In 30 jaar tijd is het aantal huishoudens met problematische schulden met een factor drie toegenomen. Het gaat nu om meer dan 720.000 huishoudens, bijna 9 procent van de bevolking. Voor hulpverleners is het steeds moeilijker geworden om mensen uit de schulden te helpen, ondanks alle inspanningen. Schulden hebben tal van oorzaken die veelal buiten de invloedssfeer liggen van de individuele professional. De onderzoekers zien dat de wet- en regelgeving burgers onvoldoende beschermt tegen het opbouwen van schulden. Het belang van de schuldeiser staat voorop en niet dat van de consument. Daarbij treedt de overheid vaak op als de grootste schuldeiser. Daarnaast zien de onderzoekers nog drie andere oorzaken voor de toename van schulden over de afgelopen dertig jaar.Een groep burgers is in de knel gekomen door maatschappelijke verschuivingen, zoals de digitalisering, de opkomst van de participatiemaatschappij met de verwachting dat mensen zelfredzaam zijn en de toename van eenpersoonshuishoudens. Ook hierdoor heeft de schuldenproblematiek zich verspreid en verdiept.Daarnaast hebben de economische ontwikkelingen gezorgd voor meer schulden. De financiële crises van 2008 en 2022, een steeds flexibelere arbeidsmarkt en het achterblijven van het bestaansminimum hebben burgers met lage inkomens onder druk gezet. En ten slotte is de schuldhulpverlening zelf onvoldoende in staat gebleken om de herhaaldelijke aanbevelingen voor een integraal beleid en voor verbeteringen in (vroeg)signalering, preventie en nazorg in te voeren en structureel onderdeel te maken van de dienstverlening. SysteemingrepenDit alles maakt duidelijk dat schuldenproblematiek grotendeels een systemisch probleem is, dat vraagt om systeemingrepen die het ontstaan en oplopen van schulden terugdringen. Hier horen bij:•Een hoger en betrouwbaarder inkomen voor mensen met een krappe beurs•Sterkere bescherming tegen het maken van schulden•Een rechtvaardiger systeem van incasso•De aanbevelingen aan de schuldhulpverlening die sinds 1994 worden gedaan echt ten uitvoer te brengen
MULTIFILE
Eigen regie voeren in uw eigen zorg is mogelijk als u weet welke diensten er beschikbaar zijn in de geestelijke gezondheidszorg (GGZ). Werkboek 10 uit de reeks "Eigen Regie en Herstel" geeft u informatie om te achterhalen welke programma’s u verder kunnen helpen om uw herstel te bevorderen. Het biedt ook strategieën om voor uzelf op te komen wanneer u een probleem tegenkomt in de GGZ. Deze publicatie is een bewerkte, geautoriseerde vertaling van “Illness management and recovery: Personalized skills and strategies for those with mental illness” van Gingerich, S., Mueser, K. T., & New Hampshire-Dartmouth Psychiatric Research Center (2011). ISBN: 978-1616491062 Uitgever: Hazelden Foundation, Center City, MN 55012, USA.Nederlandse vertalingLaura Stalenhoef (Saxion, student TP)Marijke Brugman (Saxion; Netwerk IMR)Rieke Kamman (Dimence Groep)Grietje Meinen (RIBW Groep Overijssel; Netwerk IMR)Redactie/EditorAd Bergsma (Saxion Hogeschool)Hanneke Teunissen (Saxion Hogeschool)BewerkingAd Bergsma (Saxion Hogeschool)Ingrid Stevelmans (GGzE)Marijke Brugman (Saxion Hogeschool)Trudy Sterk (Zorggroep Apeldoorn en omstreken)Titus Beentjes (Dimence Groep)Jos Droës (Stichting Rehabilitatie '92)Petra Schaftenaar (Inforsa)Peter Pierik (Saxion Hogeschool)Kim Mueser (Department of Occupational Therapy, Boston University)Susan Gingerich (Independent Consultant, Philadelphia, PA, United States)IllustratiesIris de Rooij
MULTIFILE
