Eigen regie voeren in uw eigen zorg is mogelijk als u weet welke diensten er beschikbaar zijn in de geestelijke gezondheidszorg (GGZ). Werkboek 10 uit de reeks "Eigen Regie en Herstel" geeft u informatie om te achterhalen welke programma’s u verder kunnen helpen om uw herstel te bevorderen. Het biedt ook strategieën om voor uzelf op te komen wanneer u een probleem tegenkomt in de GGZ. Deze publicatie is een bewerkte, geautoriseerde vertaling van “Illness management and recovery: Personalized skills and strategies for those with mental illness” van Gingerich, S., Mueser, K. T., & New Hampshire-Dartmouth Psychiatric Research Center (2011). ISBN: 978-1616491062 Uitgever: Hazelden Foundation, Center City, MN 55012, USA.Nederlandse vertalingLaura Stalenhoef (Saxion, student TP)Marijke Brugman (Saxion; Netwerk IMR)Rieke Kamman (Dimence Groep)Grietje Meinen (RIBW Groep Overijssel; Netwerk IMR)Redactie/EditorAd Bergsma (Saxion Hogeschool)Hanneke Teunissen (Saxion Hogeschool)BewerkingAd Bergsma (Saxion Hogeschool)Ingrid Stevelmans (GGzE)Marijke Brugman (Saxion Hogeschool)Trudy Sterk (Zorggroep Apeldoorn en omstreken)Titus Beentjes (Dimence Groep)Jos Droës (Stichting Rehabilitatie '92)Petra Schaftenaar (Inforsa)Peter Pierik (Saxion Hogeschool)Kim Mueser (Department of Occupational Therapy, Boston University)Susan Gingerich (Independent Consultant, Philadelphia, PA, United States)IllustratiesIris de Rooij
MULTIFILE
We betalen twee keer arbeidsloon voor het plukken van tomaten.
De nieuwste cijfers van het CBS laat de vermogensongelijkheid in Nederland duidelijk zien. De 60% laagste vermogensgroep heeft maar 2% van het totale vermogen van 1200 miljard. De rijkste 10% bezitten daarentegen bijna 60% van het totale vermogen. Tegelijkertijd neemt de armoede toe. Meer bijstandsgerechtigden, meer Wajong uitkeringen meer kinderen in de armoede (11%).
Sociale MKB-bedrijven in Noord-Nederland die bijdragen aan het stimuleren van de arbeidsparticipatie van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt, willen bij inkooptrajecten of aanbestedingen graag beloond worden voor deze ‘social impact’. Hiertoe willen ze hun impact kunnen meten, om aan opdrachtgevers zichtbaar te maken. Nu zijn er talloze instrumenten voor het meten van social impact, maar het MKB gebruikt ze zelden, omdat ze te duur en te complex zijn. Bovendien vragen opdrachtgevers er niet of nauwelijks naar; in het gunnen van offertes lijkt prijs een doorslaggevend besliscriterium te zijn. Daarom vroegen MKB’ers aan de Hanzehogeschool Groningen om samen met opdrachtgevers (van overheden en grote bedrijven) een eenvoudige methodiek te ontwikkelen waarmee ze hun social impact kunnen aantonen, die inspeelt op de besliscriteria van opdrachtgevers en daarmee kan bevorderen dat zij meer opdrachten gegund krijgen. In een gezamenlijk ontwerpproces ontwikkelen we deze social impact methodiek, die gebruikt wordt door beide partijen: we gaan interviews houden met inkopers van diverse organisaties over de besliscriteria voor gunning van opdrachten; bij 12 MKB-bedrijven een impactmeting uitvoeren (casestudy’s); en partijen samenbrengen in een leernetwerk om te reflecteren op ontwerpversies van de methodiek. Het gezamenlijk leerproces in dit netwerk draagt bij aan het ontwikkelen van een gemeenschappelijk begrippenkader. Doel van het project is het ontwikkelen van een methodiek voor het meten van social impact van MKB-bedrijven, op een zodanige manier dat sociale MKB-bedrijven (proportioneel en op maat) hun opdrachtgevers kunnen laten zien wat hun impact is, én dat deze bruikbaar is in het inkoopproces van opdrachtgevers. De methodiek bestaat uit een stappenplan, een overzicht van indicatoren, meetinstrumenten en sprekende voorbeelden, bruikbaar voor zowel sociale MKB-bedrijven als opdrachtgevers. De methodiek gaat onderwezen worden in het curriculum van o.a. de opleidingen Bedrijfskunde en HBO-Rechten. De kennis en ervaringen worden gedeeld met MKB, inkopers, kennisinstellingen en netwerkpartners.