De uitstroom van sociaal werkers is heel hoog. Onderzoeker Marc Hoijtink vreest dat het sociaal domein voor te veel sociaal werkers op te veel plekken een giftige, demotiverende cocktail is die zij niet meer lusten.
MULTIFILE
Bijna de helft van de sociaal werkers overweegt een vertrek bij hun werkgever. In dit artikel analyseert Marc Hoijtink vertrekfantasieën van professionals als cognitieve vlucht, een vorm van stil verzet die dicht tegen coping aanzit. Als zoveel sociaal werkers op het punt staan hun loyaliteit op te zeggen, wat zegt dit dan over de huidige positie van sociaal werkers in de samenleving? En wat over de staat van het sociaal domein?
LINK
Het rapport bevat een exemplarisch handelingsonderzoek over het pilot-Sociaal Team Centrum in de gemeente Oldambt. Het algehele doel van dit onderzoek was om meer inzicht te krijgen in de werkwijze en de werking van het Sociaal Team Centrum en wat deze aanpak volgens het team heeft opgeleverd in termen van toename van burgerkracht en samenredzaamheid.Bijlage: Uitdraai registratiesysteem CS 01-03-2013 - 18-09-2015 (in apart document bij het rapport geleverd)
MULTIFILE
Full text via link. Volgens het opleidingsdocument in het hoger onderwijs is het sociaal werk een ‘talig’ beroep. Maar dat is eenzijdig en onhoudbaar. Kunst en creativiteit kunnen professionals ‘meertalig’ maken, betogen drie lectoren van verschillende hogescholen.
LINK
This study explores legal consciousness of social workers within the framework of the 2015 Social Support Act (SSA) in the Netherlands. The aim of this law is to provide social support and care to citizens with impairments or chronic psychological or psychosocial problems, with the goal of enabling people to live independently and actively participate in society. The SSA grants entitlement to a needs assessment to applicants, essential for accessing personalized provisions. This assessment is a pivotal legal evaluation for persons with disabilities to ultimately exercise their rights under the UN Convention on the Rights of Persons with Disabilities (CRPD), ratified by the Netherlands in 2016. With the use of the concept of legal consciousness, this study aims to contribute to understanding social workers’ experiences, understandings, and actions in relation to law in the context of legal decision-making on behalf of the council.
MULTIFILE
De uitstroom van professionals uit de jeugdhulp is hoog, ook in de regio Haaglanden. Toch blijft een aanzienlijk aantal jeugdhulpprofessionals in het vak en haalt jarenlang voldoening uit hun werk. Onderzoekers van De Haagse Hogeschool hebben de ervaringen van deze professionals onderzocht om beter te begrijpen wat hen motiveert, hoe ze omgaan met uitdagingen, en hoe ze hun werkplezier weten te behouden. Uit het onderzoek blijkt dat de ruimte om van betekenis te zijn voor jeugdigen en gezinnen belangrijk is voor jeugdhulpprofessionals. Ze halen werkplezier uit het nieuwsgierig kunnen zijn naar de situatie van jeugdigen en gezinnen en het benutten van hun professionele vrijheid om te doen wat nodig is. Het vermogen om hun werk zelf vorm te geven en hun creativiteit en competenties in te zetten, maakt het werk extra aantrekkelijk voor hen.Werken in de jeugdhulp is niet alleen werk dat ertoe doet, maar ook werk dat raakt. Jeugdhulpprofessionals ervaren frustratie wanneer het niet lukt om resultaten te bereiken voor jeugdigen en gezinnen. Het is daarom belangrijk om realistische verwachtingen te hebben, kleine stappen als successen te zien en te accepteren dat niet alles binnen hun invloed ligt. Fijne collega's zijn een belangrijke bron van steun. Professionals hebben baat bij de mogelijkheid om hun verhaal te delen, samen oplossingen te vinden en de verantwoordelijkheid te delen, wat het werkplezier vergroot. Ook organisaties spelen een cruciale rol. Het onderzoek laat zien dat zij het werkplezier kunnen bevorderen door te werken vanuit een langetermijnvisie, professionals meer zeggenschap te geven over hun werk, steunende leidinggevenden in te zetten, ontwikkelingsmogelijkheden te bieden en waardering te tonen. Dit onderzoek is onderdeel van het professional-ervaringsonderzoek (PEO), dat periodiek wordt uitgevoerd in samenwerking met professionals van het Platform Jeugdhulpprofessionals Haaglanden.