De vaste Kamercommissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) wil meer zicht op de positie van mensen die werk hebben, maar niet rondkomen of daar een risico op lopen. Het gaat hierbij om de brede groep werkenden, waaronder werknemers in loondienst, mensen die naast een uitkering werken, mensen met flexibele contracten net een specifieke focus op zzp'ers, schijnzelfstandigen, en ondernemers uit het MKB. Er is veel literatuur beschikbaar over bestaanszekerheid van werkenden. Het ontbreekt echter aan een samenhangende duiding van de beschikbare onderzoeken. Een overkoepelend beeld van de beschikbare inzichten is nodig om koers te bepalen voor de toekomst, waarbij het vanzelfsprekend van belang is dat ook wordt vastgesteld waar de kennislacunes liggen. De wens om meer zicht te krijgen op werkenden die (af en toe) niet rondkomen komt voort uit de Kennisagenda 2021-2022 die de Vaste Kamercommissie heeft opgesteld. Rondkomen is daarin opgenomen als een van de twee thema’s. Meer zicht op het rondkomen door werkenden en de knelpunten daarbij biedt de commissie een kennisbasis om geïnformeerd met elkaar en het Kabinet in gesprek te gaan over wat de verschillende groepen al dan niet nodig hebben en hoe de verschillende groepen beter kunnen worden bereikt met inkomensondersteunende maatregelen. De dienst analyse en onderzoek heeft het Kenniscentrum Sociale Innovatie van Hogeschool Utrecht gevraagd om te voorzien in voorliggend beschouwend rapport waarin de state-of-the-art kennis wordt geduid. Op verzoek van Hogeschool Utrecht hebben Cora van Horssen (Hoofd kennisteam Nibud) en Anna Custers (lector Armoede Interventies Hogeschool van Amsterdam) meegelezen met de beantwoording van de onderzoeksvragen en daar feedback op gegeven. Download 1 betreft het rapport, download 2 betreft een foto van de overhandiging van het rapport aan de voorzitter van de vaste Kamercommissie SZW door Rosanne Oomkens.
MULTIFILE
De huidige samenleving wordt voortdurend opgeschrikt door publieke discussies over kwesties: Zwarte Piet, (verplichte) inenting, 5G, bomenkap, toeslagen, stikstof, aanpak corona, intensieve veehouderij en ga zo maar door. Dergelijke kwesties beginnen vaak ongemerkt en klein, veelal op sociale media, maar kunnen in korte tijd uitgroeien tot impactvolle issues, zo niet crises. De centrale factor in huidige publieke kwesties is de digitalisering van het publieke debat: sociale media dus. Het verloop van issues is daardoor grilliger dan ooit. Issuemanagement is hierdoor een andere discipline geworden waar communicatieprofessionals over het algemeen nog onvoldoende mee om weten te gaan. Van hen wordt een andere instelling gevraagd: want hoe moet je reageren als ‘iedereen’ reageert en denkt het regeren zelf beter te kunnen? Het is in een notendop het dilemma van een democratische en gedigitaliseerde samenleving vol mondige burgers. Het is bij uitstek het huidige dilemma van de communicatieprofessional in het publieke domein. Om deze reden is het veelal niet langer het issue maar de aanloop daarnaar die opgemerkt en begeleid moet worden. Omdat we met dit onderzoek organisaties handvatten willen geven voor een adequate reactie op een issue, zijn met name de geboorte- en groeifase van issues van belang. In werkpakketten worden vijf cases onderzocht die door de publiekspartners zijn ingebracht. We hanteren een estafettemethode: de kennis van het ene werkpakket wordt meegenomen naar het volgende terwijl per werkpakket wel dezelfde methode gehanteerd wordt. Deze methoden zijn deskresearch, interactieanalyse van online en offline data, interviews met professionals en met burgers. Op basis van dit onderzoek wordt een breed toepasbare en structurele aanpak ontwikkeld om ‘de communicatieprofessional in issuemanagement te equiperen’. We willen dit bereiken door enerzijds kennis en inzicht te vergaren en anderzijds door de resultaten daaruit voor publieke organisaties te vertalen in praktische handgrepen (trainingen en/of tools).
