiden tot betaalbare, opschaalbare en geaccepteerde oplossingen die nodig zijn voor de volledige renovatieopgave. Vóór 2030 zullen kostenreducties van renovaties van 20-40% worden gerealiseerd voor opschaling naar 200.000 renovaties per jaar. Met verschillende ketenpartners worden duurzame verwarmingstechnieken, renovatieconcepten, industrialisatie, robotisering en digitalisering, nieuwe vormen van ketensamenwerking en sociale innovaties in programmatische samenhang ontwikkeld en beproefd. De eerste jaren ligt de focus op rijwoningen en gestapelde bouw en wordt een kostenreductie van 10–40% verwacht voor all-electric renovaties en een reductie van 20% voor de aansluitkosten op een warmtenet. In vervolgprojecten wordt de kennis toegepast op andere gebouwtypen, zodat rond 2025 voor alle gebouwtypen oplossingen beschikbaar komen. De integrale aanpak doorbreekt de huidige versnippering van onderzoek en ontwikkeling, waarbij beschikbare kennis breed wordt gedeeld en de innovatieruimte met maximaal rendement wordt ingezet. De koppeling met andere initiatieven, zoals Renovatieversneller en het programma Aardgasvrije wijken zorgt voor een snelle uitrol van de resultaten. Looptijd 01 januari 2020 - 31 december 2024 Aanpak Binnen het programma worden de ontwikkelingen via een “stage-gating” proces gemonitord en gestuurd.