MULTIFILE
Dit rapport is een weergave van het onderzoek dat tussen april 2006 en april 2007 werd uitgevoerd door CESRT – Hogeschool Zuyd. Dit onderzoek heeft betrekking op de arbeidsmarktproblematiek van de jeugdzorg in Limburg, en meer specifiek op de jeugdhulpverlening. De doelstellingen van het onderzoek waren: • Inzicht te krijgen in de arbeidsmarktontwikkelingen in de jeugdzorg. • Het in kaart brengen van (het gebrek aan) de aansluiting tussen aangeleerde competenties en vereiste competenties op de arbeidsmarkt (aansluiting onderwijs en arbeidsmarkt). • Het inventariseren van mogelijke efficiëntiemaatregelen in de jeugdzorg, rekening houdend met de uitstroom van professionals en met waarborging van de kwaliteit. Het rapport bestaat uit 2 delen . Dit is deel I waarin de samenvatting, onderzoeksaanpak en de belangrijkste resultaten van het onderzoek worden gepresenteerd in conclusies en aanbevelingen. De conclusies worden gestructureerd volgens de belangrijkste onderzoeksvragen; de aanbevelingen worden geordend naar de doelgroep van de aanbevelingen.
DOCUMENT
De sector Beschermd Wonen en Maatschappelijke Opvang (BW/MO) heeft te maken met een groeiend aantal forensische cliënten. Er is behoefte aan een overzicht van best practices, do’s en don’ts in het methodisch handelen bij deze doelgroep. De vraag die we met dit onderzoek willen beantwoorden is: Welke best practices zijn er in de BW/MO-sector voor de begeleiding van en zorg aan forensische cliënten? In het huidige onderzoek zijn - na een literatuurverkenning - op systematische wijze de ervaringen van forensisch sociaal werkers en cliënten verzameld en bestudeerd. Dit werd op verschillende manieren gedaan in drie fases: Fase 1: Verkenning: groepsinterviews bij 15 BW/MO-instellingen Fase 2: Verdieping: 11 casuïstiekbesprekingen bij BW/MO-instellingen Fase 3: Uitwisseling: een onlinebijeenkomst (forensisch carrousel) De forensische doelgroep binnen de BW/MO bestaat voornamelijk uit mannen met multiproblematiek, zoals verslaving, agressie en psychiatrische problemen. Ze wonen in verschillende beschermde woonvormen met meer of minder zelfstandigheid en (ambulante) begeleiding. De belangrijkste best practices die professionals tijdens de verkenning noemden zijn: het bieden van een duidelijke structuur en heldere kaders, investeren in de werkalliantie (onder andere vanuit de presentiebenadering), goede samenwerking met ketenpartners met duidelijke afspraken over ieders taken en verantwoordelijkheden, herstelgericht werken aan kleine doelen, werken aan destigmatisering, werken met signaleringsplannen en risicotaxaties, zorgvuldig plaatsen van cliënten en de inzet van vrijwilligers en forensische ervaringsdeskundigen. Een deel van de instellingen plaatst forensische cliënten bij elkaar (geclusterd) omdat forensische expertise dan gerichter kan worden ingezet, andere instellingen plaatsen forensische cliënten bij andere cliënten (gespikkeld) om normalisering in de hand te werken. In de verdiepingsfase kwamen de volgende best practices aan de orde met betrekking tot ketensamenwerking: duidelijkheid scheppen over rollen en verantwoordelijkheden, de cliënt zelf laten beslissen bij uitstroom na detentie met bajes-uit begeleiding, en driegesprekken organiseren met toezichthouder, begeleider en cliënt. Best practices met betrekking tot krachtgericht werken zijn: duidelijke grenzen stellen, zoeken naar datgene waar de cliënt zelf regie op kan voeren en bekrachtigen wat iemand bereikt binnen het kader van de bijzondere voorwaarden. Overige best practices zijn: zorgvuldige matching van cliënt en vrijwilliger en werken aan destigmatisering op verschillende niveaus. Tijdens het forensisch carrousel is de bredere toepasbaarheid van de verzamelde best practices verkend. Werkzame elementen van goede ketensamenwerking, krachtgericht en herstelgericht werken in relatie tot risico’s en probleemgedrag, de inzet van vrijwilligers en ervaringsdeskundigen en werken aan destigmatisering werden breed onderkend, maar er zijn ook uitdagingen. Deskundigheidsbevordering is daarmee zowel een best practice als een aanbeveling.
MULTIFILE