Dit verslag bevat een inleiding (hoofdstuk 1), met een kort overzicht over de status in Nederland en de regio Overijssel/Achterhoek van het onderwerp Passiefhuisbouw en energetische renovatie aan het projectbegin april 2009. Op grond van de situatie op dat moment werd gezocht naar samenwerking met vooral de regionale initiatieven, die van belang waren voor het project, nl: energiezuinige bouw en renovatie, respectievelijk de bereikbaarheid van een brede doelgroep, die relevant is voor de bevordering van noodzakelijke innovatie om de standaards van het Passiefhuis te bereiken. In hoofdstuk 3 worden de gerealiseerde projectactiviteiten vanaf 1 januari 2012 tot en met de afsluiting van het project op 30 september 2012 gememoreerd. Hoofdstuk 4 geeft een korte nabeschouwing op het project als geheel.
De SEV (Stuurgroep Experimenten Volkshuisvesting) voert in opdracht van VROM/WWI het programma Experiment Energiesprong Gebouwde Omgeving uit.Met dit programma moet de SEV de aanpak van energiebesparing in de gebouwde omgeving in een hogere versnelling zetten. Vooral in bestaand bebouwd gebied is het lastig om op grote schaal een energiesprong te maken. En toch is daar de grootste winst te halen: oude huizen, kantoren en winkels zijn energetisch vaak zo lek als een mandje, terwijl de eigenaren meestal niet de gelegenheid, de kennis, het geld of de motivatie hebben om er iets aan te doen. Losse initiatieven kunnen helpen, maar zijn uiteindelijk niet genoeg om een echte energiesprong te maken.
Een aanzienlijk deel van het dakoppervlak van bedrijven in Nederland bestaat uit asbesthoudende materialen. Deze daken vormen een potentieel gevaar voor de volksgezondheid, vooral bij brand. In de provincie Overijssel gaat het om circa 1 miljoen vierkante meter dakoppervlak, waarvan circa 90.000 vierkante meter in de gemeente Rijssen-Holten. Deze daken zijn niet zelden in slechte staat van onderhoud. Meestal zijn deze daken volledig ongeïsoleerd. In navolging van een eerder initiatief inzake asbestsanering van LTO Noord bij agrarische bedrijven hebben drie bedrijven in de gemeente Rijssen-Holten (Bouwfund BV, Roosdom Tijhuis BV en Zuna advies BV) het initiatief genomen om te onderzoeken hoe en in welke mate de asbesthoudende daken van industriële bedrijven in deze gemeente vervangen kunnen worden door asbestvrije daken. Hierbij hebben zij zich ten doel gesteld ten minste een kwart (> 25.000 m2) van de asbestdaken te vervangen door duurzame daken - asbestvrij, geïsoleerd en bij voorkeur voorzien van zonnepanelen - onder het motto: asbest er af, zonnepanelen er op! Het voortschrijdend inzicht – resultaat van het leerproces - bij de initiatiefnemers, de pilotbedrijven, Saxion, de gemeente Rijssen-Holten en de provincie Overijssel is overigens zowel een middel om tot een optimaal ontwerp te komen als een projectdoel, gericht op de algemene toepasbaarheid van het concept: asbest er af, zonnepanelen er op! te toetsen.
