In dit onderzoek brachten we actuele kennis in kaart over effectief reclasseringstoezicht.Doel Doel van het project was om een systematisch overzicht te maken van werkzame elementen voor reclasseringstoezicht. Dit zijn elementen die aantoonbaar bijdragen aan het verminderen van recidive, voorkomen van uitval, versterken van motivatie voor verandering en verbeteren van het functioneren van delinquenten op verschillende leefgebieden. Resultaten Een onderzoeksrapportage met een overzicht van werkzame elementen voor reclasseringstoezicht. Een Engelse versie van de onderzoeksrapportage: Effective practices in probation supervision: a systematic literature review. Een publieksversie van het onderzoeksrapport waarin de belangrijkste bevindingen zijn samengevat. Een artikel voor een wetenschappelijk tijdschrift (in ontwikkeling). Looptijd 01 oktober 2019 - 31 augustus 2020 Aanpak Er is in de afgelopen jaren veel onderzoek gedaan naar reclasseringstoezicht, in Nederland maar vooral ook in het buitenland. Onderzoekers voerden een systematisch literatuuronderzoek uit van de nationale en internationale onderzoeksliteratuur over reclasseringstoezicht vanaf het jaar 2000 en beoordeelden hoe onderbouwd de conclusies zijn. Relevantie voor werkveld en onderwijs Het overzicht van bewezen werkzame elementen voor toezicht op delinquenten is bijzonder nuttig, voor het werkveld en voor hbo-opleidingen die toekomstige forensisch sociale professionals opleiden. Het kan richting geven aan deskundigheidsbevordering, aan beleidsontwikkeling van de reclassering, en ondersteunt keuzes die reclasseringswerkers dagelijks moeten maken in hun begeleidingscontacten met reclasseringscliënten.
Worldwide, a third of all adults is suffering from feelings of loneliness, with a peak at young adulthood (15-25 years old). Loneliness has serious consequences for mental and physical health and should therefore be urgently addressed. However, existing interventions targeting loneliness mainly focus on older adults [1], and rarely consider the physical living environment, while studies prove that the physical environment (e.g. amenities, green, walkability, liveliness) has a significant impact on loneliness. Collaboration between the psychosocial and physical domains is key, to gain insight into the mechanisms and pathways linking characteristics of the physical living environment and loneliness among young adults and which spatial interventions are effective in managing loneliness. The main research questions are thus: how are physical environment and loneliness related, and which interventions should be implemented? The I BELONG proposal aims to build a European consortium that will address these questions. WP1 encompasses collaboration and networking activities that will form the basis for future collaboration, for instance a European research grant application. WP2 will provide insight in the pathways linking spatial attributes and loneliness. This will be achieved by doing a systematic literature review, a photovoice and interview study to collect data on specific locations that affect young people’s experiences with loneliness, and Group Model Building with experts. Building on this, WP3 aims to co-create spatial interventions with partners and young adults, and test ‘proof of concept’ interventions with virtual environments among young adults. WP3 will result in a spatial intervention toolkit. This project has both societal and scientific impact, as it will provide knowledge on pathways between physical environment characteristics and feelings of loneliness among young people, evidence of what spatial interventions work, and design guidelines that can be used in urban design and management that can contribute to managing loneliness and related health risks.
De analyse van data over het leren van studenten kan waardevol zijn. 'Learning analytics' gebruikt studentdata om het leerproces te verbeteren. Welke organisatorische vaardigheden hebben Nederlandse instellingen voor hoger onderwijs nodig om learning analytics succesvol in te zetten?Doel We onderzoeken welke organisatievaardigheden er nodig zijn om in het hoger onderwijs met 'learning analytics' te werken. Met learning analytics krijgen studenten, docenten en studiebegeleiders inzicht in het leerproces. Dit doen ze door data van studenten te analyseren. In de praktijk blijkt het lastig voor onderwijsinstellingen om hier over de hele breedte van de organisatie mee te gaan werken. We kijken in dit onderzoek welke vaardigheden er nodig zijn binnen een organisatie om 'learning analytics' slim in te zetten. Resultaten Dit onderzoek loopt. Tot nu toe hebben we drie wetenschappelijke artikelen gepubliceerd: A First Step Towards Learning Analytics: Implementing an Experimental Learning Analytics Tool Where is the learning in learning analytics? A systematic literature review to identify measures of affected learning From Dirty Data to Multiple Versions of Truth: How Different Choices in Data Cleaning Lead to Different Learning Analytics Outcomes Looptijd 01 december 2016 - 01 december 2020 Aanpak Het onderzoek bestaat uit literatuuronderzoek, een case study bij Nederlandse onderwijsinstellingen en een validatieproject. Dit leidt tot de ontwikkeling van een Learning Analytics Capability Model (LACM): een model dat beschrijft welke organisatorische vaardigheden nodig zijn om learning analytics in de praktijk toe te passen.