In order to achieve a level of community involvement and physical independence, being able to walk is the primary aim of many stroke survivors. It is therefore one of the most important goals during rehabilitation. Falls are common in all stages after stroke. Reported fall rates in the chronic stage after stroke range from 43 to 70% during one year follow up. Moreover, stroke survivors are more likely to become repeated fallers as compared to healthy older adults. Considering the devastating effects of falls in stroke survivors, adequate fall risk assessment is of paramount importance, as it is a first step in targeted fall prevention. As the majority of all falls occur during dynamic activities such as walking, fall risk could be assessed using gait analysis. It is only recent that technology enables us to monitor gait over several consecutive days, thereby allowing us to assess quality of gait in daily life. This thesis studies a variety of gait assessments with respect to their ability to assess fall risk in ambulatory chronic stroke survivors, and explores whether stroke survivors can improve their gait stability through PBT.
DOCUMENT
Purpose Pre-stroke frailty in older adults is associated with adverse outcomes after stroke in community-based and hospitalbased populations. The aim of our study was to investigate the prevalence of pre-stroke frailty among older stroke survivors receiving medical specialistic rehabilitation and its association with outcomes and recovery. Methods Pre-stroke frailty was measured by the Groningen Frailty Indicator (GFI, score ≥ 4 indicates frailty) in patients≥65 years receiving stroke medical specialistic rehabilitation. Baseline, follow-up and change (i.e. recovery) scores of the Barthel index (BI), Stroke Impact Scale (SIS) ‘mobility’, ‘communication’, and ‘memory and thinking’, Hospital Anxiety and Depression Scale (HADS) and the EuroQoL-5 dimensions (EQ-5D) were compared between frail and non-frail patients with a multivariable regression model adjusting for confounders. Results Of 322 included patients (34.2% females, median age 70 years), 43 (13.4%) patients reported pre-stroke frailty. There were no diferences in BI or in destination of discharge between pre-stroke frail and non-frail stroke survivors receiving inpatient rehabilitation. However, pre-stroke frailty was associated with worse follow-up scores for all other measures. Recovery in pre-stroke frail patients was less favorable compared to non-frail patients for SIS mobility, HADS subscales and EQ-5D index and visual analogue scale. Conclusion Pre-stroke frailty was present in a minority of older stroke survivors receiving medical specialistic rehabilitation. BI and destination of discharge did not difer. Nevertheless, pre-stroke frailty was associated with worse functioning at follow-up for most measures of health status and with smaller improvements in mobility, mood and quality of life.
DOCUMENT
The timely detection of post-stroke depression is complicated by a decreasing length of hospital stay. Therefore, the Post-stroke Depression Prediction Scale was developed and validated. The Post-stroke Depression Prediction Scale is a clinical prediction model for the early identification of stroke patients at increased risk for post-stroke depression. he study included 410 consecutive stroke patients who were able to communicate adequately. Predictors were collected within the first week after stroke. Between 6 to 8 weeks after stroke, major depressive disorder was diagnosed using the Composite International Diagnostic Interview. Multivariable logistic regression models were fitted. A bootstrap-backward selection process resulted in a reduced model. Performance of the model was expressed by discrimination, calibration, and accuracy.
