Kim Meijer, zelf werkzaam als docent, onderzoeker en trainer in de bedrijfsethiek, is in december 2023 gepromoveerd op het proefschrift ‘Impossible and Inevitable: Reconstructing the Critique of Business Ethics’. Voor toegepast filosofen is dit een belangrijk proefschrift, omdat het de modderigheid van bedrijfsethiek in een transparanter kader stelt en omdat het niet alleen over bedrijfsethiek gaat. Het onderzoek van Meijer gaat over de spanningen die horen bij het toepassen van filosofie in een concrete context. Daarmee is het mijns inziens ook relevant voor beoefenaars van bijvoorbeeld de bio-ethiek (die zij bespreekt in haar proefschrift), de publieksfilosofie en de levenskunst. Hieronder heb ik een aantal inzichten uit het proefschrift weergegeven en voorzien van mijn eigen reactie.
MULTIFILE
Hoofdstuk 4 in Wat werkt als je samenwerkt - deel 2. Het hoofdstuk begint met een beschrijving van de huidige onderwijssituatie op Bonaire. Daarbij komt de vraag aan bod of en hoe op Bonaire het hiaat kan worden opgevuld tussen het op Europees-Nederlands gerichte geschiedenis)curriculum en het verlangen van leerlingen om onderwijs te krijgen waarmee zij zich verwant voelen en waarin zij Bonaire herkennen. Vervolgens worden de uitkomsten beschreven van het verkennend onderzoek naar wat de leerlingen op Bonaire als betekenisvol onderwijs ervaren. Daarna komen de uitgangspunten van Module Bonaire aan bod. In dat kader wordt ook het Jericho-project (de voorloper van Module Bonaire) beschreven. In de epiloog wordt de start (september 2023) beschreven van een verkennend onderzoek waar gebruik wordt gemaakt van de ervaringen die zijn opgedaan met het Jericho-project en de verkenning op Bonaire. Dat onderzoek vindt plaats op een middelbare school in Utrecht. De beschrijvingen maken inzichtelijk hoe context-specifiek onderwijs zou kunnen of moeten zijn, om het voor leerlingen betekenisvol te laten zijn.
Bij erfgoed horen emoties. Maar wanneer deze emoties schadelijk blijken te zijn en voor (meer) polarisatie in de samenleving zorgen, wordt het tijd om te kijken of in de omgang met erfgoed veranderingen aangebracht kunnen worden. Hierin kan de erfgoedprofessional een rol spelen. Het onderzoek ‘Precaire spanning’ kijkt naar de herdenkingspraktijken van de Shoah en van het slavernijverleden. Die praktijken tonen en creëren spanning. Deze spanning komt naar voren en wordt gecreëerd op verschillende plekken en op verschillende momenten, gerelateerd aan de herdenkingen, zoals in discussies over excuses of restituties en bij tentoonstellingen en educatieve programma’s. In het project wordt onderzocht hoe de erfgoedprofessional de componenten kan herkennen en wegnemen die in de bredere herdenkingscontext bijdragen aan de spanning tussen herdenkers van de Shoah en van het slavernijverleden. Het onderzoek bestaat uit interviews en expertmeetings met stakeholders zoals herdenkers, beleidsmedewerkers, kunstenaars en erfgoedprofessionals, en uit observaties van woordkeuzes, kunstuitingen en rituelen die de herdenkingspraktijken mee vormgeven. Aan de basis van het onderzoek ligt het idee dat de spanning voortkomt uit een gevoel van ongelijkwaardigheid in de strijd om een plek in het Nederlands herdenkingslandschap. Dit is niet los te zien van het ontbreken van herkenning en erkenning van nog bestaande trauma’s, van de aanwezigheid van antisemitisme en racisme in de samenleving, en van het bestaan van verschillende repertoires aan historische kennis. Het onderzoek beoogt een handelingskader te ontwikkelen waarmee de erfgoedprofessional kan bijdragen aan sensitievere herdenkingspraktijken, teneinde de spanning tussen herdenkers van de Shoah en van het slavernijverleden onderling weg te nemen of tenminste te verminderen. Het onderzoek valt onder het lectoraat van de Reinwardt Academie, onderdeel van de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten. Hier worden de inzichten van dit onderzoek ingezet in een breder onderzoeks- en onderwijsdomein van erfgoed en kunsten.