Sportbonden staan onder grote druk om steeds marktgerichter te opereren. De koepelorganisatie NOC*NSF constateerde enkele jaren geleden dat de georganiseerde sport marktaandeel aan het verliezen was.Volgens NOC*NSF kwam dat doordat de bonden en verenigingen niet met de tijd meegingen. Met hulp van een gerenommeerd marketingbureau hebben vervolgens zestig sportbonden een marketingplan opgesteld om hun activiteitenaanbod te vernieuwen. De voorbeelden die daarbij gebruikt werden waren veelal afkomstig uit het bedrijfsleven. Marketingtechnieken, ontleend aan het bedrijfsleven, zijn voor sportbonden echter slecht toepasbaar gebleken. Sportbonden zijn nu eenmaal geen innovatieve, bedrijfsmatig gerunde organisaties. Zo zijn zij niet gewend te werken met investeringen vooraf, is belangenbehartiging van hun leden hun belangrijkste taak, worden hun verenigingen niet van bovenaf aangestuurd, en worden zij gekenmerkt door een democratische besluitvormingscultuur. Eigenschappen die zich slecht laten verenigen met een snelle, marktgerichte besluitvorming, waarbij inspringen op wensen en behoeften en een ruime blik op potentieel interessante doelgroepen een vereiste is. Bij het verruimen van hun aanbod kunnen sportbonden zich volgens dan ook beter richten op initiatieven die dichter bij hun eigen praktijk staan en dichter bij hun traditionele achterban. Zo heeft de Korfbalbond de zogenaamde 'Kangoeroe Klup' ontwikkeld, met de bedoeling om de jongste familieleden van korfballers op een speelse manier met korfbal kennis te laten maken. Een concept dat wel zijn vruchten heeft afgeworpen. Een ander, belangrijk aspect waar sportbonden rekening mee moeten houden is de van oudsher democratische besluitvorming bij die sportbonden. Dat deze tot grote frustratie kan leiden bij sommige, meer innovatief ingestelde bondsmedewerkers die zo hun vernieuwende ideeën zien sneuvelen, is begrijpelijk. Maar het inperken van de macht van de achterban is volgens de promovenda geen oplossing voor dit probleem. Daarmee raak je immers aan het bestaansrecht van sportbonden, bestaande uit belangenbehartiging van en dienstverlening aan verenigingen.
Het boek geeft een systematische inleiding in de ethiek van sportorganisaties en de disciplines die daarin een belangrijke rol spelen zoals sportmarketing, sportmarketingcommunicatie, sportsponsoring en sportmedia. De methode is ontwikkeld met het oog op de competenties die samenhangen met de beroepsprofielen van bachelors en masters die opleiden voor functies binnen sportorganisaties: sportmarketeers, sportmanagers, sporteventmanagers, sportcommunicatiedeskundigen en sportbeleidsmedewerkers. Inhoud: H1 Wat is ethiek? H2 Wat is sportbusinessethiek? H3 Wat mogen we van een sportorganisatie verlangen op ethisch gebied? H4 Strategische sportmarketing en ethiek H5 Tactische sportmarketing en ethiek H6 Sportmarketingcommunicatie en ethiek H7 Sportsponsoring en ethiek H8 Media, sport en ethiek H9 Stappenplan ethiek en sportbusiness H10 Debatteren over sportbusiness In Sportbusiness en ethiek worden tientallen spraakmakende cases behandeld zoals FC Barcelona en Unicef, de OMO Buitenspeelbond, de Heineken Luidsprekerhoed, Feyenoord en een grote geldschieter, SuperKicks, Nike en Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen, het RABO Wielerplan, de Nijmeegse Wandelvierdaagse van 2006, Joey Cheek en Right To Play, Richard Krajicek en het ABN AMRO World Tennis Toernooi, etc. Auteur van deze uitgave is Jan de Leeuw, secretaris van de Businessclub Vrienden Van SPECO (BVVS) en hogeschooldocent voor ethiek aan de opleiding SPECO van FEHT. Aan deze uitgave werd meegewerkt door Mohammed Allach (MaroquiStars en VVV Venlo), Marcel Beerthuizen (TBWArand Experience Company), Sven van den Berg (Fontys SPECO), Maarten van Bottenburg (W.J.H. Mulierinstituut en Fontys SPECO), Paula Etman (Right To Play), Huub Evers (Fontys Hogeschool Journalistiek), Ronald Jeurissen (Nijenrode Business Universiteit), Jacinta Kannekens (TDL), Thijs Kemmeren (Fontys SPECO), Tessa Kocken (NCDO-Sport), Bert Nederlof (Voetbal International), Fred Peters (Nederlandse Culturele Sportbond), Marcel Sturkenboom (NOC*NSF), Carole Thate (Johan Cruyff Foundation), Wim de Vries (Fontys Economische Hogeschool Tilburg), Hans Westerbeek (La Trobe University Melbourne) en Raf Willems (Stichting 'Meer dan Voetbal') Ook SPECO-afgestudeerden waren betrokken bij de totstandkoming van dit boek: Arjen de Ruyter (20Knots), Femke Tack (Life Fitness) Wouter Takes (FC Klap), Edgar de Veer (Global Sports Communication) en Barbra Wegkamp (WP Sports Media, VI).
Dit boek biedt een systematische introductie in de ethiek van sportorganisaties en de disciplines die daarin een belangrijke rol spelen zoals marketing, marketingcommunicatie en sponsoring. De methode is ontwikkeld met het oog op de competenties die samenhangen met de beroepsprofielen van bachelors en masters die opleiden voor functies binnen sportorganisaties: sportmarketeers, sportmanagers, sporteventmanagers, sportcommunicatiedeskundigen en sportbeleidsmedewerkers. Het boek begint met twee inleidende hoofdstukken over ethiek, MVO en sportbusiness. Vervolgens zijn er vier hoofdstukken waarbij ethiek en MVO worden betrokken op strategische sportmarketing, tactische sportmarketing, sportmarketingcommunicatie en sportsponsoring. Op de website is er een aanvullend hoofdstuk met een specifieke tool: een stappenplan voor ethische dilemma's in de sportbusiness. Ook vindt men daar aanvullende stoffen en opdrachten, begrippenlijst, oefentoets en nieuws over de methode. Surf naar www.damon.nl/hbo (sportbusiness en ethiek). Over het gehele boek verspreid zijn meer dan vijftig cases opgenomen uit de wereld van de sportbusiness. Speciaal met het oog op zelfstandig studeren is een uitgebreide index toegevoegd. Er is ook een notenapparaat.