LINK
Een beroerte is de belangrijkste oorzaak van invaliditeit in Nederland. Revalidatie van mensen die een beroerte hebben gehad, is erop gericht hen zo zelfstandig mogelijk in hun eigen omgeving te laten functioneren. Vaak zijn er na de revalidatie nog altijd gevolgen van een beroerte, die het zelfstandig functioneren bemoeilijken. Mensen die een beroerte overleven houden er vaak chronische gevolgen aan over, zoals loop- en balansproblemen, verhoogd valrisico, vermoeidheid en depressie. Deze problemen bij thuiswonende mensen met een beroerte resulteren vaak in een inactieve leefstijl. Dit leidt tot een neerwaartse spiraal waarin de fysieke activiteit steeds verder afneemt, patiënten steeds verder deconditioneren, de verzorgingsbehoefte toe- en de mate van zelfstandigheid afneemt en het risico op een volgende beroerte toeneemt. Studies laten zien dat fysieke activiteit een positief effect op gezondheid heeft van patiënten na beroerte. De technologie om fysieke activiteit betrouwbaar en valide te meten is aanwezig en er is inzicht in belemmerende en faciliterende factoren voor fysieke activiteit. Er is echter nog geen bewezen effectieve interventie voor het aanleren en behouden van een fysiek actieve leefstijl voor patiënten na beroerte. Omdat alle richtlijnen voor beroerte aangeven dat het belangrijk is dat patiënten na beroerte fysiek actief zijn, vragen fysiotherapeuten zich af hoe krijgen en houden wij patiënten na een beroerte actief, dus hoe krijgen wij een actieve leefstijl bij een patiënt? Deze praktijkvraag is “vertaald” naar de volgende onderzoeksvraag: Wat is het effect van een beweegstimuleringsinterventie bij thuiswonende patiënten na beroerte op fysieke activiteit en aerobe capaciteit? Deze onderzoeksvraag wordt in drie stappen uitgewerkt: 1. Het ontwikkelen van een veldtest om aerobe capaciteit te meten in de praktijk, 2 Het ontwikkelen van een interventie gericht op het (langdurig) bevorderen van een fysiek actieve leefstijl; 3. Het testen van de feasibility van de interventie in een pilot studie.
The main objective is to write a scientific paper in a peer-reviewed Open Access journal on the results of our feasibility study on increasing physical activity in home dwelling adults with chronic stroke. We feel this is important as this article aims to close a gap in the existing literature on behavioral interventions in physical therapy practice. Though our main target audience are other researchers, we feel clinical practice and current education on patients with stroke will benefit as well.
Er bestaat vanuit de landbouw een grote behoefte aan organische bodemverbeteraars die kunnen bijdragen aan de verbetering van de bodemstructuur, onder andere om de droogtegevoeligheid te verbeteren en daarnaast bij te dragen aan de opbouw of instandhouding van de bodemkoolstofvoorraad. Lokale organische reststromen kunnen de landbouw (deels) in deze behoefte voorzien. Het toepassen van lokale organische bodemverbeteraars is een goede stap in de richting van kringlooplandbouw en draagt daarmee bij aan het behalen van beleidsdoelstellingen. Momenteel zijn er vele initiatieven waarbij organische reststromen welke bij terreinbeheer vrijkomen worden gezien en toegepast als grondstof binnen een circulaire economie. Vanuit deze initiatieven komen verschillende resultaten en geluiden (m.b.t. productkwaliteit en effecten) over de inzet van organische reststromen. Hierdoor is er onduidelijkheid bij agrariërs over de effecten van bodemverbeteraars en dit remt de circulaire ambities van de landbouwsector. In dit project gaan de hogescholen HVHL en HAS tezamen met een breed consortium van agrariërs, bedrijven, kennisinstellingen en overheden onderzoeken waar de kwalitatieve en economische kansen en knelpunten liggen bij het lokaal verwerken van organische restromen tot bokashi. Hierbij wordt ingehaakt op de bestaande ca. 60 pilots binnen het langjarige Kennisprogramma Circulair Terreinbeheer en de daar reeds opgehaalde en nog-op-te-halen praktijkervaring om meer inzicht te krijgen in de productkwaliteit, het verdienvermogen en de effecten op bodemkwaliteit en waterkwaliteit/kwantiteit, om te komen tot een handelingsperspectief voor agrariërs in het gebruik van bokashi. Hiervoor gaan we in acht grondig geselecteerde pilots in Noord- en Zuid-Nederland aan de slag. Het projectresultaat levert meer inzicht in de borging van productkwaliteit van bokashi, het potentiële verdienvermogen voor agrariërs om bokashi te gebruiken en de effecten van bokashi op verschillende ecosysteemdiensten.