Het functioneren van onze democratie, rechtsstaat en bestuur staat op dit moment hoog op de maatschappelijke en politieke agenda. De toeslagenaffaire, het gaswinningsdossier, de stikstofcrisis en andere kwesties hebben hier aan bijgedragen. Deze kwesties raken aan het legitieme gezag van overheden en versterkt het wantrouwen onder burgers. Het opkomend populisme draagt daar ook aan bij. Ook hebben we momenteel te maken met grote transities die ons bestuurlijk systeem van democratie en rechtsstaat uitdagen. We hebben daarom in Nederland een grote uitdaging om als bestuur samen met burgers, bedrijven en maatschappelijke organisaties de democratie nader vorm te geven en te onderhouden. Daarin zijn we al langer op zoek naar nieuwe, meer eigentijdse structuren en manieren van beleid maken, besluitvorming en samenwerking. Idealiter zijn die nieuwe verhoudingen tussen burger en bestuur meer horizontaal en sluit de overheid aan bij wat bottom-up vanuit de samenleving tot stand komt. Daarin is ruimte voor experimenten met nieuwe methodieken om burgers te bereiken en samen met burgers op te trekken. Op meerdere plekken in de wereld worden dit soort experimenten uitgevoerd. We hebben daarom ook baat bij internationale vergelijking en uitwisseling, van wat in de praktijk goed blijkt te werken. We willen als nieuw lectorenplatform bijdragen aan een dynamisch, behoorlijk en responsief bestuur in Nederland. Daarbij is naast de verbinding met praktijkpartners samenwerking met het onderwijs belangrijk. Het HBO leidt professionals op die in de toekomst het bestuur en de democratie mede vormgeven. We kunnen bijdragen aan de groeiende interesse hierin. Het thema Toekomstbehendig bestuur raakt de KIA’s in brede zin, omdat die KIA’s zijn opgezet vanuit de vraag van overheden om Nederland toekomstbestendiger te maken. Ook de Strategische Onderzoeksagenda van de Vereniging Hogescholen biedt voldoende aanknopingspunten
De groeiende belangstelling voor gemeenten in het transformeren van steden in Smart Cities, maakt dat er in toenemende technologische ingrepen in het stedelijke weefsel plaatsvinden. Die ingrepen, vaak gericht op het efficiënter inrichten van logistieke, energie technische or ruimtelijke processen, hebben ook impact de sociale, culturele maatschappelijke structuren. Toch staan die ethische aspecten van smart cities maar spaarzaam op de beleidsagenda. Dit terwijl landelijke schandalen, waaronder de Toeslagenaffaire, nopen tot betere morele afwegingen rondom manieren waarop technologie wordt ingezet ten aanzien van burgers. Er is een grote behoefte aan enerzijds minder handelingsverlegenheid in decentrale bestuurslagen in het nemen van techno-ethische besluiten die de slimme stad van de toekomst moeten voorzien van een moreel kompas. Anderzijds is er behoefte aan methoden die ertoe kunnen leiden burgers op een betekenisvolle manier blijvend te betrekken bij het vormen van zo’n ethisch kompas. In dit onderzoek bouwen we voort op opgedane inzichten uit eerdere onderzoeksprojecten rondom ethiek, slimme technologie en slim en en verantwoord bestuur. We bouwen aan een handzame doch genuanceerde strategie om burgers blijvend te laten meedoen met inclusieve besluitvorming die de slimme stad van de toekomst moet vormgeven. Dit doen we door stedelijke ethische commissies, moral labs en lokale bestuursorganen in negen grote steden in Nederland, België, Zweden en Canada aan elkaar te koppelen. Hierdoor wordt expertise, bestuurservaring en burger-expertise duurzaam met elkaar vervlochten. Het doel is om te komen tot een levend, techno-moreel stadskompas waar burgers zich bij thuis voelen, en op basis waarvan bestuurders inclusieve en maatschappelijk verankerde besluiten kunnen nemen. We kiezen daarbij voor een combinatie van methodes waarbij linguïstische analyses, empirische ethiek en vergelijkende methoden uit de sociale wetenschappen middels interventie-design verbinden. Dit doen we in een internationaal ecosysteem van stedelijke gebieden met soortgelijke smart-city-uitdagingen, met een focus op Nederland.