In 2016 is 'De Bouwagenda' gelanceerd, met het doel te komen tot een ambitieus vernieuwingsprogramma voor de grote maatschappelijke uitdagingen voor de gebouwde omgeving richting 2050. Daartoe horen de energietransitie, het gebruik van grondstoffen, klimaatverandering, mobiliteit, digitalisering en gezondheid. De opgaven zijn vertaald naar elf roadmaps en vijf doorsnijdende thema’s.Doel Doel van dit programma is het haalbaar, opschaalbaar en betaalbaar maken van de energietransitie in de bestaande gebouwde omgeving. Benodigde innovaties zullen in samenwerking tussen bedrijfsleven, kennisinstellingen, overheid en gebruikers worden gedaan. Daarbij wordt in een aantal stappen toegewerkt naar renovatieconcepten voor veel voorkomende woningtypologieën en gebouwen, waarmee renovaties sneller, goedkoper, mooier en met minder overlast voor bewoners en gebruikers mogelijk worden. Resultaten Het programma zal leiden tot betaalbare, opschaalbare en geaccepteerde oplossingen die nodig zijn voor de volledige renovatieopgaven. Eind 2020 verscheen het rapport Circulaire energietransitie in de gebouwde omgeving in samenwerking met Enpuls. Looptijd 01 januari 2020 - 31 december 2024 Aanpak De opzet van dit BTIC-deelprogramma is in de ontwikkeling en in de voorbereiding afgestemd met een breed consortium van marktpartijen, kennisinstellingen, maatschappelijke organisaties, adviesorganen en verenigingen (onder andere VNG, Platform 31, DSV, ISSO) en overheden (BZK, EZK, TKI UE, RvB). Parallel hieraan vinden samen met TKI Urban Energy gesprekken plaats met de ministeries van EK en BZK inzake de financiering. Voor de financiering van het eerste deel wordt nu ingestoken op het derde Meerjarig Missiegedreven Innovatieprogramma (MMIP 3 &4) van de Rijksoverheid. Context Het ontbreken van een topsector voor de bouw heeft ertoe bijgedragen dat er in de afgelopen jaren geen brede, meerjarige, goed gestructureerde kennis- en innovatieprogramma’s zijn geweest. Om dit te doorbreken is in het voorjaar van 2018 een begin gemaakt met het Bouw en Techniek Innovatie - centrum (BTIC). Van de eerste drie onderwerpen – energietransitie, circulair bouwen en digitalisering – is de 'Versnelling Energierenovaties in de Gebouwde Omgeving' het eerste onderwerp dat concreet wordt. Lector Mieke Oostra vertegenwoordigt bij het schrijfteam het hbo namens het Lectorenplatform Urban Energy. Hiervoor is aan alle aangesloten hogescholen en aan de vier TU’s en TNO gevraagd om projectideeën aan te leveren. Op basis hiervan heeft het schrijfteam half december een conceptprogramma opgeleverd met de naam: Integrale Energietransitie Bestaande Bouw (Visscher e.a. 2018).
Het IEBB-consortium staat voor een integrale aanpak op een 9-tal thema’s die naar mening van het consortium alle nodig zijn om in de komende jaren tot de gewenste opschaling te komen. De 9 thema’s zijn:1 Renovatieconcepten, 2 Prestatiemonitoring, 3 Industrialisatie, 4 Digitalisering, 5 Gedragen energietransitie, 6 Afwegingskader gebouweigenaren, 7 Keteninnovatie, 8 Warmtepompen en 9 Warmteopslag.Doel Doel van het programma is het haalbaar, opschaalbaar en betaalbaar maken van de energietransitie in bestaande bouw, gericht op het bereiken van 200.000 renovaties per jaar vóór 2030. Goede, gebruikersvriendelijke, goedkope en opschaalbare technologieën zijn nodig om tot een renovatie-tempo van 200.000 woningen per jaar te komen. Op dit moment beschikbare oplossingen zijn te duur, arbeidsintensief, voldoen niet aan de verwachting en sluiten onvoldoende aan bij behoeften van bewoners. Resultaten Het programma zal leiden tot betaalbare, opschaalbare en geaccepteerde oplossingen die nodig zijn voor de volledige renovatieopgave. Vóór 2030 zullen kostenreducties van renovaties van 20-40% worden gerealiseerd voor opschaling naar 200.000 renovaties per jaar. Met verschillende ketenpartners worden duurzame verwarmingstechnieken, renovatieconcepten, industrialisatie, robotisering en digitalisering, nieuwe vormen van ketensamenwerking en sociale innovaties in programmatische samenhang ontwikkeld en beproefd. De eerste jaren ligt de focus op rijwoningen en gestapelde bouw en wordt een kostenreductie van 10–40% verwacht voor all-electric renovaties en een reductie van 20% voor de aansluitkosten op een warmtenet. In vervolgprojecten wordt de kennis toegepast op andere gebouwtypen, zodat rond 2025 voor alle gebouwtypen oplossingen beschikbaar komen. De integrale aanpak doorbreekt de huidige versnippering van onderzoek en ontwikkeling, waarbij beschikbare kennis breed wordt gedeeld en de innovatieruimte met maximaal rendement wordt ingezet. De koppeling met andere initiatieven, zoals Renovatieversneller en het programma Aardgasvrije wijken zorgt voor een snelle uitrol van de resultaten. Looptijd 01 januari 2020 - 31 december 2024 Aanpak Binnen het programma worden de ontwikkelingen via een “stage-gating” proces gemonitord en gestuurd.