Environmental unsustainability is due to both structural features and historically specific characteristics of industrial capitalism resulting in specific patterns of production and consumption, as well as population growth. Sustainability literature criticises the established corporate and political power hegemonies, interested in maintaining economic growth, as well as inability or unwillingness of citizen-consumers to counteract these hegemonic tendencies. Yet, official policies are still targeted at social and economic ‘development’ as a panacea for unsustainability challenges. Instead, renewed accent on social and economic objectives are outlined by a set of sustainable development goals (SDG) that include objectives of fighting poverty, promoting better health, reducing mortality, and stimulating equitable economic growth. What is less commonly critiqued is the underlying morality of unsustainability and ethical questions concerned with the ‘victims of unsustainability’ outside of socioeconomic discourse. The achievement of SDG goals, as will be further elaborated on in this article, is unlikely to lead to greater social equality and economic prosperity, but to a greater spread of unsustainable production and consumption, continuous economic as well as population growth that has caused environmental problems in the first place and further objectification of environment and its elements. This article argues that an invocation of ethical duty toward environment and its elements is required in order to move beyond the current status quo. Such ethical approach to unsustainability can effectively address the shortcomings of the mainstream sustainability discourse that is mainly anthropocentric and therefore fails to identify the correct locus of unsustainability. This is an Accepted Manuscript of an article published by Taylor & Francis in International "Journal of Sustainable Development & World Ecology" on 2015 available online: http://www.tandfonline.com https://doi.org/10.1080/13504509.2015.1111269 https://www.linkedin.com/in/helenkopnina/
Nuffic organiseert een online sessie omdat niet al onze collega’s in de gelegenheid waren om deel te nemen aan de EAIE in Barcelona. Ze wilden op deze manier de opgedane kennis en nieuwe inzichten delen met de rest van de internationalisation (at home) community in het hoger onderwijs in Nederland en Vlaanderen.
Anthropocentrism is the belief that value is human-centered and that all other beings are means to human ends. The Oxford English Dictionary defines anthropocentrism as “regarding humankind as the central or most important element of existence”. Anthropocentrism focuses on humanistic values as opposed to values found in non-human beings or ecosystems. With the popularization of the concept of ecosystem services, the idea of protecting the environment for the sake of human welfare is reflected in the SDGs. Within the SDGs, the instrumental use of the environment for the sake of alleviating poverty, combatting climate change, and addressing a range of other social and economic issues is promoted. Since the conception of the SDGs, there has been a discussion about anthropocentrism in ‘sustainable development’ (e.g., Kopnina 2016a and 2017, Strang 2017, Adelman 2018; Kotzé and French 2018) and how the SDGs can be antithetical to effective responses to sustainability challenges. The SDGs’ accent on economic growth and social equality as well as environmental protection actually result in ethical as well as practical paradoxes. While central to the SDG’s is ‘sustained and inclusive economic growth’ (UN 2015), the prioritization is on the economy, NOT the planet that nurtures both social and economic systems. Anthropocentrism, in this case, refers to the exclusive focus on short-term human benefits, whereas biodiversity loss is not considered a great moral wrong (Cafaro and Primack 2014). The three overarching anthropocentric SDG goals, economic growth, resilience, and inclusion, will be critically examined below and ways forward will be proposed. “This is a post-peer-review, pre-copyedit version of an article published in 'Encyclopedia of the UN Sustainable Development Goals. Life on Land'. The final authenticated version is available online at: https://doi.org/10.1007/978-3-319-71065-5_105-1 LinkedIn: https://www.linkedin.com/in/helenkopnina/
De synergie tussen Robotica en AI biedt vele oplossingsmogelijkheden voor (internationale) maatschappelijke opgaven waarvoor we staan (SDG’s, de EU Grand-Challenges, KIA’s). Een consortium van thans 9 Hogescholen, TKI-HTSM en Holland Robotics (community >600 organisaties) slaan de handen ineen om de ontwikkeling van praktijkkennis te versnellen, kennis te delen en betekenisvolle oplossingen te realiseren voor allehande vraagstukken op het gebied van de zorg, het klimaat, onze veiligheid, duurzame energievoorziening, het verdienvermogen van de Nederlandse (maak)industrie en het onderwijs. Robotisering en AI biedt publiek/private organisaties nieuwe mogelijkheden om taken, diensten en processen meer efficiënt, veilig en (kosten)effectief uit te voeren. Robots werken (steeds meer) samen met mensen en kunnen gevaarlijke en/of moeilijke taken overnemen. Ze creëren ook nieuwe mogelijkheden, die anders niet mogelijk zijn. Dit platform, aansluitend bij de KIA-Sleuteltechnologieën, heeft ambities om praktijkkennis sneller te ontwikkelen, deze te bundelen en toe te passen in relevante applicatiedomeinen. Alle mooie ontwikkelingen ten spijt, is het lerende vermogen en/of het autonoom handelen van robots nog minder dan dat van mensen. Robots hebben bijvoorbeeld moeite met het omgaan met onvoorziene omstandigheden en werken in ongestructureerde omgevingen. Om robots te kunnen laten denken en doen als mensen, is er nog een lange weg te gaan. De echte synergie tussen Robotica & AI, waarop dit platform zich richt, heeft een veelbelovend potentieel om de volgende sprong te maken om de bovengenoemde uitdagingen aan te gaan. Platformdeelnemers willen, op basis van een gezamenlijk roadmap, nieuwe praktijkkennis delen, ontwikkelen en toepassen in relevante (applicatie)domeinen. Zo worden betekenisvolle bijdragen geleverd aan urgente maatschappelijk vraagstukken. Het platform heeft als doel om in de quintuple helix kennis duurzaam te laten circuleren, een wenkend perspectief te bieden voor alle stakeholders, Applied Smart Robotica & AI-onderzoek beter landelijk en internationaal te positioneren, te focussen op meervoudige waardecreatie en gezamenlijk te werken aan iconische projecten.
