De uitstroom van sociaal werkers is heel hoog. Onderzoeker Marc Hoijtink vreest dat het sociaal domein voor te veel sociaal werkers op te veel plekken een giftige, demotiverende cocktail is die zij niet meer lusten.
MULTIFILE
Bijna de helft van de sociaal werkers overweegt een vertrek bij hun werkgever. In dit artikel analyseert Marc Hoijtink vertrekfantasieën van professionals als cognitieve vlucht, een vorm van stil verzet die dicht tegen coping aanzit. Als zoveel sociaal werkers op het punt staan hun loyaliteit op te zeggen, wat zegt dit dan over de huidige positie van sociaal werkers in de samenleving? En wat over de staat van het sociaal domein?
LINK
Full text via link. Volgens het opleidingsdocument in het hoger onderwijs is het sociaal werk een ‘talig’ beroep. Maar dat is eenzijdig en onhoudbaar. Kunst en creativiteit kunnen professionals ‘meertalig’ maken, betogen drie lectoren van verschillende hogescholen.
LINK
This study explores legal consciousness of social workers within the framework of the 2015 Social Support Act (SSA) in the Netherlands. The aim of this law is to provide social support and care to citizens with impairments or chronic psychological or psychosocial problems, with the goal of enabling people to live independently and actively participate in society. The SSA grants entitlement to a needs assessment to applicants, essential for accessing personalized provisions. This assessment is a pivotal legal evaluation for persons with disabilities to ultimately exercise their rights under the UN Convention on the Rights of Persons with Disabilities (CRPD), ratified by the Netherlands in 2016. With the use of the concept of legal consciousness, this study aims to contribute to understanding social workers’ experiences, understandings, and actions in relation to law in the context of legal decision-making on behalf of the council.
MULTIFILE
In de periode 2008-2010 hebben onderzoekers en studenten de vaktherapie onderzocht die wordt gebruikt in de behandeling van jonge delinquenten in zes justitiële jeugdinrichtingen en instellingen voor gesloten jeugdzorg. Ze ontwikkelden interventies voor beeldende therapie, dansbewegingstherapie, dramatherapie, muziektherapie en psychomotorische therapie.
DOCUMENT
De JeugdzorgPlus is gericht op jongeren niet bereikbaar zijn voor lichtere vormen van hulpverlening en die zonder behandeling een risico voor zichzelf en hun omgeving vormen. Het ministerie van VWS en betrokken instellingen wilden, nu de JeugdzorgPlus ruim tien jaar bestaat, een onderzoek laten uitvoeren onder een grote groep jongeren die ten minste vijf jaar geleden zijn uitgestroomd uit de JeugdzorgPlus. Het onderzoek is deel van de longitudinale effectmonitor JeugdzorgPlus gericht op het verkrijgen van inzicht in de mate waarin jongeren profiteren van de geboden hulp en welke factoren een relatie hebben met de gemeten effecten. Het Verwey-Jonker Instituut en de Hogeschool Utrecht hebben onderzocht hoe het jeugdigen die tussen 2008 en 2013 in de JeugdzorgPlus hebben gezeten is vergaan. Het doel van dit onderzoek was het verkrijgen van inzicht in het welzijn van de jongeren: hoe gaat het nu met de jongeren, hoe kijken zij terug op hun verblijf in de JeugdzorgPlus en wat kunnen we van hen leren? Tevens dient het onderzoek als verkenning voor hoe JeugdzorgPlus instellingen op de langere termijn vorm en inhoud kunnen geven aan follow up onderzoek, waarbij ook de mogelijkheid voor het gebruik van CBS-gegevens en gegevens van gemeenten wordt bestudeerd. In totaal zijn 46 jeugdigen betrokken in diepteinterviews met behulp van de tijdlijn-methode. Aanbevelingen zijn geformuleerd op grond van deze interviews en rekening houdend met ontwikkelingen in de JeugdzorgPlus.
MULTIFILE
In dit rapport, Nieuwe woonvormen voor bijzondere doelgroepen, staan bewoners centraal die moeite hebben met zelfstandig wonen in een reguliere woning. Ze worden als ‘bijzondere groepen’ aangeduid, in het bijzonder gaat het om daklozen, verslaafden, ex-gedetineerden, psychiatrische patiënten, mensen met een verstandelijke handicap, mishandelde vrouwen, en de beruchte, wat diffuse categorie van ‘de zorgmijders’. Er is een omvangrijk institutioneel circuit die deze groepen helpt met ‘wonen’. In dit institutionele circuit spelen woningcorporaties een belangrijke rol, maar ook zorginstellingen (GGZ, verslavingszorg), reclassering, en instellingen op het terrein van de maatschappelijke opvang (zorg voor daklozen, vrouwenopvang). Genoemde instanties geven de verschillende groepen vormen van ‘woonondersteuning’ of ‘woontoezicht’ in milde en meer straffe varianten. Leidende vraag in Nieuwe woonvormen voor bijzondere doelgroepen is: wat is er te verbeteren op het punt van leren wonen en het geven van maatschappelijke kansen aan deze groepen? Is sociale stijging in hun geval mogelijk? Kunnen ze uit een situatie van afhankelijkheid naar een meer onafhankelijke vorm van wonen groeien? Om die vraag te beantwoorden zijn zes projecten nader bekeken. Projecten die als vernieuwend te boek staan. Woningcorporaties hebben in het geval van (1) Flexibel Wonen, Rotterdam-Rijnmond (2) Nieuwe Energie, Leiden en (3) Begeleid Wonen, Hoogezand, aan de basis van deze nieuwe woonvormen gestaan; het gaat respectievelijk om (1) De Nieuwe Unie/Woonstad Rotterdam, Com- Wonen en PWS, (2) Portaal en (3) Lefier. Maar ook bij Yes, Amsterdam, is een woningcorporatie betrokken (Eigen Haard). In het geval van Omnizorg ligt het initiatief bij de gemeente, en ’t Groene Sticht is een burgerinitiatief.
DOCUMENT
Deze eindrapportage van het project ‘competenties van de zorgprofessional van de toekomst’ is uitgevoerd in opdracht van de Health Hub Utrecht, Coalitie Aantrekkelijke Arbeidsmarkt. De rapportage is tot stand gekomen met inbreng van een groot aantal mensen uit zorg, welzijn en opleidingen, die in dialoogsessies mee hebben gedacht over hoe de zorgprofessional van de toekomst goed toegerust kan worden. Met elkaar is gezocht naar de uitdagingen die zorg en welzijn, en opleidingen denken tegen te komen richting 2030 en er is nagedacht over richtingen die bijdragen aan het goed toerusten van deze professionals. De tweede publicatie betreft het tussenrapport: Competenties van de zorg- en welzijnsprofessional van de toekomst: Tussenrapportage ter afsluiting van fase 1. (Drs. J. Dijkstra RN, dr. M. Jacobs, Drs. B. Berkhout, 2023)
MULTIFILE