Studentbegeleiding is een belangrijk onderdeel van het onderwijs aan de Hogeschool van Amsterdam (HvA). Studenten dienen tijdens hun opleiding begeleid te worden bij hun studievoortgang, bij het maken van loopbaankeuzes en bij hun ontwikkeling naar startbekwame professional. Opleidingen in de HvA maken eigen keuzes in de manier waarop zij studentbegeleiding ‘neerzetten’. Hierbinnen vervullen studentbegeleiders vaak een sleutelrol.In de periode 2021-2026 zal de HvA inzetten op het versterken van studentbegeleiding (zie de ambities in het HvA-Instellingsplan, 2020). De HvA beschrijft hierin studentbegeleiding als een belangrijke voorwaarde voor studentsucces. Ook de ontwikkeling naar meer persoonlijke leerpaden en flexibel onderwijs met meer regie voor de student is gebaat bij een goede studentbegeleiding. In de HvA heeft het Programma Persoonlijke Leerpaden tot taak de randvoorwaarden voor onderwijs en beleid in kaart te brengen die nodig zijn om persoonlijke leerpaden voor studenten mogelijk te maken. In opdracht van dit Programma heeft het HvA-Lectoraat Kansrijke Schoolloopbanen in een Diverse Stad onderzocht hoe studentbegeleiding op dit moment wordt vormgegeven in bachelor-opleidingen van de HvA (n = 32), met aandacht voor de succeservaringen en ervaren knelpunten. De centrale vraag in dit onderzoek was: Welke aanknopingspunten voor de versterking van studentbegeleiding bieden de ervaringen en afwegingen van HvA-opleidingen inzake studentbegeleiding in de opleiding?
In onderwijs- en arbeidsorganisaties bestaan grote problemen op het gebied van loopbaanontwikkeling. Veel scholieren en studenten vallen uit of switchen vroeg of vaak van opleiding. Veel arbeidsrelaties zijn voor werknemer of werkgever onbevredigend, maar duren toch voort. Uit onderzoek blijkt dat goede loopbaanbegeleiding helpt om dergelijke problemen te voorkomen of op te lossen. Hoewel hiermee in materiële en immateriële zin veel te verdienen valt, is goede loopbaanbegeleiding zeldzaam. Hoe komt dit? Er zijn de laatste jaren in het beroepsonderwijs grote investeringen in studieloopbaanbegeleiding gedaan. Waarom leveren deze inspanningen niet meer op? Waarom wordt in arbeidsorganisaties niet meer aan loopbaanbegeleiding gedaan? Hoe kan het beter? Dit zijn enkele van de vragen die in deze oratie aan de orde komen. Voor een deel wordt de stagnatie verklaard door de versnippering van het vakgebied. Daarnaast speelt het voortbestaan van hardnekkige, inadequate, maar dominante beelden een rol, zoals het beeld van 'de goede keuze', die het individu moet maken door informatie te verzamelen en na te denken. Wat is daar misleidend aan? Wat zijn de consequenties? Hoe kunnen we dit beeld bijstellen? Onder meer de risico's van reflectie komen aan de orde.