Context Kernmotto van onze Ambitie 2025 is dat Avans naast een excellente en brede onderwijsinstelling ook kennispartner van de regio wil zijn. De komende jaren krijgt het praktijkgericht onderzoek een stevige boost. Tegelijkertijd is Avans tot nu toe nog maar beperkt zichtbaar geweest in Europese netwerken en programma’s, terwijl dit uitstekende bronnen zijn voor (maatschappelijke) meerwaarde van ons onderzoek, het onderwijs en voor de regio. Strategie De focus van de onderzoeksactiviteiten van Avans ligt op vier Centers of Expertise (CoE), twee expertisecentra en twee doorsnijdende thema’s. Hiermee spelen we in op de regionale, nationale en Europese vraagstukken. Belangrijkste doelstelling van dit project (Avans@EU) is om een strategie te ontwikkelen waarin onze CoE’s, lectoren, (docent-)onderzoekers en studenten op een gestructureerde manier aansluiting kunnen vinden bij de relevante Europese netwerken en programma’s. De lectoren en onderzoekers die beschikken over enige ervaring en een relevant netwerk gebruiken we als ‘lighthouse’ . Netwerken Het op- en uitbouwen van de Europese netwerken is een belangrijke doelstelling voor de CoE’s. De opgave in Avans@EU is daarom het identificeren van de netwerken, het valideren van de aanknopingspunten en het bepalen van de manier waarop aansluiting bij dit netwerk mogelijk is. Supportinfrastructuur Na afloop van het Avans@EU project hebben we een helder beeld van de inrichting van de supportinfrastructuur. Daarbij zetten we een Community of Practice op rondom de EU en een programma om de kennis over Europese programma’s en netwerken bij lectoren en (docent)onderzoekers te vergroten. Regionale Impact De impact die societal challenges (incl. SDG’s) en innovaties gaan hebben op de traditionele(re) industrie in het verzorgingsgebied van Avans is enorm. Door het ontsluiten van de kennis in de genoemde netwerken kan Avans als kennispartner voor het regionale partners dienen en studenten voorzien van actuele kennis.
City Deal Kennis Maken (CDKM) in Zwolle heeft tot doel studenten, docenten en onderzoekers structureel te betrekken bij de maatschappelijke opgaven van (regio) Zwolle. Dit doet zij door de stad aan te bieden als rijke leeromgeving waarin gemeente en kennispartners met elkaar samenwerken aan opgaven binnen de volgende vier thema’s: • de groene omgeving (klimaatadaptatie, energietransitie en circulaire economie), • de zorgzame samenleving, • de wendbare en inclusieve werkomgeving en • de informatiesamenleving. De CDKM beoogt zoveel mogelijk de bestaande structuren en agenda’s in de stad te versterken en de samenwerking tussen gemeente en kennisinstellingen te bevorderen. Een belangrijke eerste stap hierin is het organiseren van de vraagarticulatie, om zo te komen tot dynamische kennisagenda’s als basis voor het vormgeven van samenwerking in projecten, onderzoeken en curricula. Een tweede stap is om het proces van leren en delen effectief vorm te geven. Dan gaat het om zowel de samenwerking binnen de CDKM in Zwolle, als het breder delen van de ontwikkelde kennis en opgedane ervaringen vanuit de inhoudelijke kennisagenda met andere initiatieven en structuren. Om bij te dragen aan het oplossen van maatschappelijke problemen is de uitdaging om de kennis en inzichten vanuit de CDKM dusdanig op te schalen en te ontsluiten naar de stad en regio, dat deze daar verder tot waarde komt. Het eerste programmajaar van de City Deal heeft Zwolle benut om de organisatie van de samenwerking neer te zetten, te bouwen aan samenwerking rond de vier strategische thema’s en eerste concrete samenwerkingsprojecten te realiseren. De ervaringen en inzichten van dit eerste jaar leiden tot een actieve focus op het thema ‘informatiesamenleving’ voor het tweede en derde programmajaar.